Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Artikel 92a
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008
- Bronpublicatie:
12-12-2007, Stcrt. 2007, 247 (uitgifte: 01-01-2007, regelingnummer: TRCJZ/2007/3736)
- Inwerkingtreding
01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2007, Stcrt. 2007, 247 (uitgifte: 01-01-2007, regelingnummer: TRCJZ/2007/3736)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Bodem
1.
Het stikstofgehalte en het fosfaatgehalte in zuiveringsslib en compost, alsmede het drogestofgehalte in zuiveringsslib en compost wordt vastgesteld door middel van analyse van een uit de desbetreffende hoeveelheid genomen monster.
2.
De bemonstering van een hoeveelheid zuiveringsslib of compost geschiedt door de producent. Hij stelt per geproduceerde hoeveelheid van ten hoogste 2.000.000 kilogram, een representatief monster samen, bestaande uit deelmonsters die volgens algemeen geldende bemonsteringsprincipes evenredig verspreid uit de betrokken partij worden genomen. Indien de geproduceerde hoeveelheid groter is dan 2.000.000 kilogram, wordt deze allereerst verdeeld in partijen van ten hoogste 2.000.000 kilogram.
3.
Indien zuiveringsslib of compost in een continu proces wordt geproduceerd, kan de desbetreffende producent ervoor kiezen dat het stikstofgehalte, het fosfaatgehalte alsmede het drogestofgehalte ervan, in zoverre in afwijking van de voorgaande leden, overeenkomen met het over de afgelopen twaalf maanden overeenkomstig artikel 92b, tweede lid, berekende twaalf-maandsgemiddelde stikstof-, fosfaat- en drogestofgehalte, mits:
- a.
de voor de productie van het zuiveringsslib of de compost gebruikte ingangsmaterialen van constante samenstelling zijn;
- b.
de productie van zuiveringsslib of compost onafgebroken gedurende het gehele jaar plaatsvindt; en
- c.
het stikstofgehalte, het fosfaatgehalte alsmede het drogestofgehalte ten minste eenmaal per kalendermaand wordt vastgesteld door middel van analyse van een representatief monster bestaande uit deelmonsters die volgens algemeen geldende bemonsteringsprincipes evenredig verspreid uit de in die kalendermaand geproduceerde hoeveelheid zijn genomen.
4.
Het monster wordt verpakt in een monsterverpakking die het monster niet verontreinigt of de samenstelling ervan anderszins beïnvloedt.
5.
Het monster wordt door de producent uiterlijk tien werkdagen na bemonstering toegestuurd aan een laboratorium dat blijkens accreditatie door de Raad aantoonbaar voldoet aan de norm NEN-EN-ISO/IEC 17025.
6.
Indien het monster afkomstig is uit een hoeveelheid die in een continu proces is geproduceerd, geeft de betrokken producent bij het verzenden ervan aan of de analyseresultaten van dit monster gebruikt moeten worden bij de in artikel 92b, tweede lid, bedoelde berekening.