Einde inhoudsopgave
Regeling op de advocatuur
Artikel 5 Hoogte vacatiegeld
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2023
- Bronpublicatie:
03-02-2023, Stcrt. 2023, 7052 (uitgifte: 06-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-02-2023, Stcrt. 2023, 7052 (uitgifte: 06-03-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
1.
Het vacatiegeld, bedoeld in artikel 2.31, eerste lid, van de Verordening, bedraagt:
- a.
per vergadering van de raad van advies: € 500;
- b.
per vergadering van het college van afgevaardigden of de financiële commissie: € 275;
- c.
per zitting van het hof van discipline: € 400;
- d.
per zitting van de raad van discipline: € 300;
- e.
per vergadering van de redactie van het Advocatenblad: € 160;
- f.
per toets door de commissie cassatie voor een:
- –
examen: € 500;
- –
proeve van bekwaamheid: € 750.
2.
Meerdere vergaderingen, zittingen of toetsen op één dag worden als één vergadering, zitting of toets gezien.
3.
Indien op één dag verschillende vacatiegelden van toepassing zijn, wordt slechts eenmaal het hoogste bedrag toegekend.
4.
In afwijking van het tweede en derde lid komen meerdere vergaderingen plaatsvindend op verzoek van de algemene raad op één dag in aanmerking voor een vacatiegeld per vergadering.