HR 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1982 (Kaatsheuvel moord).
Rb. Gelderland, 07-04-2022, nr. 05/780030-21
ECLI:NL:RBGEL:2022:1756
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
07-04-2022
- Zaaknummer
05/780030-21
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2022:1756, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 07‑04‑2022; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 07‑04‑2022
Inhoudsindicatie
Onderzoek Panter. 10 jaar gevangenisstraf voor het tezamen en in vereniging uitlokken van vijf aanslagen met mortierbommen op woningen van (voormalige) medewerkers van een fruithandel. Partiële vrijspraak van het uitlokken van meerdere aanslagen en de poging tot uitlokking van een aanslag.
Partij(en)
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/780030-21 + 05/780000-21 (Panter I) (gev. ttz)
Datum uitspraak : 7 april 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 2000 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. Nieuwegein in Nieuwegein.
Raadsman: mr. A. Boumanjal, advocaat in Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van:
30 maart 2021 (pro forma-zitting)
22 juni 2021 (regiezitting)
23 juni 2021 (regiezitting)
7 september 2021 (regiezitting)
8 september 2021 (regiezitting)
30 november 2021 (pro forma-zitting)
21 februari 2022 (inhoudelijke behandeling)
22 februari 2022 (inhoudelijke behandeling)
7 april 2022 (sluiting en uitspraak).
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is in de zaak met parketnummer 05/780030-21 ten laste gelegd dat:
1.
hij op meerdere data gelegen in of omstreeks de periode van
26 oktober 2020 tot en met 1 januari 2021 te
Naarden en/of Bussum en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, en/of alleen,
(telkens) ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s)
voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag van 2 miljoen
(euro) en/of (later) 2,5 miljoen (euro), in bitcoins en/of in contanten (in
briefjes van 200 en 500), in ieder geval een (groot) geldbedrag en/of
bitcoins, althans enig goed, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1] ,
in elk geval aan (een) ander(en) toebehoorde,
aan die [slachtoffer 1] (een) dreigende sms-bericht(en) heeft/hebben verstuurd
waarin gedreigd werd door te gaan met "aanslagen plegen"
(kennelijk doelend op de in 2019 en 2020 eerder gepleegde aanslagen met
shells, vuurwerkbommen, zwaar vuurwerk, schietincidenten bij, nabij, op, in woningen van (ex) medewerkers en/of familie van [slachtoffer 2] ) en/of
"de aanslagen zullen vanaf nu serieuzer worden" en/of
hervatten van de aanslagen, "maar dit keer zal de schade anders zijn" en/of
"het zal erger zijn dan Hedel" (bij de kort ervoor gepleegde aanslag in Hedel
op 25-11-2020 op een woning aan de [adres 2] hebben de bewoners de aanslag ternauwernood overleefd) en/of
je krijgt "zoals beloofd een nieuwe aanslag, dit x zal het er iets anders aan
toegaan" en/of
"ik zweer het op mijn vaders graf. De eerst volgende aanslag zal een leven
kosten. Wij zijn echt niet afhankelijk van een of andere lijst. Je hoeft niet
zo heel lang te wachten. Jullie zullen nooit rusten zolang ik me geld niet heb"
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
2.
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere
Perso(o)n(en) in of omstreeks de nacht van 4 op 5 oktober 2020 te Tiel
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft /hebben gebracht in/bij (de directe
nabijheid van)een woning( rijtjeswoning, perceel de [adres 3] )
door naar die woning (waar op dat moment de bewoner [slachtoffer 3]
lag te slapen/verbleef) te rijden/gaan en/of
een of meer mortierbom(men), althans zwa(a)r(e) explosieve stof(fen) te
plaatsen op/aan/bij een auto (kenteken [kenteken 1] ), die op de oprit van die
woning, althans in de directe nabijheid van die woning stond geparkeerd,
en/of vervolgens
de lont(en) van die/dat mortierbom(men)/ zwa(a)r(e) explosieve stof(fen) aan
te steken, althans opzettelijk (open) vuur in aanraking te brengen met (een)
zwaar explosieve stof(fen),
waarbij dat/die mortierbom(men)/explosieve stof(fen) nabij die woning tot
ontploffing is/zijn gekomen,
ten gevolge waarvan die auto is vernield en/of een (schuur)deur beschadigd is
geraakt en daarvan gemeen gevaar voor (de inboedel van) die woning, in elk
geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor de aanwezige bewoner
van die woning, te weten [slachtoffer 3] en/of levensgevaar voor een
ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die
[slachtoffer 3] , en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander
of anderen te duchten was
welk feit door verdachte, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en
met 5 oktober 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet
door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften en/of
door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, opzettelijk is
uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 3] teweeg te brengen en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 3] betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 3] en/of andere
informatie over die [slachtoffer 3] doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of laten stellen en/of
- die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die
perso(o)n(en) benaderd of laten benaderen voor het uitvoeren van dat
plan/besluit tot het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 3] en/of
- die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die
perso(o)n(en) bevolen of laten bevelen, althans op dwingende wijze gezegd of
laten zeggen deze opdracht uit te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2]
en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2]
en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) over hoe het teweegbrengen van
die/een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 3] uitgevoerd zou
moeten worden (gebruik van mortierbom(men)/shell(s) en/of andere explosieven).
3.
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere perso(o)n(en) op of omsteeks 4 november 2020 te Vlijmen, gemeente Heusden,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft /hebben gebracht in/bij (de directe
nabijheid van) een woning (perceel [adres 4] )
door naar die woning (waar op dat moment de bewoners [slachtoffer 4]
en/of diens vrouw en/of diens kinderen verbleven/verbleef) te
rijden/gaan en/of
een of meer mortierbom(men)/shell(s), althans zwa(a)r(e) explosieve stof(fen)
te plaatsen op/aan/bij de voordeur van die woning en/of vervolgens
de lont(en) van die/dat mortierbom(men)/shell(s)/zwa(a)r(e) explosieve
stof(fen) aan te steken, althans opzettelijk (open) vuur in aanraking te
brengen met (een) zwaar explosieve stof(fen),
waarbij dat/die mortierbom(men)/ shell(s)/ explosieve stof(fen) nabij die
woning tot ontploffing is/zijn gekomen,
ten gevolge waarvan de voordeur van die woning is vernield en/of beschadigd is
geraakt en/of rookontwikkeling ontstond en/of daarvan gemeen gevaar voor (de
inboedel van) die woning, in elk
geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor de aanwezige
bewoner(s) van die woning en/of levensgevaar voor een
ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die
bewoner(s) en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander
of anderen te duchten was
welk feit door verdachte, in of omstreeks de periode van 1 november 2020 tot
en met 4 november te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, al dan niet door tussenkomst van een of meer anderen, door giften
en/of beloften en/of door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging
en/of door het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen,
opzettelijk is uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn
mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 4]
teweeg te brengen en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 4] betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld of
laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 4]
en/of andere informatie over die [slachtoffer 4] doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of laten stellen en/of
- die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die
perso(o)n(en) benaderd of laten benaderen voor het uitvoeren van dat
plan/besluit tot het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 4] en/of
- die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die
perso(o)n(en) bevolen of laten bevelen, althans op dwingende wijze gezegd of
laten zeggen deze opdracht uit te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2]
en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2]
en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) over hoe het teweegbrengen van
die/een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 4]
uitgevoerd zou moeten worden (gebruik van mortierbom(men)/shell(s) en/of andere explosieven).
4.
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere perso(o)n(en) in of
omstreeks de nacht van 27 op 28 oktober 2020 te Tiel
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft /hebben gebracht in/bij (de directe
nabijheid van) een woning (perceel [adres 5] )
door naar die woning (waar op dat moment de bewoners [slachtoffer 5] en haar
zoontje sliep(en)/verbleven) te rijden/gaan en/of
een of meer mortierbom(men)/shell(s), althans zwa(a)r(e) explosieve stof(fen)
te plaatsen onder/op/aan een auto (van die [slachtoffer 5] ) die op de oprit van
die woning stond geparkeerd en/of vervolgens
de lont(en) van die/dat mortierbom(men)/shell(s)/ zwa(a)r(e) explosieve
stof(fen) aan te steken, althans opzettelijk (open) vuur in aanraking te brengen met (een) zwaar explosieve stof(fen),
waarbij dat/die mortierbom(men)/ shell(s)/ explosieve stof(fen) nabij die woning tot ontploffing is/zijn gekomen,
ten gevolge waarvan de voordeur van die woning is vernield en/of beschadigd is
geraakt en/of rookontwikkeling ontstond en/of daarvan gemeen gevaar voor (de
inboedel van) die woning, in elk
geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor die [slachtoffer 5]
en/of haar zoontje en/of levensgevaar voor een
ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die
[slachtoffer 5] en/of haar zoontje en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel
voor een ander of anderen te duchten was
welk feit door verdachte, in of omstreeks de periode van 27 oktober 2020 tot
en met 28 oktober 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of
elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, al dan niet door tussenkomst van een of meer anderen, door giften
en/of beloften en/of door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging
en/of door het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen,
opzettelijk is uitgelokt,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 5]
teweeg te brengen en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 5] betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld of
laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 5]
en/of andere informatie over die [slachtoffer 5] doorgegeven of laten
doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of laten stellen en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die
perso(o)n(en) benaderd of laten benaderen voor het uitvoeren van dat
plan/besluit tot het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 5] en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) bevolen of laten
bevelen, althans op dwingende wijze gezegd of laten zeggen deze opdracht uit
te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3]
en/of die perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3]
en/of die perso(o)n(en) over hoe het teweegbrengen van die/een ontploffing
in/bij de woning van die [slachtoffer 5] uitgevoerd zou moeten worden
(gebruik van mortierbom(men)/shell(s) en/of andere explosieven).
5.
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere perso(o)n(en) in of
omstreeks de nacht van 7 op 8 oktober 2020 te Breda
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht in/bij (de directe
nabijheid van) een woning( perceel [adres 6] )
door naar die woning (waar op dat moment de bewoners [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 9]
en/of [slachtoffer 8] sliepen/verbleven) te rijden/gaan en/of
een of meer mortierbom(men)/shell(s), althans zwa(a)r(e) explosieve
stof(fen) te plaatsen in de brandgang en/of in/nabij de achtertuin van die woning en/of vervolgens
de lont(en) van die/dat mortierbom(men)/shell(s)/ zwa(a)r(e) explosieve
stof(fen) aan te steken, althans opzettelijk (open) vuur in aanraking te
brengen met (een) zwaar explosieve stof(fen),
waarbij dat/die mortierbom(men)/ shell(s)/ explosieve stof(fen) nabij die
woning tot ontploffing is/zijn gekomen,
ten gevolge waarvan die achtertuin (deels) is vernield en/of beschadigd is
geraakt en/of rookontwikkeling ontstond en/of daarvan gemeen gevaar voor (de
inboedel van) die woning, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
levensgevaar voor die [slachtoffer 6] en/of die [slachtoffer 9] en/of die [slachtoffer 8] en/of levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel voor die [slachtoffer 6] en/of die [slachtoffer 9] en/of die [slachtoffer 8] en/of
gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was,
welk feit door verdachte, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en
met 8 oktober 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, al dan niet door tussenkomst van een of meer anderen, door giften
en/of beloften en/of door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging
en/of door het verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen,
opzettelijk is uitgelokt,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 6]
en/of die [slachtoffer 9] teweeg te brengen en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 6] en/of die [slachtoffer 9] betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld of
laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 6] en/of die [slachtoffer 9]
en/of andere informatie over die [slachtoffer 6] en/of die [slachtoffer 9]
doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of laten
stellen en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) benaderd of laten
benaderen voor het uitvoeren van dat plan/besluit tot het opzettelijk
teweegbrengen van een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 6] en/of
die [slachtoffer 9] en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) bevolen of laten
bevelen, althans op dwingende wijze gezegd of laten zeggen deze opdracht uit
te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3]
en/of die perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3]
en/of die perso(o)n(en) over hoe het teweegbrengen van die/een ontploffing
in/bij de woning van die [slachtoffer 6] en/of die [slachtoffer 9]
uitgevoerd zou moeten worden
(gebruik van mortierbom(men)/shell(s) en/of andere explosieven).
In de zaak met parketnummer 05/780000-21 is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, aan verdachte ten laste gelegd dat:
1.
[medeverdachte 2] en/of een of meer andere perso(o)n(en)
in of omstreeks de nacht van 10 op 11 oktober 2020 te Rosmalen,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door die [medeverdachte 2] en/of die perso(o)n(en)
voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11]
opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven dan wel zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen
- naar de woning van die [slachtoffer 10] ( [adres 7] ), waar die
[slachtoffer 10] en die [slachtoffer 11] op dat moment lagen te slapen/verbleven, is/zijn
gereden/gegaan en/of
- een of meer mortierbom(men), althans zwa(a)r(e) explosieve stof(fen)
heeft/hebben geplaatst bij (de voordeur van ) die woning en/of vervolgens
- de lont(en) van die/dat mortierbom(men)/ zwa(a)r(e) explosieve stof(fen)
heeft/hebben aangestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welk feit door verdachte in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en
met 11 oktober 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan
niet door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften
en/of door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, opzettelijk is
uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11] om het leven te
brengen dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de moord op, dan wel
toebrenging van zwaar lichamelijk letsel aan die [slachtoffer 10] en/of die
[slachtoffer 11] betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld
of laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 10] en/of die
[slachtoffer 11] en/of andere informatie over die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11]
doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of laten
stellen en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die perso(o)n(en) benaderd of laten benaderen voor
het uitvoeren van dat plan/besluit tot het om het leven brengen van- en/of
zwaar lichamelijk letsel toebrengen aan die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11]
en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die perso(o)n(en) bevolen of laten bevelen, althans
op dwingende wijze gezegd of laten zeggen deze opdracht uit te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 2] en/of aan die
perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 2] en/of aan die
perso(o)n(en) over hoe de moord op dan wel het toebrengen van zwaar
lichamelijk letsel aan die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11] uitgevoerd zou
moeten worden (gebruik van mortierbom(men)/shell(s) en/of andere
explosieven).
