Ondernemingsrecht 2017/9
Enquêteprocedure, concordantie tussen BWC en BW, kapitaalseis, wijze van kenbaar maken van bezwaren, aan rechtsverwerking te stellen eisen, verhouding tussen de enquêteprocedure en nietigheidsactie
HR 11-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2574, m.nt. M.W. Josephus Jitta
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 november 2016
- Zaaknummer
15/03516
- Noot
M.W. Josephus Jitta
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925085:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2574, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:513, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑07‑2015
Essentie
Enquêteprocedure, concordantie tussen BWC en BW, kapitaalseis, wijze van kenbaar maken van bezwaren, aan rechtsverwerking te stellen eisen, verhouding tussen de enquêteprocedure en nietigheidsactie
Uitspraak
1. Inleiding
Bij deze uitspraak heeft de Hoge Raad beslist op de cassatieberoepen die waren gericht tegen een beschikking van 26 mei 2015 van het Gemeenschappelijk Hof van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (ECLI:OGHACMB:2015:88, ARO 2016/123). Bij die beschikking had het Hof de verzoekster BAB Al-Mustaqbal Real Estate Co (“Bab”) ontvankelijk verklaard in een verzoek tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.