Einde inhoudsopgave
Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee, 2002
Artikel 16 Verjaringstermijn voor vorderingen tot schadevergoeding
Geldend
Geldend vanaf 23-04-2014
- Redactionele toelichting
Geconsolideerde tekst van het Verdrag van Athene inzake het vervoer van passagiers en hun bagage over zee, 1974 en het Protocol van 2002 bij het Verdrag
- Bronpublicatie:
01-11-2002, Trb. 2011, 110 (uitgifte: 24-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
23-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2013, Trb. 2013, 90 (uitgifte: 30-05-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Personenvervoer algemeen
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Elke vordering tot vergoeding van de schade voortvloeiende uit het overlijden of persoonlijk letsel van een passagier, of uit verlies of beschadiging van de bagage, verjaart na een termijn van twee jaar.
2.
De verjaringstermijn wordt als volgt berekend:
- a.
in het geval van persoonlijk letsel, vanaf de datum van ontscheping van de passagier;
- b.
in het geval van overlijden tijdens het vervoer, vanaf de datum waarop de passagier had moeten ontschepen en, in het geval van een tijdens het vervoer ontstaan persoonlijk letsel dat het overlijden van de passagier na zijn ontscheping tot gevolg heeft, vanaf de datum van het overlijden; de verjaringstermijn mag evenwel niet langer zijn dan 3 jaar te rekenen vanaf de datum van ontscheping;
- c.
in het geval van verlies of beschadiging van bagage, vanaf de datum van ontscheping of de datum waarop deze had moeten plaatsvinden, waarbij de laatste van die twee data in aanmerking wordt genomen.
3.
Het recht van de rechter bij wie de zaak aanhangig is gemaakt, bepaalt de gronden voor schorsing en stuiting van de verjaring, maar in geen geval kan een vordering uit hoofde van dit Verdrag worden ingesteld na afloop van een van de volgende termijnen:
- a.
een termijn van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van de ontscheping van de passagier of vanaf de datum waarop ontscheping had moeten plaatsvinden, waarbij de laatste van die twee data in aanmerking wordt genomen, dan wel, indien het aflopen van onderstaande termijn zich eerder voordoet,
- b.
een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de datum waarop de eiser op de hoogte was van het door het incident veroorzaakte letsel of verlies of de veroorzaakte schade of hiervan redelijkerwijze op de hoogte had moeten zijn.
4.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste, tweede en derde lid van dit artikel kan de verjaringstermijn worden verlengd door middel van een verklaring van de vervoerder of een overeenkomst die tussen de partijen wordt gesloten nadat de grond voor de vordering is ontstaan. De verklaring of de overeenkomst dient op schrift te staan.