Einde inhoudsopgave
Regeling nationale veiligheidsvoorschriften luchtvaartuigen
Artikel 25
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2020
- Bronpublicatie:
16-06-2020, Stcrt. 2020, 31290 (uitgifte: 18-06-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/88503)
- Inwerkingtreding
01-10-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-06-2020, Stcrt. 2020, 31290 (uitgifte: 18-06-2020, regelingnummer: IENW/BSK-2020/88503)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De minister stemt zonder aanvraag daartoe reeds in met een wijziging van een luchtvaartuig voorzien van een ICAO-standaard-BvL of een historisch luchtvaartuig voorzien van een speciaal-BvL, indien:
- a.
met betrekking tot het ontwerp:
- 1°
het ontwerp en de uitvoering van de wijziging zijn voorbereid door de houder van een ontwerperkenning;
- 2°
met het ontwerp van de wijziging is ingestemd door middel van een aanvullend type-certificaat voor het desbetreffende type luchtvaartuig bedoeld in artikel 28;
- 3°
met het ontwerp van de wijziging al eerder is ingestemd voor het betreffende type luchtvaartuig;
- 4°
een aldus gewijzigd luchtvaartuig reeds eerder in Nederland is toegelaten;
- 5°
het de inbouw van een in Nederland toegelaten uitrustingsstuk voor het desbetreffende type luchtvaartuig betreft;
- 6°
een aanvullend type-certificaat is afgegeven door een lidstaat van de EASA overeenkomstig de procedures van Part 21 van verordening (EU) nr. 748/2012;
- 7°
Service Informatie is verstrekt en de wijziging is goedgekeurd door de primair certificerende autoriteit, of
- 8°
het ontwerp en de uitvoering van de wijziging is opgenomen in CS-STAN zoals laatstelijk gewijzigd;
- b.
met betrekking tot de geluidsproductie, de uitvoerende van het onderhoud aan de hand van bijlage 3 bij deze regeling heeft vastgesteld dat de wijziging geen invloed heeft op de geluidsproductie van het luchtvaartuig;
- c.
met betrekking tot de gegevens, de uitvoerende aan de hand van bijlage 4 heeft vastgesteld dat de wijziging geen invloed heeft op de gegevens van het luchtvaartuig die zijn vastgelegd in het Nederlandse register voor burgerluchtvaartuigen; en
- d.
de uitvoerende van het onderhoud heeft vastgesteld dat deze wijziging in combinatie met eerder uitgevoerde wijzigingen en reparaties geen nadelige invloed op de luchtwaardigheid van het luchtvaartuig heeft.
2.
De instemming op voorhand, bedoeld in het eerste lid, geldt alleen indien bij het uitvoeren van een wijziging aantoonbaar gebruik wordt gemaakt van de benodigde informatie van de volgens het eerste lid ingestemde wijziging.