Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2010/43/EU tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft organisatorische eisen, belangenconflicten, bedrijfsvoering, risicobeheer en inhoud van de overeenkomst tussen een bewaarder en een beheermaatschappij
Artikel 13 Persoonlijke transacties
Geldend
Geldend vanaf 30-07-2010
- Bronpublicatie:
01-07-2010, PbEU 2010, L 176 (uitgifte: 10-07-2010, regelingnummer: 2010/43/EU)
- Inwerkingtreding
30-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2010, PbEU 2010, L 176 (uitgifte: 10-07-2010, regelingnummer: 2010/43/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
1.
De lidstaten verplichten beheermaatschappijen adequate regelingen vast te stellen, te implementeren en in stand te houden die voorkomen dat ingeval een relevante persoon betrokken is bij activiteiten die een belangenconflict kunnen doen ontstaan, of als gevolg van een activiteit die hij of zij in naam van de beheermaatschappij uitoefent, toegang heeft tot voorwetenschap in de zin van artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2003/6/EG of tot andere vertrouwelijke informatie over icbe's of transacties met of voor icbe's, de volgende activiteiten worden verricht:
- a)
aangaan van een persoonlijke transactie die aan ten minste een van de volgende criteria voldoet:
- i)
deze persoonlijke transactie in de zin van Richtlijn 2003/6/EG mag door de betrokken persoon niet worden aangegaan;
- ii)
ze gaat gepaard met misbruik of ongeoorloofde bekendmaking van vertrouwelijke informatie;
- iii)
ze is in strijd of kan in strijd zijn met een krachtens Richtlijn 2009/65/EG of Richtlijn 2004/39/EG op de beheermaatschappij rustende verplichting;
- b)
advisering of aansporing, in een ander kader dan het normale kader van zijn of haar arbeids- of dienstencontract, van een andere persoon om een transactie in financiële instrumenten aan te gaan die, mocht dit een persoonlijke transactie van de relevante persoon zijn, onder punt a) van dit lid, of onder artikel 25, lid 2, onder a) of b), van Richtlijn 2006/73/EG zou vallen, of als misbruik van informatie betreffende lopende orders zou worden aangemerkt;
- c)
bekendmaking in een ander kader dan het normale kader van zijn of haar arbeids- of dienstencontract en onverminderd artikel 3, onder a), van Richtlijn 2003/6/EG, van informatie of advies aan een andere persoon indien de relevante persoon weet of redelijkerwijze zou moeten weten dat de andere persoon daardoor een van de volgende stappen zet of zou kunnen zetten:
- i)
aangaan van een transactie in financiële instrumenten die, indien dit een persoonlijke transactie van de relevante persoon zou zijn, onder punt a) van dit lid, of onder artikel 25, lid 2, onder a) of b), van Richtlijn 2006/73/EG zou vallen, of als misbruik van informatie betreffende lopende orders zou worden aangemerkt;
- ii)
adviseren of aansporen van een andere persoon om een dergelijke transactie aan te gaan.
2.
De in het kader van lid 1 vereiste regelingen moeten met name ervoor zorgen dat:
- a)
elke onder lid 1 vallende relevante persoon zich bewust is van de beperkingen op persoonlijke transacties en van de maatregelen die de beheermaatschappij overeenkomstig lid 1 heeft vastgesteld ten aanzien van persoonlijke transacties en bekendmaking;
- b)
de beheermaatschappij onmiddellijk in kennis wordt gesteld van elke persoonlijke transactie die door een relevante persoon wordt aangegaan, hetzij door melding van een dergelijke transactie, hetzij volgens andere procedures die de beheermaatschappij in staat stellen dergelijke transacties te onderkennen;
- c)
gegevens over de aan de beheermaatschappij gemelde of door haar onderkende persoonlijke transacties worden bijgehouden waarin in voorkomend geval ook wordt gemeld of de desbetreffende transactie goedgekeurd of verboden is.
Voor de toepassing van de eerste alinea, onder b), moet de beheermaatschappij, wanneer bepaalde activiteiten door derden worden verricht, ervoor zorgen dat de entiteit die de activiteit verricht, gegevens bijhoudt over persoonlijke transacties die door een relevante persoon worden aangegaan, en deze informatie desgevraagd onmiddellijk aan de beheermaatschappij verstrekt.
3.
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op de volgende soorten van persoonlijke transacties:
- a)
persoonlijke transacties verricht in het kader van vermogensbeheer waarbij de portefeuille op discretionaire basis wordt beheerd en waarbij over de transactie geen voorafgaande communicatie heeft plaatsgevonden tussen de vermogensbeheerder en de relevante persoon of de andere persoon voor wiens rekening de transactie wordt uitgevoerd;
- b)
persoonlijke transacties in icbe's of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die onder toezicht staan in het kader van de wetgeving van een lidstaat die een gelijkwaardige risicospreiding in hun activa voorschrijft, waarbij de relevante persoon en enigerlei andere persoon voor wiens rekening de transacties worden verricht, niet bij de leiding van de instelling in kwestie betrokken zijn.
4.
Voor de toepassing van de leden 1, 2 en 3 van dit artikel heeft ‘persoonlijke transactie’ dezelfde betekenis als in artikel 11 van Richtlijn 2006/73/EG.