Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 25-11-1975
- Bronpublicatie:
25-11-1975, Trb. 1975, 132 (uitgifte: 25-11-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-11-1975
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-1975, Trb. 1975, 132 (uitgifte: 25-11-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Personenrecht
1.
Kennisgevingen als bedoeld in deze Overeenkomst kunnen worden gedaan:
- a.
in Nederland aan de burgemeester van de gemeente waar de betrokkene woonplaats of werkelijk verblijf heeft en aan de diplomatieke vertegenwoordiger en consulaire ambtenaren van de Republiek Suriname;
- b.
in de Nederlandse Antillen aan de door de Gouverneur aangewezen autoriteiten en aan de consulaire ambtenaren van de Republiek Suriname;
- c.
in de Republiek Suriname aan de door de Minister van Justitie aan te wijzen autoriteit en aan de diplomatieke vertegenwoordiger en consulaire ambtenaren van het Koninkrijk der Nederlanden;
- d.
elders in den vreemde aan de diplomatieke vertegenwoordigers en consulaire ambtenaren van het Koninkrijk der Nederlanden en van de Republiek Suriname.
2.
Voor minderjarigen worden kennisgevingen gedaan door hun wettelijke vertegenwoordiger. Voor hen die wegens geestelijke stoornis onder curatele zijn gesteld, wordt de kennisgeving gedaan door de curator.
3.
Tenzij in deze Overeenkomst anders is bepaald, werken kennisgevingen niet terug.
4.
Van alle kennisgevingen wordt onverwijld afschrift gezonden aan de Minister van Justitie in Nederland, in de Nederlandse Antillen en in de Republiek Suriname.