Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de winstbelasting 1940 [Nederlandse Antillen]
Artikel 16 [Bestuurdersaansprakelijkheid]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1940
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 31-12-1999 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa. De datum van afkondiging en de datum van publicatie is de datum van inwerkingtreding.
- Bronpublicatie:
01-05-1940, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1940, 34 (uitgifte: 01-05-1940, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-1940
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-05-1940, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1940, 34 (uitgifte: 01-05-1940, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
De belasting is verschuldigd door het lichaam.
2.
De bestuurders en beherende vennoten, zomede de vertegenwoordigers binnen de Nederlandse Antillen zijn hoofdelijk daarvoor aansprakelijk. Bij ontbinding of vereffening zijn bovendien de met de vereffening belaste personen en hun vertegenwoordigers binnen de Nederlandse Antillen hoofdelijk daarvoor aansprakelijk. De aansprakelijkheid houdt op wanneer de genoemde personen, tot betaling aangesproken, ten genoegen van de Inspecteur aantonen, dat zij in de onmogelijkheid zijn geweest in hun hoedanigheid voor de betaling te zorgen.
3.
De aantoning wordt schriftelijk gedaan en ingediend bij de Inspecteur.
4.
De beschikking van de Inspecteur is met redenen omkleed, indien zij afwijzend is.
5.
Afschrift der beschikking wordt aangetekend per post aan de belanghebbende gezonden.
6.
Van die beschikking kan binnen twee maanden, nadat het afschrift is verzonden, in beroep worden gekomen bij de Raad van Beroep voor belastingzaken.
7.
De invordering der belasting wordt ten aanzien van hem, te wiens behoeve een aantoning als bedoeld bij het derde lid is ingediend, geschorst:
- a.
na die indiening, totdat door de Inspecteur terzake zal zijn beschikt, en bij afwijzende beschikking gedurende de bij het zesde lid bedoelde termijn van twee maanden, tenzij binnen die termijn door belanghebbende schriftelijk aan de Inspecteur is verklaard, dat hij van de beschikking niet in de beroep zal komen;
- b.
ingeval van beroep, totdat door de Raad van de Beroep voor belastingzaken terzake zal zijn beschikt;
een en ander echter onder voorbehoud, dat de Inspecteur, met opheffing in zover van de schorsing, machtiging kan verlenen om de maatregelen voor de invordering van de verschuldigde belasting, voorzover en op zodanige wijze als door hem nodig wordt geacht, voortgang te doen vinden, indien naar zijn oordeel de schorsing door belanghebbende wordt misbruikt tot het verrichten van handelingen, welke de mogelijkheid van het verhaal der belasting in gevaar brengen.
8.
Onder de in het tweede lid genoemde bestuurders, beherende vennoten, vereffenaren en vertegenwoordigers zijn begrepen allen, die bij of na het ontstaan der belastingschuld bestuurders, beherende vennoten, vereffenaren en vertegenwoordigers waren, ook voor zover zij zijn af- of uitgetreden, rekening hebben gedaan of décharge hebben bekomen.