Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de winstbelasting 1940 [Nederlandse Antillen]
Artikel 1 [Winstbelasting, belastingplichtigen en object van heffing, vaste inrichting]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2010. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2009
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-01-2010 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
29-09-2009, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2009, 54 (uitgifte: 16-10-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2010, terugwerkend tot: 01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-12-2009, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2009, 77 (uitgifte: 29-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
Onder de naam van ‘winstbelasting’ wordt een belasting geheven:
- a.
van de winst van binnen de Nederlandse Antillen gevestigde naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen, commanditaire vennootschappen op aandelen, andere vennootschappen of verenigingen, waarbij het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappijen;
- b.
van de winst van binnen de Nederlandse Antillen gevestigde verenigingen, waarbij het kapitaal niet in aandelen is verdeeld, en stichtingen uit bedrijven, andere dan die uitsluitend ter behartiging van een algemeen maatschappelijk belang;
- c.
van de winst van niet binnen de Nederlandse Antillen gevestigde lichamen (met inbegrip van alle vennootschappen en verenigingen, waarbij het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen is verdeeld); uit bedrijven, die en voor zover zij door middel van een binnen de Nederlandse Antillen gevestigde vaste inrichting worden uitgeoefend, uit binnen de Nederlandse Antillen gelegen onroerende zaken of daarop betrekking hebbende rechten zomede uit buiten bedrijf gebezigde schuldvorderingen, welke, wat de hoofdsom betreft — verzekerd zijn door hypotheek, op zodanige goederen gevestigd. Binnen de Nederlandse Antillen gelegen onroerende zaken of rechten waaraan deze zijn onderworpen die behoren tot het vermogen van een bedrijf van een buiten de Nederlandse Antillen gevestigd lichaam, worden steeds geacht tot het vermogen van een binnen de Nederlandse Antillen gelegen vaste inrichting te behoren.
2.
Heeft de oprichting of het instellen plaatsgevonden naar het recht van de Nederlandse Antillen, dan worden steeds de Nederlandse Antillen als land van vestiging beschouwd.
3.
Onder bedrijf wordt mede begrepen het verrichten van handelingen, werkzaamheden of diensten van elke aard.
4.
De lichamen, bedoeld in het eerst lid, onderdeel a, worden geacht een bedrijf uit te oefenen met behulp van hun gehele vermogen.
5.
Het eerst lid is niet van toepassing op een Vrijgestelde Vennootschap als bedoeld in artikel 1A, eerste lid, onderdeel f.
6.
Onder vaste inrichting wordt verstaan:
- a.
een duurzame inrichting waarin of met behulp waarvan de werkzaamheden van een lichaam geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend en omvat in het bijzonder:
- 1°
een plaats waar leiding wordt gegeven;
- 2°
een filiaal;
- 3°
een kantoor;
- 4°
een fabriek
- 5°
een werkplaats, en
- 6°
een plaats waar natuurlijke rijkdommen worden gewonnen;
- b.
een vaste vertegenwoordiger.
7.
De plaats van uitvoering van een bouwwerk of van contructie- of montagewerkzaamheden vormt alleen een vaste inrichting in de zin van het zesde lid indien de duur ervan twaalf maanden overschrijdt.
8.
Als het aanhouden van een vaste inrichting als bedoeld in het zesde lid wordt niet aangemerkt:
- a.
het uitsluitend voor opslag of uitstraling aanhouden van een voorraad goederen;
- b.
het aanhouden van een ruimte uitsluitend om voor het lichaam goederen aan te kopen;
- c.
het aanhouden van een ruimte uitsluitend voor het maken van reclame, voor het verstrekken en inwinnen van inlichtingen, voor wetenschappelijk onderzoek en voor soortgelijke werkzaamheden, indien de bedoelde verrichtingen voor het lichaam van voorbereidende aard zijn of hulpwerkzaamheden zijn.
9.
Een lichaam wordt niet geacht in de Nederlandse Antillen een vaste inrichting te bezitten alleen op grond van de omstandigheid dat het in de Nederlandse Antillen zaken doet door middel van een makelaar, commissionair, of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger, mits deze persnomen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen.
10.
Onder vaste vertegenwoordiger wordt verstaan een persoon die in het bezit is van een duurzame machtiging om namens een lichaam overeenkomsten af te sluiten en daarvan gewoonlijk gebruik maakt in het betrokken land.