AB 2016/125
Het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel. Toepassingsbereik.
HR 13-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3270, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 november 2015
- Magistraten
Mrs. J.A.C.A. Overgaauw, D.G. van Vliet, E.N. Punt, P.M.F. van Loon, L.F. van Kalmthout
- Zaaknummer
14/05684
- Noot
R. Ortlep
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923154:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Europees belastingrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2015
ECLI:NL:HR:2015:3270, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2015
- Wetingang
Art. 41 Handvest Grondrechten EU; art. 6 EVRM; art. 8:50 lid 1, 4:8, 4:12 lid 1 Awb
Essentie
Het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel. Toepassingsbereik.
Samenvatting
Ingevolge artikel 4:8 Awb stelt een bestuursorgaan voordat het een beschikking geeft waartegen een belanghebbende die de beschikking niet heeft aangevraagd, naar verwachting bedenkingen zou hebben, die belanghebbende in principe in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen met betrekking tot de voorgenomen beschikking. Volgens artikel 4:12, lid 1, Awb kan een bestuursorgaan toepassing van artikel 4:8 Awb achterwege laten bij beschikkingen van financiële aard indien tegen een dergelijke beschikking bezwaar kan worden gemaakt of administratief beroep kan worden ingesteld, en voorts de nadelige gevolgen van die beschikking na ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.