Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Italiaanse Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 10 Dividenden
Geldend
Geldend vanaf 03-10-1993
- Bronpublicatie:
08-05-1990, Trb. 1990, 86 (uitgifte: 15-06-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-10-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-1993, Trb. 1993, 143 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van een van de Staten, aan een inwoner van de andere Staat, mogen in die andere Staat worden belast.
2.
Deze dividenden mogen echter ook in de Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de genieter de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden is, mag de aldus geheven belasting niet overschrijden:
- a
- (i)
5 percent van het brutobedrag van de dividenden, indien de uiteindelijk gerechtigde een lichaam is dat gedurende een periode van 12 maanden, voorafgaande aan de datum waarop tot de uitbetaling van het dividend wordt besloten, in bezit is geweest van meer dan 50 percent van de stemgerechtigde aandelen van het lichaam dat de dividenden betaalt; en
- (ii)
10 percent van het brutobedrag van de dividenden, indien de uiteindelijk gerechtigde een lichaam is dat geen aanspraak kan doen gelden op het gestelde onder (i), maar dat gedurende een periode van 12 maanden, voorafgaande aan de datum waarop tot de uitbetaling van het dividend wordt besloten, in bezit is geweest van 10 percent of meer van de stemgerechtigde aandelen van het lichaam dat de dividenden betaalt; en
- b.
15 percent, in alle andere gevallen.
De bepalingen van dit lid laten onverlet de belastingheffing van het lichaam ter zake van de winst waaruit de dividenden worden betaald.
3.
Een persoon die inwoner is van Nederland en die dividenden geniet die zijn uitgedeeld door een lichaam dat inwoner is van Italië, heeft behoudens de inhouding van de in het tweede lid bedoelde belasting, recht op teruggaaf van het bedrag van de in voorkomend geval door dat lichaam ter zake van die dividenden verschuldigde ‘maggiorazione di conguaglio’. Deze teruggaaf moet worden gevraagd binnen de termijnen waarin de Italiaanse wetgeving voorziet, door tussenkomst van hetzelfde lichaam, dat in dat geval handelt in zijn naam en voor rekening van genoemde inwoner van Nederland.
Deze bepaling is van toepassing op dividenden tot de uitdeling waarvan sedert de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst is besloten.
Het lichaam dat de uitdeling doet, kan bovenbedoeld bedrag aan een inwoner van Nederland tegelijk uibetalen met de aan deze toekomende dividenden en bij de eerstvolgende aangifte van zijn inkomsten na genoemde betaling dat bedrag in mindering brengen op de verschuldigde belasting.
De uitbetaling van het bedrag overeenkomend met de ‘maggiorazione di conguaglio’ aan een inwoner van Nederland geschiedt op voorwaarde dat hij op de datum waarop tot de uitbetaling van het dividend wordt besloten de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden is en dat hij in de gevallen als bedoeld in het tweede lid, onder a, gedurende een periode van 12 maanden voorafgaande aan die datum in het bezit is geweest van de aandelen.
Ingeval daarna het belastbaar inkomen van het lichaam dat de uitdeling doet op een hoger bedrag wordt gesteld of ingeval alsnog belasting wordt geheven van zijn reserves of andere fondsen, wordt de vermindering van de door het lichaam verschuldigde belasting voor het belastingtijdvak waarin de herziening definitief is geworden, beperkt tot het deel van de belasting, dat betrekking heeft op de dividenden die zijn onderworpen aan de ‘maggiorazione di conguaglio’ en dat daadwerkelijk is afgedragen aan de Schatkist.
4.
De bevoegde autoriteiten van beide Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede en het derde lid.
5
a.
De uitdrukking ‘dividenden’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit aandelen, winstaandelen of winstbewijzen, mijnaandelen, oprichtersaandelen of andere rechten die aanspraak geven op een aandeel in de winst, alsmede inkomsten uit schuldvorderingen, die aanspraak geven op een aandeel in de winst, en inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten, die door de belastingwetgeving van de Staat waarvan het lichaam dat de uitdeling doet inwoner is, op dezelfde wijze aan de belastingheffing worden onderworpen als inkomsten uit aandelen.
b.
Als dividenden betaald door een lichaam dat inwoner is van Italië, worden eveneens beschouwd de op de door dat lichaam betaalde dividenden betrekking hebbende, in het derde lid bedoelde bruto bedragen die zijn teruggegeven uit hoofde van de ‘maggiorazione di conguaglio’.
6.
De bepalingen van het eerste, tweede en derde lid zijn niet van toepassing, indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, die inwoner is van een van de Staten, in de andere Staat waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt, inwoner is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval mogen de dividenden in die andere Staat worden belast overeenkomstig de nationale wetgeving van die Staat.
7.
Indien een lichaam dat inwoner is van een van de Staten, voordelen of inkomsten verkrijgt uit de andere Staat, mag die andere Staat geen belasting heffen op de dividenden die door het lichaam worden betaald, behalve voor zover deze dividenden worden betaald aan een inwoner van die andere Staat of voor zover het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van een in die andere Staat gevestigde vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van een aldaar gevestigd vast middelpunt behoort, noch de niet-uitgedeelde winst van het lichaam onderwerpen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst, zelfs indien de betaalde dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk bestaan uit voordelen of inkomsten die uit die andere Staat afkomstig zijn.