RF 2024/54
Moet een belanghebbende die niet is aangehouden bij een boeteverhoor worden gewezen op het recht op rechtsbijstand?
HR 06-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1135
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 september 2024
- Magistraten
Mrs. M.E. van Hilten, E.N. Punt, M.W.C. Feteris, A.L.J. van Strien, C.J. Borman
- Zaaknummer
22/04034
- Conclusie
A-G mr. P.J. Wattel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS979048:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bijzonder strafrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:1135, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑09‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:457, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑04‑2024
- Wetingang
Essentie
Rechtsbijstand. Bestuurlijke boete.
Moet een belanghebbende die niet is aangehouden bij een boeteverhoor worden gewezen op het recht op rechtsbijstand? Wat is het gevolg van het niet wijzen op het recht op rechtsbijstand?
Samenvatting
Een onderneming heeft ter zake van leveringen van tweedehands auto’s aan kopers uit andere lidstaten van de Europese Unie facturen uitgereikt waarop zij geen bedragen aan omzetbelasting heeft vermeld. De onderneming heeft deze leveringen in de aangiften voor de omzetbelasting verantwoord als zogenoemde intracommunautaire leveringen waarop het nultarief van toepassing is. Gelet op de twijfel die de belastingdienst na boekenonderzoek had, is een van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.