2.
[medeverdachte 2] en/of een of meer andere perso(o)n(en) in of omstreeks de nacht
van 10 op 11 oktober 2020 te Rosmalen
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft /hebben gebracht in/bij (de directe
nabijheid van) een woning( [adres 7] ) door
- naar die woning , waar [slachtoffer 10] en die [slachtoffer 11] op dat moment
lagen te slapen/verbleven, te rijden/gaan en/of
- een of meer mortierbom(men), althans zwa(a)r(e) explosieve stof(fen) te
plaatsen bij (de voordeur van ) die woning en/of vervolgens
- de lont(en) van die/dat mortierbom(men)/ zwa(a)r(e) explosieve stof(fen) aan
te steken, althans opzettelijk (open) vuur in aanraking te brengen met (een)
zwaar explosieve stof(fen) waarbij dat/die mortierbom(men)/ explosieve
stof(fen) nabij die woning tot ontploffing is/zijn gekomen,
ten gevolge waarvan onder meer een of meer ra(a)m(en)en/of deur(en) van die
woning zijn vernield en daarvan gemeen gevaar voor (de inboedel van) die
woning, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor de
aanwezige bewoners van die woning, te weten [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11]
, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar
voor zwaar lichamelijk letsel voor die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11] , in elk
geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen
te duchten was,
welk feit door verdachte in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en
met 11 oktober 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet
door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften en/of
door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, opzettelijk is
uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 10]
en/of die [slachtoffer 11] teweeg te brengen en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11] betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld of
laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 10] en/of die
[slachtoffer 11] en/of andere informatie over die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11]
doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of laten
stellen en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die perso(o)n(en) benaderd of laten benaderen voor
het uitvoeren van dat plan/besluit tot het opzettelijk teweegbrengen van een
ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11] en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die perso(o)n(en) bevolen of laten bevelen, althans
op dwingende wijze gezegd of laten zeggen deze opdracht uit te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 2] en/of aan die
perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 2] en/of aan die
perso(o)n(en) over hoe het teweegbrengen van die/een ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11] uitgevoerd zou moeten worden
(gebruik van mortierbom(men)/shell(s) en/of andere explosieven).
3.
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of een of meer andere
perso(o)n(en) in of omstreeks de nacht van 22 op 23 november 2020 te
Kerkdriel, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6]
en/of die perso(o)n(en) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander of anderen althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade
[slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] van het leven te beroven dan wel zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
na kalm beraad en rustig overleg,
- een of meer zwa(a)r(e) explosieve stof(fen) aan een steen/voorwerp
heeft/hebben bevestigd en/of
- naar de woning van die [slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13]
( [adres 8] ) is/zijn gereden en/of
- de lont(en) van die/dat zwa(a)r(e) explosieve stof(fen) heeft/hebben
aangestoken en/of vervolgens
- die steen/dat voorwerp met die/dat aangestoken/brandende explosieve
stof(fen) met kracht tegen een slaapkamerraam van die woning, waar die
[slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13] op dat moment lagen te slapen/verbleven,
heeft/hebben gegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
welk feit door verdachte in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en
met 23 november 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan
niet door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften
en/of door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, opzettelijk is
uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om die [slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13] om het leven te
brengen dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de moord op, dan wel
toebrenging van zwaar lichamelijk letsel aan die [slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13]
betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld
of laten stellen als onkostenvergoeding en/of als compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13]
en/of andere informatie over die [slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13]
doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of laten
stellen en/of
- die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] en/of die perso(o)n(en)
benaderd of laten benaderen voor het uitvoeren van dat plan/besluit tot het
om het leven brengen van- en/of zwaar lichamelijk letsel toebrengen aan die
[slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13] en/of
- die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] en/of die perso(o)n(en)
bevolen of laten bevelen, althans op dwingende wijze gezegd of laten zeggen
deze opdracht uit te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 4] en/of aan die [medeverdachte 5]
en/of aan die [medeverdachte 6] en/of aan die perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 4] en/of aan die [medeverdachte 5]
en/of aan die [medeverdachte 6] en/of aan die perso(o)n(en) over hoe de moord op dan
wel het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan die [slachtoffer 12] en/of die
[slachtoffer 13] uitgevoerd zou moeten worden (gebruik van explosieve en/of
brandversnellende middelen).
4.
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of een of meer andere
perso(o)n(en) in of omstreeks de nacht van 22 op 23 november 2020
te Kerkdriel, gemeente Maasdriel,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft /hebben gebracht in/bij (de directe
nabijheid van) een woning ( [adres 8] ) door
- ( een) zwa(a)r(e) explosieve stof(fen) aan een steen/voorwerp te
bevestigen en/of
- naar die woning te rijden en/of
- de lont van die/dat zwa(a)r(e) explosieve stof(fen) aan te steken, althans
opzettelijk (open) vuur in aanraking te brengen met (een) zwaar explosieve
stof(fen) en/of vervolgens
- die steen/dat voorwerp met dat aangestoken/brandende lont en/of met dat/die
aangestoken/brandende explosieve stof(fen) met kracht tegen een
(slaapkamer)raam van die woning (perceel [adres 8] ) te gooien,
waarbij dat/die explosieve stof(fen) nabij/onder dat (slaapkamer)raam tot
ontploffing is gekomen,
ten gevolge waarvan het (buitenste) (thermopane) (slaapkamer)raam van die
woning en/of een auto is vernield
en daarvan gemeen gevaar voor (de inboedel van) die woning, in elk geval
gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor de aanwezige bewoners van
die woning, te weten [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] , in elk geval
levensgevaar voor een ander of anderen en/of
gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die [slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13] ,
in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen
te duchten was,
welk feit door verdachte in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en
met 23 november 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan
niet door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften
en/of door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, opzettelijk is
uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 12]
en/of die [slachtoffer 13] teweeg te brengen en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13] betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld of
laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13]
en/of andere informatie over die [slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13]
doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of laten
stellen en/of
- die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] en/of die perso(o)n(en)
benaderd of laten benaderen voor het uitvoeren van dat plan/besluit tot het
opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing in/bij de woning van die
[slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13] en/of
- die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die [medeverdachte 6] en/of die perso(o)n(en)
bevolen of laten bevelen, althans op dwingende wijze gezegd of laten zeggen
deze opdracht uit te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 4] en/of aan die [medeverdachte 5]
en/of aan die [medeverdachte 6] en/of aan die perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 4] en/of aan die [medeverdachte 5]
en/of aan die [medeverdachte 6] en/of aan die perso(o)n(en) over hoe het teweegbrengen
van die/een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 12] en/of die [slachtoffer 13]
uitgevoerd zou moeten worden (gebruik van explosieve middelen).
5.
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of een of meer andere perso(o)n(en) in
of omstreeks de nacht van 24 op 25 november 2020
te Hedel, gemeente Maasdriel ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die
perso(o)n(en) voorgenomen misdrijf om
[slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15]
opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven dan wel zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen
- naar de woning van die [slachtoffer 14] en/of die [slachtoffer 15] (Ammerzodenseweg
30) is/zijn gereden en/of
- de lont(en) van zwa(a)r(e) explosieve stof(fen) heeft/hebben aangestoken
en/of (een) brandbare stof(fen) en/of (een) brandversnellende middel(en)
heeft/hebben aangestoken,en/of vervolgens
- die/dat aangestoken/brandende stof(fen) met kracht door een of meer
ra(a)m(en) van die woning, waar die [slachtoffer 14] en/of die [slachtoffer 15]
op dat moment lagen te slapen/verbleven, heeft/hebben gegooid,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
welk feit door verdachte in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en
met 25 november 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan
niet door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften
en/of door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, opzettelijk is
uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om die [slachtoffer 14] en/of die [slachtoffer 15] om het leven
te brengen dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de moord op, dan wel
toebrenging van zwaar lichamelijk letsel aan die [slachtoffer 14] en/of aan die
[slachtoffer 15] betaald of laten betalen
een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld
of laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 14] en/of die
[slachtoffer 15] en/of andere informatie over die [slachtoffer 14] en/of die
[slachtoffer 15] doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld
of laten stellen en/of
- die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die perso(o)n(en) benaderd of laten
benaderen voor het uitvoeren van dat plan/besluit tot het om het leven
brengen van- en/of zwaar lichamelijk letsel toebrengen aan die [slachtoffer 14]
en/of die [slachtoffer 15] en/of
- die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die perso(o)n(en) bevolen of laten
bevelen, althans op dwingende wijze gezegd of laten zeggen deze opdracht uit
te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of een of meer brandbare
stoffen en/of brandversnellende middelen en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 4] en/of aan die [medeverdachte 5]
en/of die perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 4] en/of aan die [medeverdachte 5]
en/of aan die perso(o)n(en) over hoe de moord op dan wel het toebrengen van
zwaar lichamelijk letsel aan die [slachtoffer 14] en/of die [slachtoffer 15]
uitgevoerd zou moeten worden (gebruik van explosieve en/of brandversnellende
middelen).
6 .
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of een of meer andere perso(o)n(en) in
of omstreeks de nacht van 24 op 25 november 2020 te Hedel,
gemeente Maasdriel
tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht en/of brand heeft gesticht in een woning
( boerderij, perceel [adres 2] )
immers heeft /hebben die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die perso(o)n(en)
toen en daar opzettelijk
- ( een) explosieve en/of brandbare stoffen en/of brandversnellende
middel(en)aangestoken en/of deze vervolgens gegooid door/tegen (een)
ra(a)m(en) van) die woning, in elk geval opzettelijk (open) vuur in
aanraking gebracht met (een) brandbare en/of explosieve stof(fen),
ten gevolge waarvan die woning (boerderij) en/of een schuur/stal
Blad
geheel of gedeeltelijk is/zijn verbrand, in elk geval brand is ontstaan,
terwijl daarvan levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor
de bewoners van die woning, te weten [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] te duchten
was,
welk feit door verdachte, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en
met 25 november 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan
niet door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften
en/of door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, opzettelijk is
uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om een ontploffing teweeg te brengen en/of brand te
stichten in de woning van die [slachtoffer 14] en/of die [slachtoffer 15] en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de ontploffing en/of
brandstichting in de woning van die [slachtoffer 14] en/of die [slachtoffer 15]
betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld of
laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 14] en/of die
[slachtoffer 15] en/of andere informatie over die [slachtoffer 14] en/of die [slachtoffer 15]
doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of
laten stellen en/of
- die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die perso(o)n(en) benaderd of laten
benaderen voor het uitvoeren van dat plan/besluit tot het opzettelijk
teweegbrengen van een ontploffing en/of brandstichting in de woning van die
[slachtoffer 14] en/of die [slachtoffer 15] en/of
- die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] en/of die perso(o)n(en) bevolen of laten
bevelen, althans op dwingende wijze gezegd of laten zeggen deze opdracht
uit te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of brandbare stoffen
en/of brandversnellende middelen en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 4] en/of aan die [medeverdachte 5]
en/of die perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 4] en/of aan die [medeverdachte 5]
en/of aan die perso(o)n(en) over hoe het teweegbrengen van die/een
ontploffing en/of die brandstichting in de woning van die [slachtoffer 14] en/of
die [slachtoffer 15] uitgevoerd zou moeten worden (gebruik van explosieve en/of
brandversnellende middelen).
7.
hij in of omstreeks de periode van 15 december 2020 tot en met 22 december
2020 te Bussum en/of Hilversum en/of elders in Nederland,
ter uitvoering van het door hem, verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en
in vereniging met (een) andere(n) en/of alleen
[medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere
perso(o)n(en) door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging,
of misleiding of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of
inlichtingen te bewegen om een of meer misdrijven/misdrijf, te weten
opzettelijke brandstichting en/of opzettelijk een ontploffing teweegbrengen in
vereniging in een woning (perceel [adres 9] te Hilversum) met gemeen
gevaar voor goederen en/of met levensgevaar voor de bewoner(s) en/of een of
meer andere perso(o)n(en) te duchten (art. 157 Wetboek van Strafrecht)
te begaan,
opzettelijk
- adresgegevens/verblijfplaatsgegevens en/of de na(a)m(en) van (een)
bewoner(s) (van voornoemde woning) en/of andere informatie over die
bewoner(s) aan die [medeverdachte 7] en/of aan die [medeverdachte 8] en/of aan die [medeverdachte 2]
heeft/hebben doorgegeven of heeft/hebben
laten doorgeven, dan wel ter beschikking heeft/hebben gesteld of
heeft/hebben laten stellen en/of
- ( een) geldbedrag(en) aan die [medeverdachte 7] en/of aan die [medeverdachte 8] en/of aan die
[medeverdachte 2] en/of aan die perso(o)n(en) als beloning voor het plegen van
voornoemd(e) misdrijven/misdrijf in het vooruitzicht heeft/hebben gesteld of
heeft/hebben laten stellen en/of
- ( een) (mortier)bom(men)/ shell(s)/ Cobra('s) (in een zak op een verstopplek
onder bladeren bij een specifieke boom in Bussum) en/of
- twee Cobra's 6 (in Bussum bij controle in auto bij [medeverdachte 2] aanwezig op
15 dec 2020) en/of
- ( vermoedelijk zwaar) vuurwerk (aangeduid in de communicatie tussen o.a.
