Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Italiaanse Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 6 Inkomsten uit onroerende goederen
Geldend
Geldend vanaf 03-10-1993
- Bronpublicatie:
08-05-1990, Trb. 1990, 86 (uitgifte: 15-06-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-10-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-1993, Trb. 1993, 143 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Inkomsten verkregen door een inwoner van een van de Staten uit onroerende goederen (waaronder begrepen voordelen uit landbouw- of bosbedrijven) die in de andere Staat zijn gelegen, mogen in die andere Staat worden belast.
2.
De uitdrukking ‘onroerende goederen’ heeft de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens het recht van de Staat waar de desbetreffende goederen zijn gelegen. De uitdrukking omvat in ieder geval de goederen die bij de onroerende goederen behoren, levende en dode have van landbouw- en bosbedrijven, alsmede rechten waarop de bepalingen van het privaatrecht betreffende de grondeigendom van toepassing zijn. Men beschouwt voorts als ‘onroerende goederen’ vruchtgebruik van onroerende goederen en rechten op veranderlijke of vaste vergoedingen ter zake van de exploitatie, of concessie tot exploitatie, van minerale aardlagen, bronnen en andere natuurlijke rijkdommen. Schepen en luchtvaartuigen worden niet als onroerende goederen beschouwd.
3.
De bepalingen van het eerste lid zijn van toepassing op inkomsten verkregen uit de rechtstreekse exploitatie, uit het verhuren of verpachten, alsmede uit elke andere vorm van exploitatie van onroerende goederen.
4.
De bepalingen van het eerste en derde lid zijn ook van toepassing op inkomsten uit onroerende goederen van een onderneming en op inkomsten uit onroerende goederen die worden gebruikt voor het verrichten van zelfstandige arbeid.