Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-12-1995. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-1986
- Bronpublicatie:
14-11-1994, Trb. 1994, 280 (uitgifte: 01-01-1994, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-1995, terugwerkend tot: 01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-1995, Trb. 1995, 261 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Personenrecht
1.
Meerderjarige Nederlanders die in Suriname zijn geboren of die, buiten Suriname geboren zijnde, behoren tot een van de in artikel 4 onder b omschreven groepen van personen en die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst buiten de Republiek Suriname hetzij woonplaats, hetzij werkelijk verblijf hebben, verkrijgen, ook buiten de Republiek Suriname, de Surinaamse nationaliteit door voor 1 januari 1986 hun wil daartoe te kennen te geven.
2.
De in het eerste lid bedoelde personen hebben het recht te allen tijde met hun gezin onvoorwaardelijk tot de Republiek Suriname te worden toegelaten en daar in alle opzichten als Surinamer te worden behandeld.
3.
De echtgenoten en de voor het jaar 2001 geboren kinderen, adoptief-kinderen daaronder begrepen, van de in het eerste lid bedoelde personen hebben eveneens het recht op de voet van het tweede lid onvoorwaardelijk tot de Republiek Suriname te worden toegelaten.
4.
Aan de in de voorgaande leden bedoelde personen kunnen, zolang zij het Nederlanderschap bezitten, geen rechten worden verleend of verplichtingen worden opgelegd welke onverenigbaar zijn met het Nederlanderschap.