verdachte [medeverdachte 2] en [medeverdachte 8] als 'dingen•) en/of
een of meer andere voorwerpen , bestemd tot het begaan van die misdrijven/dat
misdrijf voorhanden heeft/hebben gehad en/of aan die [medeverdachte 7] en/of aan die [medeverdachte 8]
en/of aan die [medeverdachte 2] en/of aan die perso(o)n(en) ter beschikking
heeft /hebben gesteld en/of heeft/hebben laten stellen ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
EN/OF
[medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] in of omstreeks de periode van 13 december
2020 tot en met 17 december 2020 te Hilversum en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
ter voorbereiding van een of meer misdrijven/misdrijf waarop naar de
wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld,
te weten het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing en/of opzettelijke
brandstichting in een woning (perceel [adres 9] te Hilversum)
met gemeen gevaar voor goederen en/of met levensgevaar voor de bewoner(s)
en/of een of meer andere perso(o)n(en) te duchten
(art. 157 Wetboek van Strafrecht) opzettelijk
- ( een) gegevensdrager(s) met het adres [adres 9] te Hilversum erop
en/of
- twee/een (vuurwerk)shell(s)/mortierbom(men) (na de aanhouding van [medeverdachte 5]
op 17 december 2020 aangetroffen in diens slaapkamer) en/of
- een auto (Renault Clio, gekentekend [kenteken 2] , op naam en in gebruik bij
[medeverdachte 4] ) en/of
en/of een of meer andere voorwerpen en/of stoffen en/of informatiedragers,
bestemd tot het begaan van die/dat misdrijven/misdrijf, hebben/heeft
verworven, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd en/of voorhanden
hebben/heeft gehad,
welk feit hij, verdachte in of omstreeks de periode van 8 december 2020 tot en
met 17 december 2020 te Hilversum en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met (een) ander(en) en/of alleen
door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding
of door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen opzettelijk
heeft uitgelokt door
- twee/een (vuurwerk)shell(s)/mortierbommen en/of
- ( een) gegevensdrager(s) met het adres [adres 9] te Hilversum erop
en/of adresgegevens ( [adres 10] en/of [adres 9] te Hilversum) (digitaal)
aan die [medeverdachte 4] en/of aan die [medeverdachte 5] beschikbaar te (laten)
stellen en/of
- aan die [medeverdachte 4] en/of die [medeverdachte 5] (ieder zijnde een ‘soldaat’)
de opdracht te (laten) geven en/of te kennen te (laten) (ge)geven dat 'het’
die avond, althans op korte termijn ‘moest’ gebeuren en/of
- een geldelijke beloning aan die [medeverdachte 4] en/of aan die [medeverdachte 5]
in het vooruitzicht te (laten) stellen.
2. Bespreking van de algemene verweren
2.1
Verweren met betrekking tot vormverzuimen
2.2
Verklaringen van [medeverdachte 3] in het licht van de Vidgen-jurisprudentie
2.3
De betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 3]
2.1
Verweren met betrekking tot vormverzuimen
WOD-traject
Tijdens het opsporingsonderzoek is gebruik gemaakt van een werken onder dekmantel (WOD)-traject. Dat traject hield kort gezegd in dat opsporingsambtenaren op 29 december 2020 met [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ) in contact zijn getreden zonder dat zij zich als zodanig hebben bekendgemaakt. Het betrof een actie waarbij de opsporingsambtenaren zich voordeden als personen die duidelijkheid wilden over wie achter de aanslagen op (ex)medewerkers van [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) zaten. Tijdens deze inzet heeft [medeverdachte 3] verklaringen afgelegd over de betrokkenheid van zichzelf, maar ook van anderen bij die aanslagen.
De verdediging heeft op verschillende punten, onder verwijzing naar de arresten van de Hoge Raad 2019:19821.en 19832., aangevoerd dat aan de inzet van het WOD-traject op [medeverdachte 3] , op de wijze zoals deze in de onderhavige zaak is toegepast, zodanige gebreken kleven dat sprake is van onherstelbare vormverzuimen in de zin van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Deze verzuimen zouden volgens de verdediging moeten leiden tot bewijsuitsluiting van alle door [medeverdachte 3] afgelegde verklaringen.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Wettelijk kader
Het toegepaste WOD-traject is gegrond op artikel 126j, eerste lid, Sv waarin de bevoegdheid is geregeld die wordt aangeduid als stelselmatige inwinning (SI) van informatie. Het artikel bepaalt dat de officier van justitie bevoegd is te bevelen dat een opsporingsambtenaar in het belang van het onderzoek stelselmatig informatie inwint over de verdachte, zonder dat kenbaar is dat hij optreedt als opsporingsambtenaar. Uit de wetsgeschiedenis blijkt voorts dat het inzetten van een SI-traject zijn rechtvaardiging vindt in het grote maatschappelijke belang dat is gediend bij de opsporing van misdrijven die een ernstige inbreuk maken op de rechtsorde, hetzij door hun gewelddadige karakter, hetzij door hun grote omvang en gevolgen voor de samenleving en waar regulier openlijk onderzoek onvoldoende resultaat heeft of belooft te hebben.
Toetsingskader
Voor de beoordeling van het verloop van het WOD-traject zoekt de rechtbank aansluiting bij hetgeen de Hoge Raad heeft overwogen in 2019:1982 en 1983, waarbij zij eraan hecht om hier al te overwegen dat in de onderhavige zaak geen sprake is geweest van een zogenaamde ‘Mr. Big-methode’. Deze methode kenmerkt zich immers door langdurige stelselmatige infiltratie en ‘befriending’. Van het een noch het ander is in het contact tussen de opsporingsambtenaren en [medeverdachte 3] sprake geweest.
Een WOD-inzet dient allereerst aan de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit te voldoen, waarbij als uitgangspunt moet worden genomen dat de bijzondere ernst van het misdrijf het WOD-traject rechtvaardigt en dat andere wijzen van opsporing niet (meer) voorhanden zijn. De rechter kan vervolgens voor de vraag komen te staan of de informatie van verdachte niet in strijd met de verklaringsvrijheid is verkregen. Daarbij kan acht worden geslagen op het feitelijk optreden van de opsporingsambtenaren jegens de verdachte en op de wettelijke grondslag van het optreden. Het is daarom nodig dat inzicht kan worden verkregen in het concrete verloop van de uitvoering van het WOD-traject en op de interactie van de opsporingsambtenaren met de verdachte. Dit kan door een voldoende nauwkeurige verslaglegging, welke verslaglegging inzicht moet geven in het verloop en de uitvoering van de gehele periode en met name een voldoende nauwkeurige weergave van de communicatie met verdachte bevat. Voor zover mogelijk zou de communicatie in het kader van de opsporing auditief of audiovisueel geregistreerd moeten worden.
Inzet WOD-traject, proportionaliteit en subsidiariteit
De rechtbank stelt voorop dat zij geen redenen heeft om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van de door de bij het WOD-traject van 29 december 2020 betrokken opsporingsambtenaren op ambtseed respectievelijk ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal en de verklaringen die zij als getuigen bij de rechter-commissaris over deze inzet hebben afgelegd. De verklaringen van deze opsporingsambtenaren (A-verbalisanten) zijn uitvoerig en komen niet alleen in de kern over en weer overeen, maar zijn ook inhoudelijk zo doorgegeven aan de begeleiders (B-verbalisanten) die op hun beurt eveneens als getuigen bij de rechter-commissaris in de kern overeenkomstig hebben verklaard. Uit deze stukken leidt de rechtbank af dat het stelselmatig inwinnen van informatie heeft plaatsgevonden tijdens een 45-minuten durend gesprek (van 17:40-18:25 uur) op 29 december 2020. Dat gesprek vond plaats achter in een bestelbus die bij de woning van [medeverdachte 3] stond geparkeerd. Doel van dat gesprek was informatie te verkrijgen over de opdrachtgevers die achter de aanslagen gerelateerd aan [slachtoffer 2] zaten. [medeverdachte 3] is verzocht om achter in de bus plaats te nemen, wat hij ook deed. Daarbij is [medeverdachte 3] hooguit bij zijn arm(en) vastgepakt en naar de bus begeleid, hetgeen binnen de meegekregen instructies paste. [medeverdachte 3] is het doel van het gesprek medegedeeld, waarna hij ten overstaan van drie opsporingsambtenaren een inhoudelijke verklaring heeft afgelegd en een drietal adressen heeft aangewezen. De opsporingsambtenaren gaven hierbij aan dat zij vanuit de gevangenis hadden begrepen dat [medeverdachte 3] meer informatie kon geven over de aanslagen op [slachtoffer 2] . De indruk kon hierbij ontstaan dat de opsporingsambtenaren criminelen waren. [medeverdachte 3] kon en mocht op ieder moment de bus verlaten. Na het gesprek is [medeverdachte 3] weer in de straat waar hij woonde afgezet. Niet is gebleken dat de opsporingsambtenaren bivakmutsen droegen, dat door hen verbaal of fysiek geweld is gebruikt buiten en/of in de bus of dat daarmee is gedreigd. Dat [medeverdachte 3] op enig moment zelf heeft verklaard dat hij de bestelbus is ingetrokken door mannen met bivakmutsen en dat hij en zijn familie tijdens het gesprek in de bus ernstig zijn bedreigd, acht de rechtbank dan ook niet aannemelijk. Dat deze situatie in de beleving van [medeverdachte 3] beangstigend is geweest, is goed mogelijk, maar doet niet af aan de juistheid en betrouwbaarheid van de weergave van het gebeuren door de betrokken opsporingsambtenaren. Naar het oordeel van de rechtbank is de wijze waarop uitvoering is gegeven aan het WOD-traject en de wijze waarop de verklaring van [medeverdachte 3] tot stand is gekomen inzichtelijk gemaakt en daarmee controleerbaar.
Verder is de rechtbank van oordeel dat de inzet voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Blijkens het proces-verbaal aanvraag bevel stelselmatige informatie-inwinning waren op de verdachten in het onderzoek diverse bijzondere opsporingsmiddelen langdurig ingezet, zoals het afluisteren van telefoongesprekken en vertrouwelijke communicatie. Geen van deze ingezette middelen heeft geleid tot meer informatie over de opdrachtgever(s) van de aanslagen. De op dat moment reeds aangehouden verdachten (vermeende uitvoerders) beriepen zich allemaal op hun zwijgrecht. Het ging om zeer ernstige strafbare feiten, namelijk een reeks aanslagen met mortierbommen op de woningen van (ex-)werknemers van [slachtoffer 2] , gepleegd in de nachtelijke uren terwijl de bewoners veelal in de woning lagen te slapen. Ondanks dat een aantal verdachten in voorlopige hechtenis zat, bleven de aanslagen doorgaan en werd aangekondigd dat de aanslagen in ernst zouden toenemen. Dat gebeurde ook daadwerkelijk, kijkend naar de aanslag in Hedel op 25 november 2020 waar een woning volledig afbrandde en de bewoners te nauwer nood konden ontsnappen. Na deze aanslag heeft de politie in december 2020 nog twee aanslagen in Hilversum verijdeld. Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigt de bijzondere ernst van de aanhoudende en steeds gewelddadiger aanslagen de toepassing van de betreffende opsporingsbevoegdheid, mede gezien de omstandigheid dat andere wijzen van opsporing redelijkerwijs, mede met het oog op de grenzen van proportionaliteit en subsidiariteit, niet meer voorhanden waren.
Het ontbreken van audiovisuele registratie
Met de verdediging acht de rechtbank het een gemis dat geen auditieve of audiovisuele registratie van de WOD-actie in de bestelbus voorhanden is. Anders dan de verdediging heeft gesteld, is het niet zo dat de processen-verbaal die in het kader van het WOD-traject zijn opgesteld reeds daarom uitgesloten dienen te worden van het bewijs. Daartoe geven de wet, wetsgeschiedenis en jurisprudentie geen enkele aanleiding. In dat verband wordt gewezen op hetgeen de Hoge Raad in eerdergenoemde arresten daarover heeft overwogen, namelijk dat het naast verslaglegging door middel van verbalisering in de rede ligt dat, voor zover dat bij de uitvoering van het opsporingstraject mogelijk is, de communicatie tussen de betrokken opsporingsambtenaren en de verdachte auditief of audiovisueel wordt geregistreerd. Dit betekent evenwel niet dat dit ook een vereiste is om tot de rechtmatigheid van een dergelijk traject te kunnen concluderen.
De verklaringsvrijheid van verdachte
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 3] niet in zijn verklaringsvrijheid is aangetast. Bij die beoordeling betrekt de rechtbank het kader uit HR 2019:19833.waarbij onder meer de volgende punten van belang zijn:
- -
het verloop van het opsporingstraject;
- -
de proceshouding van verdachte;
- -
de mate van druk die in het traject op verdachte is uitgeoefend;
- -
de mate en wijze van misleiding binnen het traject;
- -
de bemoeienis van de opsporingsambtenaren met de inhoud van de verklaringen;
- -
de duur en intensiteit van het traject;
- -
de strekking en de frequentie van de contacten met verdachte binnen het traject;
- -
de in het vooruitzicht gestelde consequenties als verdachte wel/niet opheldering geeft over bepaalde zaken.
De opsporingsambtenaren hebben met [medeverdachte 3] in een (rijdende) bestelbus een gesprek van ongeveer 45 minuten gevoerd. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank sprake geweest van een beperkte en eenmalige WOD-inzet, waardoor van stelselmatigheid en langdurigheid niet kan worden gesproken. Niet gebleken is dat aan [medeverdachte 3] positieve of negatieve consequenties in het vooruitzicht zijn gesteld als hij (niet) zou verklaren. Uit de inhoud van de (getuigen)verklaringen van de opsporingsambtenaren over het verloop van het traject blijkt niet dat op [medeverdachte 3] ongeoorloofde druk is uitgeoefend. De rechtbank weegt in dat verband ook mee dat [medeverdachte 3] tijdens verschillende nadere verhoren (als getuige en als verdachte) niet op zijn verklaring zoals afgelegd in de bestelbus is teruggekomen.
Tussenconclusie WOD-traject
De rechtbank is dan ook van oordeel dat (de inzet van) het WOD-traject rechtmatig was en geen sprake is geweest van vormverzuimen in dat kader die zouden moeten leiden tot bewijsuitsluiting van alle verklaringen van [medeverdachte 3] .
