11.1 Inleiding

In het voorgaande heb ik mij beperkt tot het bepalen van de belastingsubjecten en belastingobjecten in dat domein van het fiscale recht dat door de btw wordt bestreken. Voor een goed begrip van de bijzonderheden die zich ten aanzien van deze begrippen voordoen in de btw in vergelijking met de overige deelgebieden van het fiscale recht, is het nuttig om de begrippen belastingsubject en belastingobject ook vanuit andere belastingsoorten te bezien. Voor deze analyse acht ik het voldoende om slechts de heffing van inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en overdrachtsbelasting in de beschouwing te betrekken. Daarmee kan een voldoende breed spectrum van verschillende invalshoeken worden bestreken, zonder al te veel van het gekozen onderzoekspad af te dwalen. Voor de goede orde wijs ik erop dat ik, omwille van de bruikbaarheid van dit onderzoek in de toekomst, in dit manuscript met betrekking tot de personenvennootschappen uitga van komend recht (zie: Deel 1, hoofdstuk 6). Ik beschrijf dus primair de situatie zoals die is, wanneer de voorgestelde titel 7.13 BW (verder ongewijzigd) wordt aangenomen en in werking treedt. Ik heb me gebaseerd op de voorgestelde wetsteksten die op het moment van het afsluiten van dit manuscript beschikbaar waren. Waar dat nuttig is, verwijs ik naar het huidige recht (vóór inwerkingtreding van titel 7.13 BW).