Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
23-12-2016, Stcrt. 2016, 71457 (uitgifte: 30-12-2016, regelingnummer: WJZ/16195084)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2016, Stcrt. 2016, 71457 (uitgifte: 30-12-2016, regelingnummer: WJZ/16195084)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Bodem
1.
Het is niet toegestaan zuiveringsslib, de in bijlage Aa, onder I en II, opgenomen stoffen of de in bijlage Aa, onder IV, opgenomen eindproducten van de aldaar omschreven bewerkingsprocédés, onderling of met andere meststoffen te mengen.
2.
In afwijking van het eerste lid, is het toegestaan verschillende partijen vloeibaar zuiveringsslib onderling te mengen, mits de gehalten stikstof en fosfaat in de afzonderlijke partijen zijn vastgesteld overeenkomstig de artikelen 92a en 92b en deze afzonderlijke partijen overigens voldoen aan de bij of krachtens hoofdstuk III van het besluit ter zake van zuiveringsslib gestelde regels.
3.
Het is slechts toegestaan andere dan in het eerste lid bedoelde meststoffen te mengen, indien deze meststoffen afzonderlijk voldoen aan de bij of krachtens hoofdstuk III van het besluit ter zake van die meststoffen gestelde regels en het mengsel voldoet aan de bij of krachtens hoofdstuk III van het besluit ter zake van die meststoffen gestelde regels.
4.
In afwijking van het eerste lid is het toegestaan de in bijlage Aa, onder IV, opgenomen eindproducten van de aldaar omschreven bewerkingprocedés, die zijn gebruikt als strooisel in stallen te mengen met dierlijke mest in de mestkelder.
5.
In afwijking van het eerste lid is het toegestaan de dunne fractie die is ontstaan op het eigen bedrijf door scheiding van ‘covergiste mest’ als bedoeld in bijlage Aa, onder IV, te gebruiken om niet verpompbare covergistingsmaterialen te verdunnen.