Horen van [medeverdachte 3] als getuige
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 3] op 5 en 7 januari 2021 ten onrechte als getuige is verhoord. [medeverdachte 3] heeft op 29 december 2020 zijn betrokkenheid bij meerdere aanslagen erkend. Daarmee was vanaf dat moment sprake van een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit. Dat maakt dat hij vanaf dat moment als verdachte had moeten worden verhoord en op zijn rechten als verdachte (cautie en recht op consultatie- en verhoorbijstand van een advocaat) had moeten worden gewezen. Nu dat niet is gebeurd, levert dat een vormverzuim op als bedoeld in artikel 359a Sv. Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat aan het vormverzuim, dat plaats heeft gevonden tijdens de verhoren van [medeverdachte 3] als getuige, geen rechtsgevolgen kunnen worden verbonden voor zover het de verdachte betreft. De ratio daarvan is daarin gelegen dat de verdachte in beginsel geen beroep toekomt op schending van rechtsnormen, voor zover die normen jegens een ander dan de verdachte zijn geschonden (de zogeheten Schutznorm). Daarbij betrekt de rechtbank ook dat er geen substantiële verschillen zijn tussen de verklaringen die [medeverdachte 3] als getuige enerzijds en als verdachte in het bijzijn van zijn raadsman anderzijds heeft afgelegd, waardoor niet kan worden gesteld dat deze getuigenverklaringen van bepalende invloed zijn geweest op het opsporingsonderzoek en het verdere verloop van het onderzoek naar de andere verdachten. Het verweer wordt daarom verworpen.
Eindconclusie
Met inachtneming van al het voorgaande komt de rechtbank tot de eindconclusie dat alle door [medeverdachte 3] afgelegde verklaringen voor het bewijs kunnen worden gebruikt.
2.2
Verklaringen van [medeverdachte 3] in het licht van de Vidgen-jurisprudentie
De verdediging heeft kort gezegd aangevoerd dat een eventuele bewezenverklaring in beslissende mate steunt op de verklaringen van [medeverdachte 3] , dat een goede reden ontbreekt voor het niet (nogmaals) bieden van het ondervragingsrecht en dat factoren ontbreken die compensatie bieden voor het ontbreken van een ondervragingsgelegenheid. De verklaringen van [medeverdachte 3] kunnen volgens de verdediging dus niet voor het bewijs worden gebruikt zonder het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces te schenden.
De rechtbank overweegt daartoe allereerst als volgt.
[medeverdachte 3] is op verschillende momenten door de politie verhoord: als getuige en als verdachte. Deze verklaringen zijn belastend voor verdachte. De rechtbank heeft in een eerder stadium van het strafproces het verzoek van de verdediging toegewezen om [medeverdachte 3] bij de rechter-commissaris als getuige te laten horen. [medeverdachte 3] heeft één vraag willen beantwoorden en zich daarna op zijn verschoningsrecht beroepen. Dit betekent dat de verdediging, ondanks het nodige initiatief daartoe, tot op heden geen reële en effectieve gelegenheid heeft gehad om de totstandkoming en de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 3] te toetsen.
Anders dan de verdediging heeft gesteld, betekent dit niet dat de rechtbank de voor verdachte belastende verklaringen van [medeverdachte 3] niet voor het bewijs van de aan verdachte ten laste gelegde feiten kan gebruiken zonder het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces te schenden. Ook niet wanneer ten aanzien van bepaalde feiten zou moeten worden geoordeeld dat een eventuele bewezenverklaring in beslissende mate zou steunen op de verklaringen van [medeverdachte 3] .
Zoals de Hoge Raad in 2021:14184.heeft overwogen en in HR 2022:865.heeft herhaald, is voor de beoordeling of wordt voldaan aan de eisen van een eerlijk proces, het gewicht van de betreffende getuigenverklaring in de bewijsconstructie een belangrijke beoordelingsfactor. Dat doet er echter niet aan af dat ook de aanwezigheid van een goede reden voor het niet kunnen ondervragen van de getuige en het bestaan van compenserende factoren in die beoordeling moeten worden betrokken, waarbij al deze beoordelingsfactoren in onderling verband dienen te worden beschouwd.
Naarmate het gewicht van de verklaring groter is, is het - wil de verklaring voor het bewijs kunnen worden gebruikt - des te meer van belang dat een goede reden bestaat voor het niet bieden van een ondervragingsgelegenheid en dat compenserende factoren bestaan.
Het gaat er in de kern om dat de rechter de betrouwbaarheid van de verklaring van de niet-ondervraagde getuige zorgvuldig onderzoekt, een en ander in samenhang met het overige bewijsmateriaal en in het licht van de betwisting door de verdachte van die verklaring. Van belang daarbij kunnen zijn verklaringen van personen tegenover wie de getuige - kort na de gebeurtenissen waar het om gaat - zijn of haar verhaal heeft gedaan of die anderszins feiten en omstandigheden waarop de getuigenverklaring ziet, kunnen bevestigen. Het kan onder omstandigheden ook gaan om verklaringen van deskundigen die de totstandkoming en de betrouwbaarheid van de verklaring van de niet-ondervraagde getuige dan wel de persoon van die getuige aan een onderzoek hebben onderworpen. Verder kan compensatie betrekking hebben op procedurele waarborgen zoals de beschikbaarheid van een audiovisuele vastlegging van het verhoor van de getuige of het ondervragen van de zojuist genoemde personen of deskundigen. In dit verband kan ook van belang zijn dat de verdediging wel een beperkte mogelijkheid heeft gehad om vragen te (doen) stellen aan de getuige.
De rechtbank overweegt in het licht van het voorgaande het volgende.
( i) De rechtbank stelt vast dat inbreuk is gemaakt op het ondervragingsrecht van de verdediging doordat de verdediging niet in de gelegenheid is geweest om [medeverdachte 3] op een behoorlijke en effectieve wijze te ondervragen. [medeverdachte 3] heeft zich bij het verhoor bij de rechter-commissaris beroepen op zijn verschoningsrecht en ter terechtzitting in zijn eigen strafzaak aangegeven dat bij een eventueel nieuw verhoor opnieuw te zullen doen vanwege de bedreiging van hem en zijn familie. Dat verschoningsrecht komt hem toe en daarmee is de rechtvaardiging van de inbreuk op het ondervragingsrecht gegeven.
(ii) Naar het oordeel van de rechtbank zou een eventuele bewezenverklaring in beslissende mate berusten op de verklaringen van [medeverdachte 3] . Gelet op het voorgaande zijn de verklaringen van [medeverdachte 3] aan te merken als ‘sole or decidive’ en moet de rechtbank bezien of sprake is van voldoende compenserende factoren om het recht op een eerlijk proces te kunnen waarborgen.
(iii) Naar het oordeel van de rechtbank bestaan de volgende compenserende factoren:
- -
het proces-verbaal van bevindingen over de WOD-inzet opgemaakt door de A- en B-nummers, waarbij schriftelijk is gereageerd op de vragen van de raadslieden;
- -
de processen-verbaal opgemaakt door de officier van justitie en de rechercheofficier van justitie over de WOD-inzet;
- -
de verhoren bij de rechter-commissaris van alle politiemensen die bij de WOD-inzet betrokken zijn geweest (A-nummers, B-nummers en OT-nummers);
- -
de verdediging heeft de mogelijkheid gehad om vragen te stellen aan [medeverdachte 3] tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris (en [medeverdachte 3] heeft ook één vraag beantwoord);
- -
de verhoren van [medeverdachte 3] als getuige zijn auditief vastgelegd en konden door de verdediging worden beluisterd;
- -
de verhoren van medeverdachten bij de rechter-commissaris en ter terechtzitting als getuige;
- -
de verhoren bij de rechter-commissaris van getuigen die voor verdachten belastend hebben verklaard bij de politie (zoals [getuige 3] en [getuige 4] );
- -
prof. dr. Van Koppen is op verzoek van de verdediging als deskundige benoemd en heeft een rapport over de totstandkoming en validiteit van de verklaringen van [medeverdachte 3] opgemaakt dat deel uitmaakt van dossier;
- -
de rechtbank heeft ambtshalve een verkort proces-verbaal opgemaakt met daarin de zaaksgerelateerde verklaring van [medeverdachte 3] zoals hij deze ter terechtzitting heeft afgelegd en deze ambtshalve aan het dossier van verdachte toegevoegd en
- -
naar aanleiding van die verklaring heeft de rechtbank prof. dr. Van Koppen aanvullend laten rapporteren waarbij ook de raadslieden aanvullende vragen hebben ingediend, die vervolgens zijn beantwoord en
- -
geldt als procedurele waarborg dat de rechtbank ambtshalve heeft beslist dat alle raadslieden bij alle getuigenverhoren door de rechter-commissaris aanwezig konden zijn, ook als zij daar niet zelf om hadden verzocht.
Wanneer al de hiervoor genoemde beoordelingsfactoren (reden, gewicht verklaring en bestaan compenserende factoren) in onderling verband worden bezien, komt de rechtbank tot de slotsom dat de omstandigheid dat de verdediging, ondanks het nodige initiatief daartoe, geen reële en effectieve ondervragingsmogelijkheid van [medeverdachte 3] heeft gehad, niet eraan in de weg staat dat zijn verklaringen bij de politie afgelegd als getuige en als verdachte voor het bewijs kunnen worden gebruikt. Daarbij heeft de rechtbank meegewogen dat [medeverdachte 3] zich als gevolg van een ernstige bedreiging - afkomstig uit de hoek van de aanslagplegers - op zijn verschoningsrecht heeft beroepen. Anders dan de verdediging meent, geldt niet een (aanvullende) vereiste dat de geboden compensatie eerst effectief is als daaruit de door verdachte gestelde onbetrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 3] en de door verdachte gestelde onschuld volgt.
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat is voldaan aan de eisen van een eerlijk proces ‘as a whole’.
2.3
De betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 3]
De rechtbank concludeert dat [medeverdachte 3] op verschillende momenten (tijdens het WOD-traject, daarna als getuige en later als verdachte) verklaringen heeft afgelegd waarin hij zichzelf, [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] heeft belast. Het gaat om de verklaringen van:
- -
29 december 2020 (WOD-traject);
- -
5 en 7 januari 2021 (als getuige);
- -
23, 24 en 25 februari 2021 (als verdachte).
Deze verklaringen zijn gelijkluidend en vinden op diverse punten bevestiging in objectieve onderzoeksresultaten. De rechtbank zal daar bij het bespreken van de afzonderlijke zaaksdossiers dieper op ingaan. [medeverdachte 3] heeft zijn eerste verklaring in het WOD-traject afgelegd, terwijl hij niet wist dat hij met opsporingsambtenaren te maken had. Niet is gebleken dat hij deze verklaring onder druk heeft afgelegd en ook kan niet worden gesteld dat zijn verklaringsvrijheid is aangetast. Daar komt bij dat [medeverdachte 3] ook heeft verklaard over zijn betrokkenheid bij zaken waar hij op dat moment nog niet als verdachte in beeld was. Dit zijn allemaal sterke aanwijzingen voor de betrouwbaarheid van zijn verklaringen. In dat verband wijst de rechtbank ook op het rapport van prof. dr. Van Koppen (hierna te noemen de deskundige) die op verzoek van de verdediging vanuit rechtspsychologisch perspectief onderzoek heeft gedaan naar de validiteit6.van de verklaringen van [medeverdachte 3] . Daaruit komt kort gezegd naar voren dat zijn verklaringen in grote lijnen als valide zijn aan te merken en de invloed van de WOD-traject (‘het gesprek in de bus’) van beperkte invloed is geweest op zijn latere verklaringen. Dat er hier en daar inconsistenties in die verklaringen zitten doet aan het voorgaande niet af, nu deze volgens de deskundige conform het functioneren van het geheugen zijn. Het feit dat [medeverdachte 3] bij sommige informatie zegt dat hij het niet weet, soms zegt dat hij onzeker is en soms aangeeft dat hij iets van horen zeggen heeft en niet zelf heeft waargenomen, draagt bij aan de validiteit van zijn verhaal op de punten waarvan hij zegt dat hij wel zeker is, aldus de deskundige. De rechtbank heeft ook de verklaring die [medeverdachte 3] ter terechtzitting in zijn eigen strafzaak heeft afgelegd - waarin hij aangeeft dat wat hij bij de politie heeft verklaard klopt - door de deskundige laten analyseren en de verdediging in de gelegenheid gesteld daarover aanvullende vragen te stellen. Deze aanvulling heeft niet tot een andere conclusie van de deskundige geleid.
Dit alles maakt dat de rechtbank deze verklaringen van [medeverdachte 3] als betrouwbaar aanmerkt. Dat hij op 17 en 18 mei 2021 heeft verklaard dat alles wat hij eerder had gezegd gelogen was en zich verder op zijn zwijgrecht heeft beroepen, maakt nog niet dat deze verklaringen feitelijk onjuist of onvolledig zijn. Reden daarvoor was volgens [medeverdachte 3] zelf een aan zijn moeder gerichte dreig-sms van 18 april 2021 met een ultimatum aan [medeverdachte 3] om zijn verklaring in te trekken omdat het leven voor hem en zijn familie anders een hel zou worden. De rechtbank acht het aannemelijk dat deze sms - gelet op de inhoud afkomstig van de dader(s) van de aanslagen - voor [medeverdachte 3] reden is geweest om zijn proceshouding aan te passen en zich vanaf dat moment al verdachte op zijn zwijgrecht en als getuige zijn verschoningsrecht te beroepen. Iets dat [medeverdachte 3] ter zitting in zijn eigen strafzaak ook heeft verklaard. De rechtbank hecht om die reden geen waarde aan de verklaring van [medeverdachte 3] dat hij alles wat hij eerder had verklaard, heeft gelogen.
Ten aanzien van het (voorwaardelijk) ter zitting gedane verzoek van de verdediging om de deskundige alsnog ter zitting te horen, overweegt de rechtbank als volgt. Uit het voorafgaande volgt reeds dat en waarom de rechtbank van oordeel is dat zij de betrouwbaarheid van de verklaringen van [medeverdachte 3] op basis van de inhoud van de rest van het dossier, waarvan ook het uitgebreide rapport van de deskundige en de aanvulling daarop deel uitmaken, en in het licht van de betwisting ervan door verdachte zorgvuldig kan beoordelen. De rechtbank acht het horen van de deskundige bij deze stand van zaken dan ook niet noodzakelijk en wijst het ter zitting gedane verzoek daartoe af.
