Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Barbados tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 15 Niet-zelfstandige arbeid
Geldend
Geldend vanaf 12-07-2007
- Bronpublicatie:
28-11-2006, Trb. 2007, 73 (uitgifte: 06-04-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-07-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-07-2007, Trb. 2007, 118 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Onder voorbehoud van de bepalingen van de artikelen 16, 18, 19, 20 en 21, zijn salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een dienstbetrekking slechts in die Staat belastbaar, tenzij de dienstbetrekking in de andere Verdragsluitende Staat wordt uitgeoefend. Indien de dienstbetrekking aldaar wordt uitgeoefend, mag de ter zake daarvan verkregen beloning in die andere Staat worden belast.
2.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid is de beloning verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een in de andere Verdragsluitende Staat uitgeoefende dienstbetrekking slechts in de eerstbedoelde Staat belastbaar, indien:
- a.
de genieter in de andere Staat verblijft gedurende een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden beginnend of eindigend in het desbetreffende belastingjaar een totaal van 183 dagen niet te boven gaat of gaan, en
- b.
de beloning wordt betaald door of namens een werkgever die geen inwoner van de andere Staat is, en
- c.
de beloning niet ten laste komt van een vaste inrichting die de werkgever in de andere Staat heeft.
3.
Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel mag de beloning verkregen ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig dat in internationaal verkeer wordt geëxploiteerd, worden belast in de Verdragsluitende Staat waar de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen. Indien de plaats van de werkelijke leiding van een scheepvaartonderneming zich aan boord van een schip bevindt, wordt deze plaats voor de toepassing van dit lid geacht te zijn gelegen in de Verdragsluitende Staat waar de thuishaven van het schip is gelegen, of indien een dergelijke thuishaven er niet is, in de Verdragsluitende Staat waarvan de exploitant van het schip inwoner is.