Einde inhoudsopgave
Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
Artikel 20 Beperkingen van het recht van verblijf en het recht van binnenkomst
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2020
- Bronpublicatie:
24-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2020, PbEU 2020, L 29 (uitgifte: 31-01-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het gedrag van burgers van de Unie of van onderdanen van het Verenigd Koninkrijk, hun familieleden en andere personen die rechten uit hoofde van deze titel uitoefenen, wordt, wanneer dat gedrag zich voor het eind van de overgangsperiode voordeed, overeenkomstig hoofdstuk VI van Richtlijn 2004/38/EG in aanmerking genomen.
2.
Het gedrag van burgers van de Unie of van onderdanen van het Verenigd Koninkrijk, hun familieleden en andere personen die rechten uit hoofde van deze titel uitoefenen, kan, wanneer dat gedrag zich na het eind van de overgangsperiode voordeed, gronden opleveren voor een beperking van het recht van verblijf door het gastland of van het recht van binnenkomst in het land van beroepsactiviteit overeenkomstig nationaal recht.
3.
Het gastland of het land van beroepsactiviteit kan de noodzakelijke maatregelen vaststellen om een krachtens deze titel verleend recht te weigeren, beëindigen of in te trekken, in geval van misbruik van dat recht of fraude, als bedoeld in Artikel 35 van Richtlijn 2004/38/EG. Deze maatregelen zijn onderworpen aan de procedurele waarborgen van Artikel 21 van dit akkoord.
4.
Het gastland of het land van beroepsactiviteiten kan aanvragers die een aanvraag hebben ingediend waarbij sprake van fraude of misbruik is, van zijn grondgebied verwijderen onder de voorwaarden als vermeld in Richtlijn 2004/38/EG, met name de Artikelen 31 en 35, en dat nog voordat een eindbeslissing is gegeven ingeval een rechtsmiddel is ingesteld tegen een eventuele afwijzing van een dergelijke aanvraag.