2a. Vrijspraak parketnummer 05/780030-21 feit 1 (dreig-smsjes)
Niet ter discussie staat dat één of meer personen hebben geprobeerd [slachtoffer 1] af te persen. Er zijn in de periode van 26 oktober 2020 tot en met 1 januari 2021 diverse sms-berichten verstuurd naar [slachtoffer 1] met zeer ernstige, aan hem of zijn familie dan wel werknemers gerichte dreigementen als niet een fors geldbedrag zou worden betaald. De rechtbank is echter - met de officier van justitie en de verdediging - van oordeel dat het dossier naast de verklaring van [medeverdachte 3] onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bevat voor de betrokkenheid van verdachte bij dit feit. Dat betekent dat de rechtbank verdachte van dit feit zal vrijspreken.
2b. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
In de zaken met parketnummer 05/780030-21 en 05/780000-217.
Verdachte wordt - kort gezegd - de betrokkenheid (als uitlokker) bij een reeks feiten (het teweegbrengen van ontploffingen, of de voorbereiding daarvan) verweten. De rechtbank zal de feiten die onder bovengenoemde parketnummers zijn ten laste gelegd vanwege de samenhang - zij maken immers onderdeel uit van hetzelfde onderzoek - gezamenlijk bespreken. Daarbij verdeelt de rechtbank de feiten in twee clusters, waarbij zij bij de beoordeling van deze feiten voor de leesbaarheid de hierna te noemen volgorde aanhoudt:
- Cluster I: hierbij zijn als uitvoerders betrokken [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1]
o De [adres 3] Tiel (05/780030-21 feit 2)
o [adres 6] Breda (05/780030-21 feit 5)
o [adres 7] Rosmalen (05/780000-21 feiten 1 en 2)
o [adres 5] Tiel (05/780030-21 feit 4)
o [adres 4] Vlijmen (05/780030-21 feit 3)
o [adres 9] Hilversum (voorbereiding periode 16-17 december 2020) (05/780000-21 feit 7)
- Cluster II: hierbij zijn als uitvoerders betrokken [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6]
o [adres 8] Kerkdriel (05/780000-21 feiten 3 en 4)
o [adres 2] Hedel (05/780000-21 feiten 5 en 6 )
o [adres 9] Hilversum (voorbereiding periode 20-21 december 2020) (05/780000-21 feit 7)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft met betrekking tot parketnummer 05/780030-21 gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 2 t/m 5 en met betrekking tot parketnummer 05/780000-21 aan de feiten 1 t/m 7.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte bij gebrek aan wettig bewijs van alle feiten dient te worden vrijgesproken. Er is geen steunbewijs dat de verklaringen van [medeverdachte 3] ondersteunt.
Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat geen sprake is van strafbare uitlokking, nu uit de bewijsmiddelen in het dossier niet blijkt dat verdachte met zijn handelen het vereiste wilsbesluit heeft opgewekt. Voorts is geen sprake geweest van medeplegen, nu uit het dossier niet blijkt dat sprake is geweest van een bijdrage van voldoende gewicht om hiervan uit te kunnen gaan. Op basis van de verklaringen van [medeverdachte 3] zou hooguit bewezen verklaard kunnen worden dat sprake is van medeplichtigheid. Tot slot is aangevoerd dat geen sprake is van uitlokking van poging tot moord, doodslag of zware mishandeling, nu geen sprake is geweest van een aanmerkelijke kans op die gevolgen, noch kan worden bewezen dat verdachte deze eventuele aanmerkelijke kans bewust heeft aanvaard.
Beoordeling door de rechtbank
Zoals gezegd wordt verdachte - kort gezegd - de betrokkenheid (als uitlokker) bij een reeks feiten (het teweegbrengen van ontploffingen, of de voorbereiding daarvan) verweten.
Om te kunnen spreken van een (strafbare) uitlokking van voornoemde feiten, moet worden voldaan aan een vijftal vereisten: 1) verdachte moet willen dat een specifiek strafbaar feit wordt gepleegd en dat een ander dat gaat doen, hij moet met andere woorden zowel opzet hebben op het uitlokken als op het strafbare feit dat hij uitlokt (dubbel opzet), 2) verdachte moet een ander/anderen hiertoe hebben aangezet, 3) daarvoor moet verdachte gebruik maken van een of meerdere uitlokkingsmiddelen zoals door het verschaffen van gelegenheid, middelen en/of inlichtingen, 4) dat het uitgelokte delict is gevolgd en 5) dat de uitgelokte strafbaar is.
Met betrekking tot cluster I
De rechtbank overweegt dat zij medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] verantwoordelijk acht voor het opzettelijk teweegbrengen van ontploffingen op de volgende adressen. De rechtbank leidt dat af uit het volgende.
De [adres 3] Tiel ( [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] )
Op 5 oktober 2020 omstreeks 01:15 uur is onder de auto ( [kenteken 1] ) van [slachtoffer 3] een mortierbom (shell) tot ontploffing gebracht. [slachtoffer 3] lag op dat moment te slapen en is wakker geworden van de explosie die plaatsvond aan de voorzijde van de auto die op de oprit bij zijn woning aan de [adres 3] in Tiel stond geparkeerd. De auto stond met de voorzijde naar de straatkant gericht. Als gevolg van de explosie is de bumper van de auto beschadigd, de voorruit gebarsten en lag de kentekenplaat eraf. Ook is op de schuurdeur een beschadiging aangetroffen die er volgens de eigenaar nooit heeft op gezeten.8.Op de camerabeelden is te zien dat om 01:11:39 uur twee personen De [adres 3] passeren en in de richting van nummer 101 lopen. Omstreeks 01:16:40 uur komen deze personen teruggelopen in de richting van de oneven zijde van [straatnaam 1] . Vervolgens is om 01:17:20 uur een explosie onder de voorzijde van de auto te zien.9.De zwarte Audi A1 op naam van [medeverdachte 3] is die nacht om 00:25 uur het ANPR-systeem op de A15 Deil Oost en om 01:40 uur op de A27 Nieuwegein gepasseerd. De reistijd vanaf de laatstgenoemde ANPR-locatie naar De [adres 3] is 23 minuten.10.De telefoon van [medeverdachte 1] straalt die nacht om 01:26 uur de mast met locatie Laageinde Kapel-Avezaath aan: een mast op 3,94 km afstand (10 minuten rijden) van De [adres 3] in Tiel.11.
Vaststaat dat op 5 oktober 2020 in Tiel een mortierbom tot ontploffing is gebracht onder de auto van [slachtoffer 3] . De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is wie hierbij betrokken is geweest.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] betrokken is geweest bij deze aanslag. Hij werd door [medeverdachte 2] gevraagd om te rijden en zou daarvoor € 150,-krijgen. [medeverdachte 1] is uiteindelijk ook meegegaan. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hebben in de buurt gekeken, kwamen terug naar de auto en hebben de shell gepakt. Ze gaven aan waar hij met de auto moest wachten. Na het afsteken van de shell kwamen ze terug en zijn ze er samen vandoor gegaan. Hij herkent [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] op de stills van de camerabeelden. [medeverdachte 2] had het adres en de shell bij zich. In de auto spraken ze af hoe er gereden moest worden. [medeverdachte 2] stak altijd de shells aan en [medeverdachte 1] hield de buurt in de gaten. Dit was de eerste aanslag die hij deed tegen firma [slachtoffer 2] .12.
De verklaring van [medeverdachte 3] - dat hij samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] betrokken is geweest bij deze aanslag - wordt op de volgende punten ondersteund:
- -
de ANPR-hits met het voertuig van [medeverdachte 3] die passen bij de reisbeweging naar Tiel en de terugrit vanaf de plaats delict;
- -
de camerabeelden waarop twee personen kort voor en rond het tijdstip van de aanslag ter hoogte van De [adres 3] lopen (hetgeen past bij de verklaring van [medeverdachte 3] dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] de omgeving eerst hebben voorverkend voordat de shell werd afgestoken) en
- -
de historische verkeersgegevens van de telefoon van [medeverdachte 1] die ongeveer 10 minuten na de aanslag een mast op 10 minuten rijafstand van De [adres 3] heeft aangestraald.
[adres 6] Breda ( [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] )
Op 8 oktober 2020 omstreeks 00:40 uur is in de brandgang en de daaraan grenzende achtertuin van de woning van de [adres 6] in Breda een mortierbom (shell) tot ontploffing gebracht. [slachtoffer 6] , [slachtoffer 9] en [slachtoffer 8] lagen op dat moment in de woning te slapen. De achtertuin grenst aan een stuk braakliggend terrein. Als gevolg van de explosie is een deel van het afdekzeil van de tuinset, die tegen de omheining stond aan stond, verbrand.13.Gezien is dat na de knal één persoon wegrende en in een zwarte Audi A1 stapte.14.De zwarte Audi A1 op naam van [medeverdachte 3] is op 7 oktober 2020 om 23:51 uur het ANPR-systeem op de A27 Meerkerk en op 8 oktober 2020 om 01:07 uur op de A27 Meerkerk gepasseerd. De reistijd vanaf de laatstgenoemde ANPR-locatie naar de [adres 6] in Breda is 29 minuten.15.
Vaststaat dat op 8 oktober 2020 in Breda een mortierbom (shell) tot ontploffing is gebracht die voor een deel in de brandgang en voor een deel in de achtertuin van [slachtoffer 6] , [slachtoffer 9] en [slachtoffer 8] terecht is gekomen. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is wie hierbij betrokken is geweest.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 2] betrokken is geweest bij deze aanslag. Hij heeft gereden en zou hiervoor € 150,- krijgen. Hij heeft gezien hoe [medeverdachte 2] een 6 inch shell in de achtertuin heeft laten ontploffen. [medeverdachte 2] is via een gat in de muur op een braakliggend terrein gekomen en kon vanaf daar bij de achtertuin komen.16.
De verklaring van [medeverdachte 3] - dat hij samen met [medeverdachte 2] betrokken is geweest bij deze aanslag - wordt op de volgende punten ondersteund:
- -
de ANPR-hits met het voertuig van [medeverdachte 3] die passen bij de reisbeweging naar Breda en de terugrit vanaf de plaats delict;
- -
de getuige die na de knal één persoon ziet wegrennen en instappen in een zwarte Audi A1 (hetgeen een bevestiging vormt voor de verklaring van [medeverdachte 3] dat hij de bestuurder was en op de uitkeek stond en [medeverdachte 2] de shell gooide);
- -
de beschrijving die [medeverdachte 3] van de omgeving van de plaats delict geeft (via een gat in de muur bij braakliggend terrein komen) past bij de feitelijke situatie ter plaatse;
- -
het type shell dat bij de aanslag is gebruikt.
[adres 7] Rosmalen ( [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] )
Op 11 oktober 2020 omstreeks 00:30 uur is een mortierbom (shell) bij de voordeur van de woning aan de [adres 7] in Rosmalen tot ontploffing gebracht. [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] lagen op dat moment in de woning te slapen. Als gevolg van de explosie zijn de ruit van de voordeur en het toiletraam naast de deur vernield.17.Op vuurwerkresten is een vingerafdruk van [medeverdachte 2] aangetroffen.18.Gezien is dat na de knal een zwarte Volkswagen Polo vanaf de Jan Heijmanslaan met hoge snelheid wegreed.19.De zwarte Volkswagen Golf op naam van [getuige 3] is op 11 oktober 2020 om 00:56 uur het ANPR-systeem op de A27 Nieuwgein gepasseerd. De reistijd vanaf de ANPR-locatie naar de [adres 7] in Rosmalen is 27 minuten.20.
Vaststaat dat op 11 oktober 2020 in Rosmalen een mortierbom (shell) tot ontploffing is gebracht voor de woning van [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] . De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is wie hierbij betrokken is geweest.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 2] bij deze aanslag betrokken is geweest. Hij zat in de auto met [medeverdachte 2] , [getuige 3] en [getuige 4] . [getuige 3] reed. Hij is samen met [medeverdachte 2] uitgestapt. [medeverdachte 2] stak bij een woning een 3 inch shell aan en hij stond op de uitkijk. Het was een rijtjeshuis met een laag hegje voor de woning. Op de hoek van de rij met woningen was een voetbalveldje met een bankje. In de buurt van de plek van de aanslag was een tankstation gelegen. [medeverdachte 2] stak altijd de shells aan en als er nog iemand anders bij was dan stond diegene op de uitkijk.21.
[getuige 3] heeft verklaard dat [medeverdachte 2] aan hem vroeg om hem ergens af te zetten. Hij heeft [medeverdachte 2] opgehaald bij station Bussum-Zuid. Daar waren ook [medeverdachte 3] en [getuige 4] . Ze zijn met z’n vieren gaan rijden. [medeverdachte 2] had een rugzak bij zich en zette de route aan. Hij heeft [medeverdachte 2] op de plaats van bestemming bij een BP tankstation afgezet. [medeverdachte 2] is toen met zijn rugzak uitgestapt. [medeverdachte 3] is ook uit de auto geweest. Hij en [getuige 4] zijn in de auto gebleven en een parkeerplaats gaan zoeken. [medeverdachte 2] is ongeveer 30 minuten weggeweest.22.[getuige 3] heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij bij de politie de waarheid heeft verteld.23.
[getuige 4] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [getuige 3] ergens naartoe ging. Het was niet in Bussum, maar verder weg. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn uit de auto gestapt.24.
