RCR 2018/44
Uitleg kettingbeding. Welke maatstaf moet worden toegepast bij de uitleg van een kettingbeding?
HR 02-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:148
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 februari 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/00591
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS26745:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Genotsrechten
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:148, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1323, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 17‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑01‑2017
- Wetingang
Essentie
Kettingbeding. Uitleg. Rechtsopvolging. Dwingende bewijskracht. Tegenbewijs.
Welke maatstaf moet worden toegepast bij de uitleg van een kettingbeding? Is dit ook bepalend voor de rechtsverhouding tussen de ene originaire contractspartij en de rechtsopvolgers van de andere originaire contractspartij?
Samenvatting
De Horn exploiteert een bungalowpark. Dit park bevat naast huisjes verschillende delen voor gemeenschappelijk gebruik. Iedere eigenaar van een huisje betaalt een jaarlijkse bijdrage voor het onderhoud en renovatie daarvan. De parkbijdrage is neergelegd in een regeling die bij aankoop van een huisje in de leveringsakte wordt opgenomen (het ‘kettingbeding’). Eisers hebben in 1997 van andere particulieren een huisje ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.