Einde inhoudsopgave
Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee, 2002
Artikel 9 Rekeneenheid en omrekening
Geldend
Geldend vanaf 23-04-2014
- Redactionele toelichting
Geconsolideerde tekst van het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee, 1974 en het Protocol van 2002 bij het Verdrag
- Bronpublicatie:
01-11-2002, Trb. 2011, 110 (uitgifte: 24-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2013, Trb. 2013, 90 (uitgifte: 30-05-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De rekeneenheid bedoeld in dit Verdrag is het Bijzondere Trekkingsrecht zoals dit is omschreven door het Internationale Monetaire Fonds. De in artikel 3, eerste lid, artikel 4bis, eerste lid, artikel 7, eerste lid, en artikel 8 genoemde bedragen worden omgerekend in de nationale munteenheid van de staat van de rechter bij wie de zaak aanhangig is gemaakt, overeenkomstig de waarde van de desbetreffende munteenheid ten opzichte van het Bijzondere Trekkingsrecht op de datum van de uitspraak of op de door de partijen overeengekomen datum. De waarde van de nationale munteenheid, uitgedrukt in Bijzondere Trekkingsrechten, van een staat die partij is die lid is van het Internationale Monetaire Fonds, wordt berekend overeenkomstig de waarderingsmethode die door het Internationale Monetaire Fonds op de desbetreffende datum wordt toegepast voor zijn eigen verrichtingen en transacties. De waarde van de nationale munteenheid, uitgedrukt in Bijzondere Trekkingsrechten, van een staat die partij is die geen lid is van het Internationale Monetaire Fonds, wordt berekend op een door die staat die partij is vastgestelde wijze.
2.
Niettemin kan een staat die geen lid is van het Internationale Monetaire Fonds en wiens wet de toepassing van de bepalingen van het eerste lid niet toelaat, op het tijdstip van bekrachtiging, aanvaarding goedkeuring van dan wel toetreding tot dit Verdrag of op enig tijdstip daarna, verklaren dat de in het eerste lid bedoelde rekeneenheid gelijk zal zijn aan 15 goudfranken. De in dit lid bedoelde goudfrank komt overeen met vijfenzestig en een halve milligram goud van een gehalte van negenhonderdduizendste fijn. De omrekening van de goudfrank in de nationale munteenheid geschiedt volgens de wet van de betrokken staat.
3.
De in de laatste zin van het eerste lid genoemde berekening en de in het tweede lid genoemde omrekening geschieden op zodanige wijze dat in de nationale munteenheden van de staten die partij zijn zo veel mogelijk dezelfde reële waarde voor de bedragen in artikel 3, eerste lid, artikel 4bis, eerste lid, artikel 7, eerste lid, en artikel 8 wordt uitgedrukt als zou volgen uit de toepassing van de eerste drie zinnen van het eerste lid. De staten doen de Secretaris-Generaal mededeling van de wijze van berekening overeenkomstig het eerste lid, of van het resultaat van de omrekening in het tweede lid, naargelang van het geval, wanneer zij een akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring van, of van toetreding tot dit Verdrag nederleggen, en telkens wanneer zich in deze berekening of omrekening een wijziging voordoet.