De verklaring van [medeverdachte 3] - dat hij samen met [medeverdachte 2] betrokken is geweest bij deze aanslag - wordt op de volgende punten ondersteund:
- -
[getuige 3] en [getuige 4] bevestigen dat ze met zijn vieren in de auto zaten onderweg naar Rosmalen;
- -
de ANPR-hits met het voertuig van [getuige 3] passen bij de terugrit vanaf de plaats delict;
- -
[getuige 3] en [getuige 4] bevestigen dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] de auto uit zijn geweest;
- -
[getuige 3] verklaart dat [medeverdachte 2] een rugzak bij zich had en daarmee is uitgestapt;
- -
op resten van de shell is een vingerafdruk aangetroffen van [medeverdachte 2] ;
- -
de feitelijke beschrijving die [medeverdachte 3] van de omgeving van de plaats delict geeft (nabij een tankstation en er is een voetbalveld op de hoek van de [straatnaam 2] );
- -
[getuige 3] verklaart ook over het afzetten bij een tankstation;
- -
het type shell dat bij de aanslag is gebruikt komt overeen met de verklaring van [medeverdachte 3] daarover.
[adres 5] Tiel ( [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] )
Op 28 oktober 2020 omstreeks 00:30 uur is bij de woning aan de [adres 5] in Tiel een mortierbom (shell) tot ontploffing gebracht. [slachtoffer 5] en haar zoontje sliepen op dat moment in de woning. De explosie vond plaats bij de auto die naast de stenen schuur aan de voorzijde van de woning stond geparkeerd. Als gevolg van de explosie is er lakschade aan de auto ontstaan.25.Camerabeelden van de buren op nr. 11 zijn veiliggesteld. Op die beelden is te zien dat één persoon in de richting van de [adres 5] loopt met een zwarte tas in zijn linkerhand. Enkele seconden later is een explosie te zien gevolgd door nog een explosie en een vuurzee. Kort voor de eerste explosie rent de persoon weg zonder tas.26.De zwarte Audi A1 op naam van [medeverdachte 3] is op 27 oktober 2020 om 23:53 uur en op 28 oktober 2020 om 00:10 uur het ANPR-systeem op de A15 Deil Oost gepasseerd. De reistijd vanaf de eerstgenoemde ANPR-locatie naar de [adres 5] in Tiel is 23 minuten en vanaf de laatstgenoemde ANPR-locatie 9 minuten.27.De resten van de vuurwerkbom die op de plaats delict zijn aangetroffen zijn onderzocht. Met grote mate van zekerheid is te zeggen dat het om een mortierbom/shell 6 inch van fabrikant Triplex gaat. Resten van een soortgelijke bom zijn aangetroffen bij de aanslag aan de [straatnaam 3] in Breda.28.
Vaststaat dat op 28 oktober 2020 in Tiel een mortierbom (shell) tot ontploffing is gebracht voor de woning van [slachtoffer 5] . De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is wie hierbij betrokken is geweest.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 2] betrokken is geweest bij deze aanslag. Hij reed en [medeverdachte 2] stak de shell aan. [medeverdachte 3] wist dat hier een werknemer van [slachtoffer 2] woonde.29.
De verklaring van [medeverdachte 3] - dat hij samen met [medeverdachte 2] betrokken is geweest bij deze aanslag - wordt op de volgende punten ondersteund:
- -
de ANPR-hits met het voertuig van [medeverdachte 3] die passen bij de reisbeweging naar Tiel;
- -
op de camerabeelden is slechts één persoon te zien (hetgeen een bevestiging vormt voor de verklaring van [medeverdachte 3] dat hij de bestuurder was en [medeverdachte 2] de shell gooide);
- -
het type shell dat bij deze aanslag is gebruikt is vermoedelijk hetzelfde als de shell die bij een eerdere aanslag in Breda (8 oktober 2020) is gebruikt, waarvan [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij ook deze aanslag samen met [medeverdachte 2] heeft gepleegd.
[adres 4] Vlijmen ( [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] )
Op 4 november 2020 omstreeks 23:15 uur is een mortierbom (shell) bij de voordeur van de woning aan de [adres 4] in Vlijmen tot ontploffing gebracht. In de woning waren op dat moment aanwezig [slachtoffer 4] en zijn vrouw. Als gevolg van de explosie zijn de ruiten van de voordeur vernield. Het glas van de ruiten is deels naar binnen geslagen en lag buiten enkele meters over het tuinpad verspreid. Rechts bij de voordeur in de bosschage zat een krater.30.Op de camerabeelden is een lichtflits en knal te zien. Ook is te zien dat kort voor en kort na de aanslag diverse voertuigen passeren.31.De telefoon van [medeverdachte 2] straalt omstreeks 22:34 uur en 23:20 uur de zendmast [adres 11] in Bruchem aan. Deze mast bevindt zich op ongeveer 12 minuten rijden van de [adres 4] in Vlijmen.32.Een dag eerder - op 3 november 2020 - omstreeks 00:27 uur is de Audi A1 van [medeverdachte 3] gecontroleerd op het Kronenburgpark in Hedel. Daarin zat [medeverdachte 3] met [medeverdachte 2] .33.
Vaststaat dat op 4 november 2020 in Vlijmen een mortierbom (shell) tot ontploffing is gebracht voor de woning van [slachtoffer 4] . De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is wie hierbij betrokken is geweest.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 2] bij deze aanslag is betrokken. Deze aanslag was eerder op de avond. De rolverdeling was hetzelfde: hij reed en stond verderop bij de heg en [medeverdachte 2] stak de shell aan. Het was een shell 3 die ze van de dag ervoor in Hedel nog hadden. Het moest die avond echt met zijn auto gebeuren, omdat [medeverdachte 2] niemand anders kon vinden. Ze hadden eigenlijk afgesproken om niet meer met zijn auto te gaan, omdat zij de dag voor de aanslag in Hedel waren gecontroleerd waren en zijn auto dus “te heet” was. Ze kregen desondanks de opdracht diezelfde avond.34.
De verklaring van [medeverdachte 3] - dat hij samen met [medeverdachte 2] betrokken is geweest bij deze aanslag - wordt op de volgende punten ondersteund:
- -
de ANPR-hits met het voertuig van [medeverdachte 3] die passen bij de reisbeweging naar Breda en de terugrit vanaf de plaats delict;
- -
de omstandigheid dat zij de dag voorafgaand aan de aanslag in Hedel zijn gecontroleerd;
- -
de historische verkeersgegevens die het toestel van [medeverdachte 2] rond het tijdstip van de aanslag in de omgeving van Vlijmen plaatst.
Gelet op al het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat zij ( [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] ) de bovengenoemde feiten tezamen en in vereniging hebben gepleegd op de wijze zoals hierna beschreven.
Geen poging tot moord, doodslag of zware mishandeling
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat zij de kans dat er mensen zouden komen te overlijden of zwaar lichamelijk letsel zouden oplopen onder ogen hebben gezien en aanvaard. Het dossier bevat geen bewijsmiddelen die dat onderbouwen. Ze hebben met andere woorden de aanmerkelijke kans op de dood of zwaar lichamelijk letsel - zou die er al zijn geweest - niet op de koop toe genomen en zullen daarom worden vrijgesproken van de ten laste gelegde poging tot moord, doodslag en zware mishandeling.
Wel opzettelijk een ontploffing teweeg brengen
De rechtbank stelt voorop dat het opzet van een verdachte slechts gericht hoeft te zijn op het
teweegbrengen van de ontploffing en niet ook op het teweegbrengen van de gevolgen. Het is een feit van algemene bekendheid dat zwaar en illegaal vuurwerk (waaronder de gebruikte mortierbommen vallen) bij een ontbranding een ontploffing teweeg kan brengen. [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] waren zich hiervan ook bewust.
Gemeen gevaar voor goederen
De rechtbank is van oordeel dat het handelen van [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] bij uitstek een situatie oplevert waarin naar algemene ervaringsregels gemeen gevaar voor de woning (inclusief de inboedel) en objecten in de nabijheid daarvan te duchten was, hetgeen zich ook heeft verwezenlijkt nu uit de vastgestelde feiten volgt dat bepaalde goederendoor de ontploffing(en) daadwerkelijk (fors) zijn beschadigd of zelfs zijn vernield.
Zwaar lichamelijk letsel en levensgevaar
Voor mortierbommen die zonder mortier worden ontstoken, geldt dat deze op de grond tot ontploffing komen. Afhankelijk van het kaliber zullen de brandende delen en andere fragmenten tientallen tot enkele honderden meters worden weggeslingerd. Mortierbommen zijn doorgaans voorzien van een krachtige breek- en/of knallading waardoor personen en objecten in de nabijheid van een dergelijke ontploffing gevaar voor letsel en schade lopen. Afhankelijk van de exacte plaats van treffen en het kaliber van de mortierbom kan dit letsel voor een persoon dodelijk zijn (p. 942-943, map 3).
Met betrekking tot de aanslagen gepleegd in Rosmalen (11 oktober 2020) en Vlijmen (4 november 2020) is de rechtbank van oordeel dat gelet op:
- -
het tijdstip waarop de ontploffing teweeg is gebracht (in de nachtelijke uren);
- -
het feit dat de bewoners in de woning aanwezig waren (en sommigen vanwege het tijdstip al lagen te slapen);
- -
het kaliber van het gebruikte explosief (3 of 6 inch shell);
- -
de locatie waar de mortierbom tot ontploffing is gebracht (dicht bij of in de woning, ter hoogte van voordeur en/of een raam) en
- -
de kracht die af te leiden is uit de schade,
naar algemene ervaringsregels gemeten voor hen voorzienbaar moet zijn geweest dat door hun handelen levensgevaar, dan wel gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de bewoners van die woning te duchten was.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat uit de verklaring [medeverdachte 3] blijkt dat bij de aanslagen zoals die zijn gepleegd (ver van de woning van verdachte, in de nachtelijke uren, met gebruikmaking van mortierbommen en in een samenstelling die in kern bestond uit minimaal twee dezelfde personen met soms een derde persoon erbij) sprake was van een gezamenlijke organisatie. Daarbij is een en ander gepland en met elkaar afgestemd met een gemeenschappelijk doel, namelijk [slachtoffer 2] afpersen door bij de woningen van haar (ex-)werknemers en familieleden aanslagen met mortierbommen te plegen. De bijdrage van [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] aan het ten laste gelegde is telkens van zodanig gewicht geweest - en nam bovendien in gewicht toe door aanslagen te blijven plegen - dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen. Er was sprake van een duidelijke rolverdeling, waarbij [medeverdachte 3] de chauffeur was, [medeverdachte 2] het explosief meenam, [medeverdachte 2] alleen of met [medeverdachte 1] het explosief aanstak en gooide en [medeverdachte 3] op de uitkijk stond. De (vlucht)auto werd altijd op een strategische plek (aan het eind van de weg/op een kruising) neergezet en in sommige gevallen was ook nog eerst sprake van een gezamenlijke voorverkenning. Zij zijn daarmee telkens een onmisbare schakel bij het ten laste gelegde geweest. Er is sprake geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen hen die in de kern bestond uit een gezamenlijk plan en een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen telkens bewezen.
De rol van verdachte (als uitlokker)
In het algemeen
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat [medeverdachte 9] de opdrachten aan [verdachte] gaf. [verdachte] gaf deze dan door aan [medeverdachte 2] of andere jongens en die zorgden ervoor dat het (neerleggen van shells bij deuren) gebeurde. [verdachte] was de schakel tussen [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] . De uitvoerders kregen betaald door [verdachte] (tussen de € 500,- - € 1.000,-) per aanslag). Als er vragen waren over de uitvoering of de plek dan moest [verdachte] dat eerst aan zijn broer vragen, hij nam nooit zelf beslissingen. ‘Ze’ hadden altijd al die lijst van die ‘blunder’ (de rechtbank begrijp dat hiermee wordt gedoeld op de werknemerslijst van [slachtoffer 2] ). [medeverdachte 2] kreeg de adressen (op een papiertje) en de shells van [verdachte] . De shells werden gegeven bij de Lidl in Bussum en zaten in een plastic zak of vuilniszak. Op de briefjes die [verdachte] aan [medeverdachte 2] gaf zag [medeverdachte 3] een straatnaam en nummer staan. [medeverdachte 2] moest dat onthouden en daarna werd het briefje door [verdachte] verbrand. Hij is daar vijf/zes keer bij geweest en drie/vier keer resulteerde het in een aanslag, waaronder in Breda en Rosmalen.35.
De [adres 3] Tiel
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] betrokken is geweest bij deze aanslag. Hij zou daarvoor € 150,- krijgen. [medeverdachte 2] had het adres en de shell bij zich. Die kwamen via [verdachte] . Dit was de eerste aanslag die hij deed tegen [slachtoffer 2] .36.De telefoons van [verdachte] en [medeverdachte 2] stralen op 7 oktober 2020 om 23:18 uur beide een zendmast aan op de Lange Heul in Bussum.37.
[adres 6] Breda
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 2] betrokken is geweest bij deze aanslag. Hij heeft gereden en zou hiervoor € 150,- krijgen. Hij heeft gezien dat [medeverdachte 2] van [verdachte] een briefje kreeg met daarop het adres [straatnaam 4] . Dat was bij de Lidl in Bussum.38.De telefoon van [verdachte] straalt op 7 oktober om 23:23 uur de zendmast Lange Heul in Bussum aan. De telefoon van [medeverdachte 2] straalt om 23:16 uur een mast onder dezelfde steunzender aan. De telefoon van [medeverdachte 3] straalt eerder die avond om 20:54 uur ook een zendmast aan de Lange Heul in Bussum aan.39.
[adres 7] Rosmalen
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 2] bij deze aanslag betrokken is geweest. De opdrachten kwamen van [verdachte] en gingen door naar [medeverdachte 2] .40.
[adres 5] Tiel
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 2] betrokken is geweest bij deze aanslag. Hij wist dat hier een werknemer van [slachtoffer 2] . [verdachte] fungeerde weer als doorgeefluik.41.De telefoon van [verdachte] straalt op 27 oktober 2020 om 23:16 uur een mast aan op de Lange Heul in Bussum. De telefoon van [medeverdachte 3] straalt kort daarvoor (om 22:58 uur) ook een mast aan op de Lange Heul in Bussum. De telefoon van [medeverdachte 2] straalt eerder die avond 23:02 uur eveneens een zendmast, zij het op een andere steunzender, in Bussum aan.42.
