Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/5.2.2
5.2.2 Toegang tot het veld en selectie van respondenten
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS595529:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Voor de leesbaarheid worden in de rest van het hoofdstuk de raadsheren als ' rechter' aangeduid.
Uiteraard ontdaan van de negatieve lading die mensen soms aan de term 'Provincie' geven (ik kom zelf ook van buiten de Randstad).
De totaalcijfers in deze paragraaf ontleen ik steeds aan het Jaarverslag Raad voor de Rechtspraak 2008, p. 72-75 (tabellen 12 en 14, figuren 5 en 9). De 1.103 rechters zijn 35% (civiele sectoren rechtbanken en hoven) plus 11% (kanton) van het totaal van 2.397 rechters.
Bij citaten van respondenten zal steeds naar deze gegevens worden verwezen (instantie, locatie en geslacht). Man/vrouw vermeld ik om te laten zien dat het steeds een citaat van eeen individu betreft en niet van de gehele instantie. Inhoudelijk is de geslachtsvermelding van minder belang, omdat geen correlatieanalyse is gemaakt om systematische verschillen tussen antwoorden van mannen en vrouwen te meten. Overige gegevens blijven achterwege om de anonimiteit te waarborgen.
Volgens bovengenoemd jaarverslag waren er in 2008 1.190 mannelijke en 1.207 vrouwelijke rechters.
Jaarverslag Raad voor de Rechtspraak 2008, p. 75, figuur 9.
Tijdens een onderzoeksstage bij de Rechtbank Breda (team handelsrecht) zijn in het voorjaar van 2009 drie proefinterviews afgenomen. Daarna is met hulp van de Bredase sectorvoorzitter contact gelegd met de Raad voor de Rechtspraak, waar een verzoek is ingediend om 18 rechters door het gehele land te mogen interviewen, met als voorkeur de volgende verdeling:
6 kantonrechters, 6 rechters bij de rechtbanken (sector civiel), 6 raadsheren1 bij de gerechtshoven;
waarvan steeds 3 bij een instantie in de Randstad en 3 bij een instantie daarbuiten (vanaf hier aan te duiden als 'Provincie'2). In totaal dus 6 instanties met 3 rechters per instantie;
per instantie minstens één rechter die ook de rol behandelt of recent heeft behandeld;
per instantie minstens één rechter die ook intellectuele eigendomszaken (IE-zaken) behandelt, behalve bij de sector kanton;
verder zoveel mogelijk spreiding qua geslacht en leeftijd.
Voor deze selectie is gekozen om eventuele verschillen tussen de instanties en locaties te ondervangen en om ook rechters met ervaring met de rol en met IE-zaken te interviewen. Keerzijde van diepgaande interviews is dat de resultaten moeilijk generaliseerbaar zijn: van de in totaal 1.103 rechters bij de civiele en kantonsectoren in Nederland zijn er 18 geïnterviewd.3
Nadat het verzoek is gehonoreerd door de Raad voor de Rechtspraak en de dagelijkse besturen van de landelijke overlegorganen van de verschillende rechterlijke instanties, is contact opgenomen met de plaatselijke sectorvoorzitters. Zij hebben mij de namen gegeven van de drie respondenten. Op die laatste vorm van selectie kon geen invloed worden uitgeoefend. Er is dus niet random geselecteerd, waardoor invloed op de resultaten van eventueel selectief gekozen rechters niet is uit te sluiten (selection bias).
Uiteindelijk is voldaan aan de wens qua rol- en IE-ervaring. Zes rechters van de rechtbanken en hoven behandelden regelmatig tot vaak IE-zaken, de andere rechters zelden tot nooit. In totaal zijn er elf rolrechters geïnterviewd (alle kantonrechters, drie bij de rechtbanken en twee bij de hoven).
Kanton
Rechtbank
Hof
Provincie
Randstad
Provincie
Randstad
Provincie
Randstad
#1
Man
Man
Vrouw
Man
Man
Vrouw
#2
Man
Man
Man
Vrouw
Man
Man
#3
Man
Vrouw
Man
Vrouw
Man
Vrouw
Leeftijdscategorie
<35 jr
35-44 jr
45-54 jr
55-65 jr
>65 jr
Aantal
0
4
8
6
0
Gemiddelde
51,8 jaar
Ervaringscategorie
0-5 jr
6-10 jr
11-15 jr
16-20 jr
>20 jr
Aantal
2
4
3
5
4
Gemiddelde
15,2 jaar
De spreiding qua geslacht is iets minder goed gelukt. Tweederde van de geïnterviewden is man, terwijl van de Nederlandse rechters iets meer dan de helft vrouw is.5 Verder ontstond tijdens de interviews het beeld dat relatief veel respondenten een wetenschappelijke achtergrond hebben en naast het rechterlijk werk ook interne beleidstaken hebben. Dit valt verder niet goed na te gaan, maar als het klopt, dan is een mogelijke verklaring dat die mensen misschien eerder geïnteresseerd waren in medewerking aan interviews in het kader van een promotieonderzoek. Het valt niet uit te sluiten dat de geïnterviewden andere ervaringen en inzichten hadden dan niet-geïnterviewden (selection bias).
De piek bij de leeftijdsgroep 45-54 is niet bijzonder. 36% van de Nederlandse rechters valt in die categorie.6 Dat één op de drie geïnterviewde rechters in de leeftijdsgroep 55-65 valt, valt zelfs vrijwel samen met de 31% die landelijk in die categorie zit. De gemiddelde leeftijd van de respondenten van 51,8 jaar is dus niet vreemd. Of dat ook geldt voor de gemiddelde rechterlijke ervaring van 15,2 jaar, is niet na te gaan omdat er op dit punt geen landelijke cijfers te vinden zijn.
Omdat anonimiteit is beloofd, staan niet alle gevraagde gegevens in één tabel gecombineerd, want daardoor zouden de uitkomsten tot individuele rechters herleidbaar kunnen zijn. Vier rechters zijn als raio opgeleid, de overige veertien zijn via de zijwegen (rio, buitenstaander, etc.) binnengekomen. Ten slotte is relevant dat maar liefst elf van de achttien rechters in het verleden advocaat zijn geweest. Zij hebben het verstorende procesgedrag en de kostenveroordelingen dus ook vanaf de andere kant ervaren, wat in sommige interviews ook naar voren komt.