Einde inhoudsopgave
Regeling op de advocatuur
Bijlage 6 Model overeenkomst kantoor-stichting derdengelden
Geldend
Geldend vanaf 04-02-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging en de datum van inwerkingtreding is de datum van de Staatscourant. Oorspronkelijke datum van afkondiging: 01-12-2014. Oorspronkelijke datum van inwerkingtreding: 01-01-2015.
- Bronpublicatie:
04-02-2022, Stcrt. 2022, 744 (uitgifte: 04-02-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-02-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-02-2022, Stcrt. 2022, 744 (uitgifte: 04-02-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
behorend bij artikel 34 van de Regeling op de advocatuur
De ondergetekenden:
- 1.
.........
te dezen handelend als ......... – hierna te noemen: het kantoor – en als zodanig het kantoor vertegenwoordigend;
- 2
- a.
......... ;
- b.
......... ; en
- c.
......... ,
te dezen handelend als bestuursleden van de stichting: Stichting Beheer Derdengelden ......... – hierna te noemen: de stichting – en als zodanig vormend het hele bestuur de stichting vertegenwoordigend;
overwegende:
- •
dat aan de advocaten die verbonden zijn aan het kantoor – hierna te noemen: advocaten, of ieder afzonderlijk: advocaat – uit hoofde van hun beroep gelden en vermogensbestanddelen worden toevertrouwd die niet zijn bestemd voor de advocaat, maar voor zijn cliënt of enige andere derde, voor zover deze gelden niet kunnen worden aangemerkt als verschotten of vast recht;
- •
dat deze gelden en andere vermogensbestanddelen zijn aan te merken als derdengelden als bedoeld in artikel 1.1 van de Verordening op de advocatuur van de Nederlandse orde van advocaten – hierna te noemen: de derdengelden – en zich in civielrechtelijke zin vermengen met het vermogen van de advocaten respectievelijk zich kunnen vermengen met het vermogen van het kantoor, tenzij de derdengelden geheel afzonderlijk zijn ondergebracht;
- •
dat een advocaat op grond van artikel 6.21 van de Verordening op de advocatuur verplicht is om een stichting derdengelden ter beschikking te hebben teneinde de derdengelden afgescheiden te houden van het vermogen van de advocaat respectievelijk van het kantoor;
- •
dat om die reden de stichting is opgericht;
- •
dat de stichting geen andere activiteiten verricht dan het in ontvangst nemen van derdengelden, het tijdelijk beheren van hetgeen de stichting heeft ontvangen en het betalen of overdragen van hetgeen de stichting heeft ontvangen aan de rechthebbenden of degenen die rechthebbenden zullen blijken te zijn;
- •
dat wordt beoogd alle betalingen van derdengelden te doen plaatsvinden aan of vanuit de stichting, met dien verstande dat vermenging slechts zal plaatsvinden waar het betreft de derdengelden onderling en geen vermenging zal optreden tussen de derdengelden en het vermogen van de advocaat respectievelijk van het kantoor;
komen overeen als volgt:
Artikel 1
De stichting stelt zich ter beschikking van de advocaten, zulks in de zin van artikel 6.21 van de Verordening op de advocatuur. De stichting verbindt zich jegens het kantoor en in het bijzonder jegens
de advocaten van het kantoor de derdengelden in beheer te nemen.
Artikel 2
De stichting kan niet de aan de advocaten toekomende voorschotten, honoraria, verschotten en vast
recht voor het kantoor in ontvangst nemen. Zij verbindt zich geen andere activiteiten te verrichten dan
hiervoor omschreven, met dien verstande dat de stichting ter beschikking kan staan van andere advocaten of kantoren, mits het kantoor daarmee schriftelijk heeft ingestemd.
Artikel 3
- •
Het kantoor bedingt onherroepelijk van de stichting dat de stichting aan de rechthebbende betaalt de bedragen die door de stichting zijn ontvangen en aan de rechthebbende toekomen. De betaling geschiedt zo spoedig mogelijk nadat door of namens de rechthebbende daartoe het verzoek is gedaan.
- •
Voor zover door of namens de rechthebbende het beding bedoeld in het voorgaande lid niet eerder is aanvaard, geldt het verzoek als aanvaarding van het ten behoeve van de rechthebbende gemaakte beding. Indien niet vaststaat dat de rechthebbende aanspraak kan maken op onmiddellijke uitbetaling, geschiedt de uitbetaling eerst nadat dit wel is komen vast te staan.
Artikel 4
- 1.
De rechthebbende kan de stichting, bij voorkeur schriftelijk, opdragen van het hem toekomende bedrag gelden over te maken op de rekening van de advocaat, zulks ter voldoening van openstaande declaraties.
- 2.
De advocaat ziet er op toe dat de stichting pas tot uitbetaling overgaat zodra de rechthebbende een volledig beeld heeft van het verloop van de zaak, van het aan de rechthebbende toekomende bedrag uit hoofde van ten behoeve van hem geïncasseerde gelden en van de hoogte van de declaratie van de advocaat.
Artikel 5
Het kantoor respectievelijk de advocaat heeft te allen tijde jegens de stichting uitsluitend aanspraak op
betaling van gelden die voor het kantoor respectievelijk de advocaat zijn bestemd.
Artikel 6
- 1.
Het kantoor respectievelijk de advocaat kan van de stichting geen betaling vorderen van voor hem bestemde gelden zo lang het totaalbedrag van de door de stichting beheerde derdengelden meer bedraagt dan het saldo van de in de stichting aanwezige liquiditeiten.
- 2.
Indien de stichting mede ter beschikking staat van andere advocaten of kantoren, zal geen betaling kunnen worden gevorderd zo lang het totaalbedrag van hetgeen de stichting ingevolge het bepaalde in artikel 3 aan de rechthebbenden dient te betalen ter zake van door toedoen van het kantoor respectievelijk de advocaat aan de stichting betaalde derdengelden meer bedraagt dan het saldo van de afzonderlijke bankrekening, bedoeld in artikel 6.22, vierde lid, van de Verordening op de advocatuur.
Artikel 7
Het kantoor verricht ten behoeve van de stichting geen andere diensten dan die welke voor het functioneren van de stichting onontbeerlijk zijn, te weten bestuursactiviteiten en administratieve werkzaamheden.
Artikel 8
Het kantoor zorgt ervoor dat het boekjaar van het kantoor gelijk is aan het boekjaar van de stichting.
Artikel 9
Deze overeenkomst kan alleen worden beëindigd met inachtneming van hetgeen in de Verordening
op de advocatuur is bepaald.
Getekend in ......... voud te .......... op ..........