[adres 4] Vlijmen
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij samen met [medeverdachte 2] bij deze aanslag is betrokken. Ze kregen de opdracht diezelfde avond. [verdachte] gaf een briefje met het adres aan [medeverdachte 2] . De shell hadden ze nog van de vorige keer.43.
De werknemerslijst van [slachtoffer 2] is in de woning aan de [adres 12] in Bussum in de bovenste lade van het tv-meubel in de woonkamer aangetroffen. Deze lijst lag tussen andere post waarvan een deel aan [verdachte] was geadresseerd.44.Op die lijst zijn een vingerafdruk van [verdachte] en negen vingerafdrukken van [medeverdachte 9] aangetroffen.45.
Uitlokking
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat degenen die het gronddelict hebben gepleegd niet reeds zelf van plan waren deze feiten te begaan. De aanslagen waren onderdeel van een doordachte afpersing van [slachtoffer 2] . De adressen waar de aanslagen moesten worden gepleegd, waren afkomstig van de lijst met namen van (ex-)werknemers van [slachtoffer 2] die in een la in het (ouderlijk) huis van verdachte is aangetroffen en waarop ook een vingerafdruk van hem is aangetroffen. Verdachte heeft door het geven van inlichtingen (het (door)geven van opdrachten en het verstrekken van adressen) en middelen (de shells), bij zijn medeverdachten telkens het wilsbesluit gewekt om deze ontploffingen teweeg te brengen.
De verklaring van [medeverdachte 3] over de ontmoetingen tussen verdachte en de uitvoerders wordt naar het oordeel van de rechtbank bevestigd door de reisbewegingen van de telefoons van verdachte en de uitvoerders voorafgaand aan een aanslag. Bovendien wordt de verklaring van [medeverdachte 3] bevestigd in de bewijsmiddelen die hiervoor onder de afzonderlijke aanslagen zijn weergegeven. Daaruit volgt dat de verklaring van [medeverdachte 3] over de wijze van uitvoering steun vindt in meerdere objectieve bewijsmiddelen. Van unus testis, zoals door de verdediging is aangevoerd, is dan ook geen sprake.
Verdachte is degene geweest die zijn medeverdachten heeft benaderd of heeft laten benaderen met het plan om ontploffingen teweeg te brengen (na)bij de woningen van (ex)werknemers van [slachtoffer 2] . Verdachte is ook degene geweest die daarvoor giften (geld) en beloften in het vooruitzicht heeft gesteld. De rechtbank is op grond van het bovenstaande van oordeel dat de rol van de verdachte ten aanzien van bovengenoemde feiten dient te worden aangemerkt als die van uitlokker. Voorts is ook aan de overige vereisten voor strafbare uitlokking voldaan: de uitgelokte delicten zijn gevolgd, er zijn in de wet limitatief opgesomde uitlokkingsmiddelen gebruikt en de uitgelokten zijn strafbaar gebleken. Dat betekent dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan deze ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van het (voorwaardelijk) ter zitting gedane verzoek van de verdediging om een deskundige van het NFI te benoemen die onderzoek doet naar de activiteit die het vingerspoor van verdachte op de lijst met namen van (ex-)medewerkers van [slachtoffer 2] heeft veroorzaakt overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank verbindt geen rechtstreekse conclusie(s) aan de precieze locatie van en de wijze waarop de vingerafdruk van verdachte op de lijst terecht zou zijn gekomen anders dan dat verdachte toegang had tot deze lijst en deze ook heeft aangeraakt. Zij acht het gevraagde onderzoek om die reden en bij deze stand van zaken niet noodzakelijk en wijst het ter zitting gedane verzoek daartoe af.
Medeplegen
Voor wat betreft het medeplegen overweegt de rechtbank dat kan worden vastgesteld dat de uitlokking in vereniging is begaan gelet op de duidelijke rolverdeling tussen verdachte en [medeverdachte 9] . Beiden waren in het bezit van de werknemerslijst van [slachtoffer 2] . [medeverdachte 9] was de opdrachtgever van de aanslagen op de (ex-)medewerkers van [slachtoffer 2] en verdachte was daarbij zijn rechterhand. [medeverdachte 9] had geen direct contact met de uitvoerders, dat deed verdachte. Verdachte is daarmee telkens een onmisbare schakel bij het ten laste gelegde geweest. Er is sprake geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking die in de kern bestond uit het gezamenlijk vormgeven van het plan.
[adres 9] Hilversum (voorbereiding)
De rechtbank heeft reeds overwogen dat [medeverdachte 2] heeft gepoogd [medeverdachte 8] uit te lokken en dat [medeverdachte 1] aan die mislukte uitlokking medeplichtig is geweest. Dat betekent dat de rechtbank dit feit niet kan bewijzen ten aanzien van verdachte (als uitlokker) zonder daarbij de grondslag van de tenlastelegging te verlaten. Een uitlokker kan immers niet door een ander worden uitgelokt. Dat betekent dat de rechtbank verdachte van dit feit zal vrijspreken.
Met betrekking tot cluster II ( [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] )
De rechtbank overweegt dat het procesdossier geen bewijs bevat voor contacten in de pleegperiode tussen verdachte enerzijds en [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] (de uitvoerders) anderzijds. [medeverdachte 3] heeft weliswaar voor verdachte belastend verklaard, maar hij ( [medeverdachte 3] ) heeft zelf geen betrokkenheid bij deze feiten gehad en kan daarover niet uit eigen wetenschap verklaren. Die omstandigheid doet afbreuk aan de bruikbaarheid van zijn verklaring voor het bewijs. Zonder de verklaring van [medeverdachte 3] resteert een bewijsconstructie die, anders dan de officier van justitie stelt, is gebaseerd op (het uitsluiten van) diverse scenario’s gefundeerd op aannames en veronderstellingen. Zelfs als daaruit, zoals de officier van justitie meent, zou kunnen worden afgeleid dat verdachte in relatie gebracht kan worden tot deze feiten, dan levert dat nog geen wettig en overtuigend bewijs op. Bij gebreke van dit bewijs zal verdachte van deze feiten worden vrijgesproken.
3. De bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de
- -
onder parketnummer 05/780030-21 feit 2, feit 3, feit 4 en feit 5 en de
- -
onder parketnummer 05/780000-21 feit 2,
ten laste gelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05/780030-21:
2.
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere
Perso(o)n(en) in of omstreeks de nacht van 4 op 5 oktober 2020 te Tiel
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht in/bij (de directe
nabijheid van) een woning (rijtjeswoning, perceel de [adres 3] )
door naar die woning (waar op dat moment de bewoner [slachtoffer 3]
lag te slapen/verbleef) te rijden/gaan en/of
een of meer mortierbom(men)/shell(s), althans zwa(a)r(e) explosieve stof(fen)
te plaatsen op/aan/bij een auto (kenteken [kenteken 1] ), die op de oprit van die
woning, althans in de directe nabijheid van die woning stond geparkeerd,
en/of vervolgens de lont(en) van die/dat mortierbom(men)/shell(s)/zwa(a)r(e) explosieve
stof(fen) aan te steken, althans opzettelijk (open) vuur in aanraking te
brengen met (een) zwaar explosieve stof(fen),
waarbij dat/die mortierbom(men)/shell(s)/explosieve stof(fen) nabij die
woning tot ontploffing is/zijn gekomen,
ten gevolge waarvan die auto is vernield en/of een (schuur)deur beschadigd is
geraakt en daarvan gemeen gevaar voor (de inboedel van) die woning, in elk
geval gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar voor de aanwezige bewoner
van die woning, te weten [slachtoffer 3] en/of levensgevaar voor een
ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die
[slachtoffer 3] , en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander
of anderen te duchten was
welk feit door verdachte, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en
met 5 oktober 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet
door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften en/of
door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, opzettelijk is
uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 3] teweeg te brengen en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 3] betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 3] en/of andere
informatie over die [slachtoffer 3] doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of laten stellen en/of
- die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die
perso(o)n(en) benaderd of laten benaderen voor het uitvoeren van dat
plan/besluit tot het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 3] en/of
- die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die
perso(o)n(en) bevolen of laten bevelen, althans op dwingende wijze gezegd of
laten zeggen deze opdracht uit te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2]
en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2]
en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) over hoe het teweegbrengen van
die/een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 3] uitgevoerd zou
moeten worden (gebruik van een mortierbom(men)/shell(s) en/of andere explosieven).
3.
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere perso(o)n(en) op of omsteeks 4 november 2020 te Vlijmen, gemeente Heusden,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht in/bij (de directe
nabijheid van) een woning (perceel [adres 4] )
door naar die woning (waar op dat moment de bewoners J.H.M.M. van den
Meerdendonk en/of diens vrouw en/of diens kinderen verbleven/verbleef) te
rijden/gaan en/of
een of meer mortierbom(men)/shell(s), althans zwa(a)r(e) explosieve stof(fen)
te plaatsen bij (de voordeur van) die woning en/of vervolgens
de lont(en) van die/dat mortierbom(men)/shell(s)/zwa(a)r(e) explosieve
stof(fen) aan te steken, althans opzettelijk (open) vuur in aanraking te
brengen met (een) zwaar explosieve stof(fen)
waarbij dat/die mortierbom(men)/shell(s)/explosieve stof(fen) nabij die
woning tot ontploffing is/zijn gekomen,
ten gevolge waarvan de voordeur van die woning is vernield en/of beschadigd is
geraakt en/of rookontwikkeling ontstond en/of daarvan gemeen gevaar voor (de
inboedel van) die woning, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
levensgevaar voor die aanwezige bewoner(s) van die woning en/of levensgevaar
voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die
bewoner(s) en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander
of anderen te duchten was
welk feit door verdachte, in of omstreeks de periode van 1 november 2020 tot
en met op 4 november 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet
door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften en/of
door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, opzettelijk is
uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- -het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om een ontploffing in/bij de woning van die vVan den
Meerendonk teweeg te brengen en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 4] betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld of
laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die vVan den Meerendonk
en/of andere informatie over die [slachtoffer 4] doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter
beschikking gesteld of laten stellen en/of
- die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die
perso(o)n(en) benaderd of laten benaderen voor het uitvoeren van dat
plan/besluit tot het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing in/bij de
woning van die vVan den Meerendonk en/of
- die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die
perso(o)n(en) bevolen of laten bevelen, althans op dwingende wijze gezegd of
laten zeggen deze opdracht uit te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2]
en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2]
en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) over hoe het teweegbrengen van
die/een ontploffing in/bij de woning van die vVan den Meerendonk
uitgevoerd zou moeten worden (gebruik van een mortierbom(men)/shell(s) en/of
andere explosieven).
4.
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere perso(o)n(en) in of
omstreeks de nacht van 27 op 28 oktober 2020 te Tiel
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht in/bij (de directe
nabijheid van) een woning (perceel [adres 5] )
door naar die woning (waar op dat moment de bewoners [slachtoffer 5] en haar
zoontje sliep(en)/verbleven) te rijden/gaan en/of
een of meer mortierbom(men)/shell(s), althans zwa(a)r(e) explosieve stof(fen)
te plaatsen onder/op/aan een auto (van die [slachtoffer 5] ) die op de oprit van
die woning stond geparkeerd en/of vervolgens
de lont(en) van die/dat mortierbom(men)/shell(s)/zwa(a)r(e) explosieve
stof(fen) aan te steken, althans opzettelijk (open) vuur in aanraking te
brengen met (een) zwaar explosieve stof(fen)
waarbij dat/die mortierbom(men)/shell(s)/explosieve stof(fen) nabij die
woning tot ontploffing is/zijn gekomen,
ten gevolge waarvan de voordeur van die woning is vernield en/of beschadigd is
geraakt en/of rookontwikkeling ontstond en/of daarvan gemeen gevaar voor (de
inboedel van) die woning, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
levensgevaar voor die [slachtoffer 5] en/of haar zoontje en/of levensgevaar
voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die
[slachtoffer 5] en/of haar zoontje en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel
voor een ander of anderen te duchten was
welk feit door verdachte, in of omstreeks de periode van 27 oktober 2020 tot
en met 28 oktober 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet
door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften en/of
door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, opzettelijk is
uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om een ontploffing in/bij de woning van die vVan den
Bogert teweeg te brengen en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 5] betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld of
laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die vVan den Bogert
en/of andere informatie over die [slachtoffer 5] doorgegeven of laten
doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of laten stellen en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) benaderd of
laten benaderen voor het uitvoeren van dat plan/besluit tot het opzettelijk
teweegbrengen van een ontploffing in/bij de woning van die vVan den Bogert en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) bevolen of laten
bevelen, althans op dwingende wijze gezegd of laten zeggen deze opdracht uit
te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3]
en/of die perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) over hoe het teweegbrengen van die/een ontploffing in/bij de woning
van die vVan den Bogert uitgevoerd zou moeten worden (gebruik van een mortierbom(men)/shell(s) en/of andere explosieven).
5.
