Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures
Einde inhoudsopgave
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/1.4:1.4 Definities
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/1.4
1.4 Definities
Documentgegevens:
mr. A.J. van Heeswijck, datum 28-11-2013
- Datum
28-11-2013
- Auteur
mr. A.J. van Heeswijck
- JCDI
JCDI:ADS579618:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Aanbestedingsrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Jansen 2009, p. 16-20. Zie ook Van Werven 2003, p. 171; HR 4 april 2003, NJ 2004, 35 (RZG/ Comformed), r.o. 3.1 en 3.4.4.
Vgl. Wedekind 2005, p. 2.
Zie bijv. Hof Den Bosch 16 juni 2009, LJN BI9980, r.o. 4.9; Vzr. Rb. Den Haag 10 september 2012, LJN BX7223, r.o. 4.5.
Zie hoofdstuk 2, § 3.2.2 en § 3.3.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Tot slot merk ik op deze plaats nog iets op over het gebruik van definities. Onder een ‘aanbesteding’ of een ‘aanbestedingsprocedure’ versta ik de situatie waarin twee of meer partijen een uitnodiging ontvangen om een offerte uit te brengen voor het uitvoeren van een werk, het leveren van goederen of het verrichten van diensten. Met onder andere Jansen meen ik dat bij de uitgenodigde partijen het besef moet bestaan dat zij met elkaar in een rechtstreekse competitie treden om van een aanbesteding te kunnen spreken.1 Die rechtstreekse competitie zou in mijn ogen bovendien door de vragende partij moeten zijn uitgelokt.2 Wanneer een particulier bij twee aannemers een offerte opvraagt voor de uitvoering van een werk, terwijl geen van beide aannemers er weet van heeft dat hij niet de enige is die om een prijsopgave is verzocht, is er nog geen sprake van een aanbesteding, om maar een voorbeeld te noemen. Dit is duidelijk anders, wanneer in de uitnodiging tot inschrijving een aanbestedingsreglement van toepassing is verklaard. Dit zijn uitersten; er is sprake van een grijs gebied. De omstandigheden van het geval zijn uiteindelijk beslissend.3
Het onderzoek betreft zoals gezegd zowel rechtsbescherming bij Europese als nationale en particuliere aanbestedingen. Met een ‘Europese aanbesteding’ is bedoeld een aanbesteding die onder de werkingssfeer van één van beide Rechtsbeschermingsrichtlijnen valt.4 Een ‘nationale aanbesteding’ is een aanbesteding door een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf die niet onder de werkingssfeer van één van beide Rechtsbeschermingsrichtlijnen valt. Onder het begrip ‘nationale aanbesteding’ is in dit onderzoek, tenzij uit de context anders blijkt, tevens de ‘meervoudig onderhandse procedure’ als bedoeld in artikel 1.14 van de Aanbestedingswet 2012 begrepen. Een ‘particuliere aanbesteding’ is een restcategorie.
Omwille van beknoptheid gebruik ik, tenzij anders aangegeven, het begrip ‘aanbestedende dienst’ voor zowel aanbestedende diensten als specialesectorbedrijven als bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012. ‘Particuliere aanbesteders’ zijn alle vragende partijen die geen aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf zijn. Het begrip ‘aanbesteder’ tot slot omvat iedere vragende partij, dus zowel ‘aanbestedende diensten’ als ‘particuliere aanbesteders’.
Wederom omwille van de beknoptheid versta ik onder ‘inschrijver’ zowel gegadigden als inschrijvers,5 tenzij uit de context anders blijkt.
Het onderzoek is op 14 augustus 2013 afgesloten. Met jurisprudentie, literatuur en andere ontwikkelingen nadien is geen rekening gehouden.