Einde inhoudsopgave
Aanbeveling gestandaardiseerde informatie over de lozing van radioactieve stoffen in de lucht en het water door kerncentrales en opwerkingsfabrieken in normaal bedrijf
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 06-04-2004
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van publicatie. Bijlage I is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2004, L 63).
- Bronpublicatie:
18-12-2003, PbEU 2004, L 2 (uitgifte: 06-01-2004, regelingnummer: 2004/2/EURATOM)
- Inwerkingtreding
06-04-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2003, PbEU 2004, L 2 (uitgifte: 06-01-2004, regelingnummer: 2004/2/EURATOM)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Milieurecht / Straling
Energierecht (V)
Aanbeveling van de Commissie van 18 december 2003 inzake gestandaardiseerde informatie over de lozing van radioactieve stoffen in de lucht en het water door kerncentrales en opwerkingsfabrieken in normaal bedrijf
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 124,
Na raadpleging van de ingevolge artikel 31 van het Verdrag door het Wetenschappelijk en Technisch Comité aangewezen personen,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Overeenkomstig titel II, hoofdstuk 3, van het Euratom-Verdrag brengen de lidstaten op gezette tijden bij de Commissie verslag uit over de waargenomen niveaus van radioactiviteit in het milieu.
- (2)
Krachtens artikel 35 van het Euratom-Verdrag moet elke lidstaat de nodige installaties oprichten om een voortdurende controle uit te oefenen op de radioactiviteit van de lucht, het water en de bodem, evenals om controle uit te oefenen op de inachtneming van de basisnormen.
- (3)
Krachtens artikel 36 van het Euratom-Verdrag moeten de inlichtingen betreffende de in artikel 35 bedoelde controles door de bevoegde autoriteiten regelmatig aan de Commissie worden medegedeeld, teneinde deze op de hoogte te houden van de mate van radioactiviteit die van invloed kan zijn op de bevolking. De inlichtingen betreffende de in artikel 35 bedoelde controles hebben tevens betrekking op het activiteitsgehalte van radioactieve lozingen, daar zulke inlichtingen noodzakelijk zijn om de inwerking van radioactieve lozingen op de omgeving te beoordelen. Dit aspect is niet behandeld in Aanbeveling 2000/473/Euratom van de Commissie van 8 juni 2000 inzake de toepassing van artikel 36 van het Euratom-Verdrag betreffende de controle van de omgevingsradioactiviteit ter beoordeling van de blootstelling van de bevolking (1). Het is passend bedoelde inlichtingen te omschrijven en te specificeren.
- (4)
Overeenkomstig Aanbeveling 1999/829/Euratom van de Commissie van 6 december 1999 betreffende de toepassing van artikel 37 van het Euratom-Verdrag (2) doen de lidstaten de Commissie op gezette tijden een overzicht toekomen van de lozingen in het milieu van vloeibare en atmosferische radioactieve afvalstoffen, afkomstig van kerncentrales en opwerkingsfabrieken. In Aanbeveling 1999/829/Euratom wordt de inhoud van de in dit overzicht te geven informatie echter niet gespecificeerd. In deze aanbeveling wordt bedoelde informatie omschreven en gespecificeerd.
- (5)
Krachtens artikel 45 van Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren (3) moeten de bevoegde autoriteiten erop toezien dat zo realistisch mogelijke ramingen van de doses als gevolg van aan een voorafgaande vergunningsplicht onderworpen handelingen worden opgesteld voor de bevolking; voor de raming van dergelijke doses is nuclidespecifieke informatie inzake de lozing van radioactieve stoffen in het milieu vereist.
- (6)
Om op communautaire schaal vergelijkbare meetresultaten over radioactieve lozingen te kunnen verkrijgen en te waarborgen dat in het geheel van de Gemeenschap aan bepaalde minimumnormen voor de analysemethoden wordt voldaan, moet de informatie inzake de door kerncentrales en opwerkingsfabrieken in normale bedrijfsomstandigheden in het milieu geloosde radionucliden worden gestandaardiseerd. Te dien einde is het passend om voor elke categorie van radioactieve lozingen en voor elk type van nucleaire installatie representatieve nucliden te selecteren waarvoor eisen qua detectiegrenzen gelden. Deze representatieve nucliden moeten groepen van radionucliden, dan wel een specifiek stralingstype vertegenwoordigen, significant zijn wat hun stralingsimpact betreft en geschikte meetgevoeligheidsindicatoren zijn.
- (7)
De Commissie publiceert op gezette tijden verslagen over de jaarlijks in de Europese Gemeenschap door kerncentrales en opwerkingsfabrieken geproduceerde radioactieve lozingen en over de evaluatie van de impact op de bevolking van de Europese Unie van door nucleaire installaties geloosde radioactiviteit. De waarde en transparantie van deze Commissieverslagen zal toenemen wanneer die op gestandaardiseerde informatie worden gebaseerd.
- (8)
Het is belangrijk om in dit stadium, als eerste stap naar harmonisatie op communautair niveau, de vergelijkbaarheid te waarborgen van de toegezonden informatie over het niveau van radioactiviteit in de lozingen van kerncentrales en opwerkingsfabrieken in normaal bedrijf. De ontmanteling van nucleaire installaties dient niet onder deze aanbeveling te vallen aangezien ontmantelingsoperaties van een andere aard zijn en andere types afvalstoffen doen ontstaan,
BEVEELT AAN: