Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/408
408 Verweermiddelen kunnen tegen een opvolgend schuldeiser worden ingezet
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691748:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Heeft de schuldenaar er belang bij dat de oorspronkelijke schuldeiser en niet een derde schuldeiser is en wil de schuldenaar zich beschermen tegen een wijziging in de rechtsverhouding met de schuldeiser, dan zal de schuldenaar een cessieverbod overeenkomen met de schuldeiser (art. 3:83 lid 2 BW). Zie HR 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1274, NJ 2021/35 met nt. T.F.E. Tjong Tjin Tai (Immobile/Promontoria). Of dit verbod slechts verbintenisrechtelijke betekenis heeft of ook goederenrechtelijke werking toekomt, zie HR 21 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:682, NJ 2015/167 met nt. H.J. Snijders (Coface/Intergamma).
Bij een cessie (art. 3:84 lid 1 jo. 3:94 BW)1 verkrijgt de cessionaris of nieuwe schuldeiser onder bijzondere titel. Overgang van een vordering laat de verweermiddelen van de schuldenaar onverlet (art. 6:145 BW); verweerder kan alle verweermiddelen tegen de schuldvordering zelf die hij vóór de overgang van de vordering tegen de oorspronkelijke schuldeiser had kunnen aanvoeren, aan de nieuwe schuldeiser tegenwerpen. De schuldenaar mag door een cessie niet in een slechtere positie komen te verkeren (het non peius beginsel) dan wanneer hij rechtstreeks door de cedent zou zijn aangesproken. Bewijsrechtelijk komt de schuldenaar ten opzichte van de nieuwe schuldeiser dezelfde positie toe als wanneer hij door zijn oorspronkelijke schuldeiser zou zijn aangesproken; hij is dus bijvoorbeeld gerechtigd om de vordering van de cessionaris te verrekenen met een vordering die hij op de cedent stelt te hebben (art. 6:130 BW). Van art. 6:145 BW kan niet bij algemene voorwaarden ten nadele van een consument worden afgeweken (art. 6:236 onder f BW).
Een contractsovername (art. 6:159 BW) brengt mee dat de gehele rechtsverhouding tussen de oorspronkelijke contractspartij op de nieuwe contractspartij is overgegaan.2 Daarbij geldt dat de schuldenaar de overnemende partij, niet slechts ter zake van wanprestatie na de contractsoverneming, maar ook ter zake van daarvóór gepleegde wanprestatie kan aanspreken en de daarbij daarop geënte bevrijdende verweren kan aanvoeren.3