V-N 2024/15.8
Premiedeel ouderenkorting voor niet-inwoners op dezelfde wijze berekend als het IB-deel
HR 22-03-2024, ECLI:NL:HR:2024:470, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 maart 2024
- Magistraten
Van Eijsden, Feteris, Wortel, Boerlage, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
23/04137
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS950217:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Heffingskorting
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Premieheffing / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:470, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑03‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:79, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑01‑2024
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat voor een niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtige de PVV-heffingskorting moet worden berekend op basis van de standaardheffingskorting. De ouderenkorting is afhankelijk van het belastbare binnenlandse inkomen uit werk en woning en niet van het wereldinkomen.
Samenvatting
X is geboren in 1952 en woont in 2021 in Polen. Hij is het gehele jaar buitenlands belastingplichtig in Nederland, maar is niet aan te merken als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige als bedoeld in art. 7.8 Wet IB 2001. Het in Nederland belastbare inkomen bestaat uitsluitend uit een AOW-uitkering van € 7991. Daarnaast geniet X in 2021 niet in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.