Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/2473 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 7 Steunintensiteit en in aanmerking komende kosten
Geldend
Geldend van 01-01-2023 tot 01-01-2030
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 327 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/2473)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 327 (uitgifte: 21-12-2022, regelingnummer: 2022/2473)
- Vakgebied(en)
Dierenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatssteun (V)
1.
Alle bedragen die voor de berekening van de steunintensiteit en de in aanmerking komende kosten worden gebruikt, zijn bedragen vóór aftrek van belastingen of andere heffingen. De in aanmerking komende kosten worden gestaafd met bewijsstukken, die duidelijk, gespecificeerd en actueel zijn. De belasting over de toegevoegde waarde (btw) komt niet voor steun in aanmerking, tenzij deze niet terugvorderbaar is krachtens de nationale wetgeving.
2.
Wanneer steun in een andere vorm dan een subsidie wordt toegekend, is het steunbedrag het brutosubsidie-equivalent van de steun.
3.
Steun die in meerdere tranches wordt uitgekeerd, wordt gedisconteerd tot de waarde ervan op de datum van toekenning van de steun. De in aanmerking komende kosten worden gedisconteerd tot de waarde ervan op de datum van toekenning van de steun. De rentevoet die bij discontering wordt gehanteerd, is de disconteringsvoet die op de datum van toekenning van de steun van toepassing is.
4.
Wanneer steun wordt toegekend in de vorm van belastingvoordelen, worden de steuntranches gedisconteerd aan de hand van de disconteringspercentages die gelden op de verschillende datums waarop het belastingvoordeel begint te spelen.
5.
Steun die voor het herstel van schade of ter vergoeding van gederfde inkomsten wordt verleend, wordt verlaagd met de kosten die niet rechtstreeks uit de gebeurtenis voortvloeien.
6.
Wanneer steun wordt verleend in de vorm van terugbetaalbare voorschotten die bij gebreke van een geaccepteerde methode om het brutosubsidie-equivalent ervan te berekenen, worden uitgedrukt als een percentage van de in aanmerking komende kosten en de maatregel erin voorziet dat bij een succesvolle uitkomst van het project als omschreven op basis van een redelijke en prudente hypothese, de voorschotten worden terugbetaald vermeerderd met een rente die ten minste gelijk is aan de op de datum van toekenning van de steun toepasselijke disconteringsvoet, kunnen de in hoofdstuk III vastgelegde maximale steunintensiteiten worden verhoogd met 10 procentpunten zonder overschrijding van een maximale steunintensiteit van 100 % van de in aanmerking komende kosten.
7.
De in aanmerking komende kosten voldoen aan de artikelen 53 tot en met 57 van Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad (1).
Voetnoten
Verordening (EU) 2021/1060 van het Europees Parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (PB L 231 van 30.6.2021, blz. 159).