Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Barbados tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 12 Royalty's
Geldend
Geldend vanaf 12-07-2007
- Bronpublicatie:
28-11-2006, Trb. 2007, 73 (uitgifte: 06-04-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-07-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-07-2007, Trb. 2007, 118 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Royalty's afkomstig uit een Verdragsluitende Staat die worden betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat mogen in die andere Staat worden belast.
2.
Deze royalty's mogen echter ook in de Verdragsluitende Staat waaruit zij afkomstig zijn overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty's een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat is, mag de aldus geheven belasting 5 percent van het brutobedrag van de royalty's niet overschrijden.
3.
De uitdrukking ‘royalty's’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap, waaronder begrepen bioscoopfilms en films, schijven of banden voor radio- of televisieuitzendingen, een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap.
4.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, zijn royalty's ter zake van het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap (waaronder begrepen royalty's ter zake van bioscoopfilms en films, schijven of banden voor radio- of televisieuitzendingen) afkomstig uit een Verdragsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat vrijgesteld van belasting in de eerstgenoemde Staat.
5.
De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede en vierde lid.
6.
De bepalingen van het eerste, tweede en vierde lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty's, die inwoner is van een Verdragsluitende Staat, in de andere Verdragsluitende Staat waaruit de royalty's afkomstig zijn, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting of in die andere Staat zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het recht of de zaak uit hoofde waarvan de royalty's worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 of van artikel 14 naargelang van het geval, van toepassing.
7.
Royalty's worden geacht afkomstig te zijn uit een Verdragsluitende Staat indien zij worden betaald door die Staat zelf, een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan of door een inwoner van die Staat. Indien evenwel de persoon die de royalty's betaalt, ongeacht of hij inwoner van een Verdragsluitende Staat is of niet, in een andere Staat dan de Staat waarvan hij inwoner is een vaste inrichting of een vast middelpunt heeft waarvoor de verplichting tot het betalen van royalty's was aangegaan en deze royalty's ten laste komen van die vaste inrichting of dat vaste middelpunt, worden deze royalty's geacht afkomstig te zijn uit de Staat waar de vaste inrichting of het vaste middelpunt is gevestigd.
8.
Indien, wegens een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de royalty's, gelet op het gebruik, het recht of de inlichtingen waarvoor zij worden betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de Verdragsluitende Staten, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van dit Verdrag.