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere perso(o)n(en) in of
omstreeks de nacht van 7 op 8 oktober 2020 te Breda
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft/hebben gebracht in/bij (de directe
nabijheid van) een woning (perceel [adres 6] )
door naar die woning (waar op dat moment de bewoners [slachtoffer 6] en/of
[slachtoffer 9] en/of de moeder van die De Groot sliepen/verbleven)
te rijden/gaan en/of
een of meer mortierbom(men)/shell(s), althans zwa(a)r(e) explosieve stof(fen)
te plaatsen in de brandgang en/of in/nabij de achtertuin van die woning en/of
vervolgens
de lont(en) van die/dat mortierbom(men)/shell(s)/zwa(a)r(e) explosieve
stof(fen) aan te steken, althans opzettelijk (open) vuur in aanraking te
brengen met (een) zwaar explosieve stof(fen)
waarbij dat/die mortierbom(men)/shell(s)/explosieve stof(fen) nabij die
woning tot ontploffing is/zijn gekomen,
ten gevolge waarvan die achtertuin (deels) is vernield en/of beschadigd is
geraakt en/of rookontwikkeling ontstond en/of daarvan gemeen gevaar voor (de
inboedel van) die woning, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
levensgevaar voor die [slachtoffer 6] en/of die de Groot en/of die [slachtoffer 8] en/of
levensgevaar voor een ander of anderen en/of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel voor die [slachtoffer 6] en/of die de Groot en/of die [slachtoffer 8] en/of
gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was,
welk feit door verdachte, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en
met 8 oktober 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet
door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften en/of
door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, opzettelijk is
uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 6]
en/of die dDe Groot teweeg te brengen en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 6] en/of die de Groot betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld of
laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 6]
en/of die dDe Groot en/of andere informatie over die [slachtoffer 6] en/of die
de Groot doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of
laten stellen en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) benaderd of laten
benaderen voor het uitvoeren van dat plan/besluit tot het opzettelijk
teweegbrengen van een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 6]
en/of die dDe Groot en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) bevolen of laten
bevelen, althans op dwingende wijze gezegd of laten zeggen deze opdracht uit
te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3]
en/of die perso(o)n(en) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 2] en/of die [medeverdachte 3] en/of die perso(o)n(en) over hoe het teweegbrengen van die/een ontploffing in/bij de woning
van die [slachtoffer 6] en/of die dDe Groot uitgevoerd zou moeten worden (gebruik van
een mortierbom(men)/shell(s) en/of andere explosieven).
Parketnummer 05/780000-21:
2.
[medeverdachte 2] en/of een of meer andere perso(o)n(en) (T.R. [medeverdachte 3] ) in of omstreeks de nacht van 10 op 11 oktober 2020 te Rosmalen
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft /hebben gebracht in/bij (de directe
nabijheid van) een woning ( [adres 7] )
door naar die woning (waar [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11]
op dat moment lagen te slapen/verbleven) te rijden/gaan en/of
een of meer mortierbom(men)/shell(s), althans zwa(a)r(e) explosieve stof(fen)
te plaatsen bij (de voordeur van) die woning en/of vervolgens
de lont(en) van die/dat mortierbom(men)/shell(s)/zwa(a)r(e) explosieve
stof(fen) aan te steken, althans opzettelijk (open) vuur in aanraking te
brengen met (een) zwaar explosieve stof(fen) waarbij dat/die mortierbom(men)/shell(s)/explosieve stof(fen) nabij die woning tot ontploffing
is/zijn gekomen, ten gevolge waarvan onder meer een of meer ra(a)m(en) en/of
een deur(en) van die woning zijn vernield en daarvan gemeen gevaar voor (de
inboedel van) die woning, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
levensgevaar voor de aanwezige bewoners van die woning, te weten [slachtoffer 10]
en/of [slachtoffer 11] , in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of
gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11] , in elk
geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was,
welk feit door verdachte in of omstreeks de periode van 1 oktober 2020 tot en
met 11 oktober 2020 te Hilversum en/of te Blaricum en/of Naarden en/of elders
in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet
door tussenkomst van een of meer anderen, door giften en/of beloften en/of
door misbruik van gezag en/of geweld en/of bedreiging en/of door het
verschaffen van gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen, opzettelijk is
uitgelokt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
- het plan opgevat en/of besproken en/of een besluit genomen en/of ingestemd
met een plan/besluit om een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 10]
en/of die [slachtoffer 11] teweeg te brengen en/of
- een geldbedrag ten behoeve van de uitvoering van de ontploffing in/bij de
woning van die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11] betaald of laten betalen en/of
- een geldbedrag betaald of laten betalen en/of in het vooruitzicht gesteld of
laten stellen als onkostenvergoeding en/of compensatie en/of
- een geldbedrag in het vooruitzicht gesteld of laten stellen als dit feit
gepleegd zou worden en/of
- adresgegevens/verblijfplaatsen en/of de naam van die [slachtoffer 10] en/of die
[slachtoffer 11] en/of andere informatie over die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11]
doorgegeven of laten doorgeven, dan wel ter beschikking gesteld of laten
stellen en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die perso(o)n(en) (T.R. [medeverdachte 3] ) benaderd of laten
benaderen voor het uitvoeren van dat plan/besluit tot het opzettelijk
teweegbrengen van een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 10]
en/of die [slachtoffer 11] en/of
- die [medeverdachte 2] en/of die perso(o)n(en) bevolen of laten bevelen, althans
op dwingende wijze gezegd of laten zeggen deze opdracht uit te voeren en/of
- een auto en/of een telefoontoestel en/of geld en/of (een) (mortier)bom(men)/
shell(s) en/of een of meer explosieve stof(fen) en/of andere goederen ter
beschikking gesteld of laten stellen aan die [medeverdachte 2] en/of die perso(o)n(en) (T.R. [medeverdachte 3] ) en/of
- instructies gegeven of laten geven aan die [medeverdachte 2] en/of die perso(o)n(en) (T.R. [medeverdachte 3] ) over hoe het teweegbrengen van die/een ontploffing in/bij de woning van die [slachtoffer 10] en/of die [slachtoffer 11] uitgevoerd zou moeten worden (gebruik van een mortierbom(men)/shell(s) en/of andere explosieven).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van parketnummer 05/780030-21 feit 2, feit 4 en feit 5, telkens:
medeplegen van opzettelijke uitlokking van medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is door giften, beloften en door het verschaffen van middelen en inlichtingen;
ten aanzien van parketnummer 05/780030-21 feit 3 en parketnummer 05/780000-21 feit 2, telkens:
medeplegen van opzettelijke uitlokking van medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is door giften, beloften en door het verschaffen van middelen en inlichtingen.
5. De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.
6. De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
7. De overwegingen ten aanzien van straf
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van uitlokking van in totaal vijf aanslagen met zware vuurwerkbommen op woningen van (voormalige) medewerkers van [slachtoffer 2] . Deze aanslagen vonden binnen een periode van ongeveer een maand plaats. Verdachte heeft samen met zijn medeverdachte geld aangeboden aan personen om de aanslagen te plegen. Verder heeft hij hen voorzien van de vuurwerkbommen en van de adressen waar die aanslagen moest worden gepleegd. Deze adressen zijn voor verdachte beschikbaar gekomen via een personeelslijst van (oud-)werknemers van [slachtoffer 2] die ten onrechte in een strafdossier terecht was gekomen. De aanslagen zijn onderdeel van de landelijk bekende grote afpersingszaak van [slachtoffer 2] die is begonnen na de ontdekking van een grote hoeveelheid cocaïne in een lading fruit van het bedrijf. De aanslagen die hebben plaatsgevonden zijn zeer heftig. Er hebben hevige ontploffingen plaatsgevonden dichtbij woningen waar mensen veelal sliepen. De aanslagen vonden in de nachtelijk uren plaats. Hiermee zijn grote gevaren ontstaan, waaronder het niet ondenkbare scenario dat personen zouden kunnen komen te overlijden door deze aanslagen. Verdachte heeft geen enkele empathie getoond voor de slachtoffers van de mede door hem uitgelokte feiten. Verdachte heeft door de aanslagen te blijven uitlokken de afpersing van [slachtoffer 2] in stand gehouden en versterkt. De aanslagen richtten zich tegen volkomen onschuldige (voormalige) medewerkers van een fruitbedrijf. Er zijn vele gezinnen die mede door het handelen van verdachte in doodsangsten hebben geleefd, omdat zij op ieder willekeurig moment slachtoffer zouden kunnen worden van zeer heftige aanslagen. Dat geldt niet alleen voor de bewoners van de woningen waar aanslagen op zijn gepleegd, maar voor iedereen wiens adres op de bewuste werknemerslijst staat of zelfs maar in de buurt woont van een dergelijk adres. De gehele Bommelerwaard leeft al jaren in angst voor aanslagen. Verdachte is mede verantwoordelijk voor dit gevoel van onveiligheid.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. Verdachte heeft zich tot aan de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak continu op zijn zwijgrecht beroepen. Hij heeft geen enkele openheid van zaken gegeven. Bij de inhoudelijke behandeling heeft hij vervolgens alle betrokkenheid bij de feiten ontkend. Door deze proceshouding heeft de reclassering ook niet volledig kunnen rapporteren.
Gelet op de ernst van de feiten, de grote maatschappelijke gevolgen van de feiten, de grote hoeveelheid feiten, het aanhoudende handelen van verdachte en zijn prominente rol bij de aanslagen, acht de rechtbank enkel een zeer langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf in deze zaak passend. De rechtbank legt aan verdachte een hogere straf op dan aan de uitvoerders van de aanslagen. Zonder de rol van verdachte waren de uitvoerders niet tot het plegen van deze aanslagen overgegaan. Zij kregen immers van verdachte de opdracht, de adresgegevens en de vuurwerkbommen. Hij liet hen vervolgens het vuile werk opknappen en zorgde er zelf voor dat hij zoveel mogelijk buiten beeld bleef. Zo kwam hij niet in beeld in de buurt van de plaatsen delict, verbrandde hij de adresbriefjes zodra hij de informatie die hierop stond gedeeld had en deelde hij zo min mogelijk informatie via telecommunicatie. De politie heeft een WOD-traject moeten inzetten om achter de opdrachtgevers van deze vreselijke aanslagen te komen.
Alles overziend, is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in deze zaak passend en geboden is. Omdat de rechtbank minder feiten bewezen heeft verklaard dan de officier van justitie heeft gevorderd, komt zij tot een lagere straf dan is geëist.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6 :2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
8. De beoordeling van de civiele vorderingen
[slachtoffer 5]
De benadeelde partij [slachtoffer 5] heeft in verband met het onder parketnummer 05/780030-21 feit 4 ten laste gelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 7.196,05 aan materiële schade en € 7.500,- aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit en zich niet uitgelaten over de vordering van de benadeelde partij.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
Het eigen risico voor de factuur van de psycholoog ter hoogte van € 281,98 is voldoende onderbouwd. Deze schadeposten zijn verder niet inhoudelijk betwist en komen redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
De schadeposten met betrekking tot de beveiliging van de woning, de verhuizing, de inrichting van de nieuwe woning en de hogere huur zijn naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Van de camera en de rookmelders zijn geen aankoopbewijzen overgelegd. Met betrekking tot de overige schadeposten geldt dat - mede gezien de tijd die tussen de aanslagen en de verhuizing is gelegen - onvoldoende duidelijk is geworden dat deze kosten een direct gevolg zijn van het bewezen verklaarde feit. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in dit deel van de vordering. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële schade tot een hoogte van € 281,98 kan worden toegewezen.
Smartengeld
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6 :106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) recht op vergoeding van smartengeld in het geval dat:
- -
verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- -
de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- -
de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- -
de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
Om te spreken van een aantasting in persoon op andere wijze moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht.
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en hetgeen ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezen verklaarde schade heeft geleden die binnen één van de hiervoor genoemde categorieën van artikel 6 :106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het bewezen verklaarde feit is de benadeelde op andere wijze in de persoon aangetast. Het moet voor de benadeelde partij erg beangstigend zijn geweest toen zij ontdekte dat er nabij haar woning een flinke ontploffing had plaatsgevonden. Dat zij de ontploffing op het moment zelf niet had opgemerkt, doet daaraan niet af. De benadeelde partij wist dat zij op een lijst van werknemers van [slachtoffer 2] stond. Dat zij hierdoor slachtoffer zou kunnen worden van een aanslag was haar bekend en zal voor veel angst hebben gezorgd, zeker toen deze kans werkelijkheid werd. Bovendien bestond geen garantie dat het bij één aanslag zou blijven, hetgeen veel onzekerheid met zich bracht. De aard en ernst van de normschending brengt met zich mee dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen van dit feit zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon op andere wijze kan worden aangenomen. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in min of meer vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 5.000,- vaststellen. Wat betreft het meer of anders verzochte zal zij de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in dit deel van de vordering.
De wettelijke rente is toewijsbaar vanaf het moment dat de schade is ontstaan, te weten:
- -
over de kosten van de psycholoog vanaf 2 juli 2021 (datum laatste behandeling);
- -
over de immateriële schade vanaf 28 oktober 2020.
De benadeelde partij vordert verder vergoeding van de kosten die zijn gemaakt om een vordering in het strafproces te kunnen indienen en vervolgens daadwerkelijk schadevergoeding te krijgen. Het gaat hierbij om de reis- en parkeerkosten van de benadeelde partij ten behoeve van besprekingen met de advocaat ter hoogte van € 40,05 respectievelijk € 5,00. De rechtbank is van oordeel dat deze kosten voor vergoeding in aanmerking komen. De benadeelde partij is slachtoffer geworden van een ernstig strafbaar feit. Om haar rechten als benadeelde partij volledig te kunnen effectueren was het noodzakelijk deze kosten te maken. De rechtbank zal het gevorderde bedrag dan ook toewijzen.
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachten de schade hebben vergoed.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[benadeelde]
De benadeelde partij [benadeelde] heeft in verband met het onder parketnummer 05/780030-21 feit 4 ten laste gelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 5.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit en zich niet uitgelaten over de vordering van de benadeelde partij.
Overweging van de rechtbank
De benadeelde partij heeft volgens artikel 6 :106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) recht op vergoeding van smartengeld in het geval dat:
- -
verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- -
de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- -
de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- -
de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
Om te spreken van een aantasting in persoon op andere wijze moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht.
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en hetgeen ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezen verklaarde schade heeft geleden die binnen één van de hiervoor genoemde categorieën van artikel 6 :106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het bewezen verklaarde feit is de benadeelde op andere wijze in de persoon aangetast. Het moet voor de benadeelde partij erg beangstigend zijn geweest toen hij ontdekte dat er nabij de woning van zijn moeder een flinke ontploffing had plaatsgevonden op het moment dat hij daar ook verbleef. Bovendien bestond geen garantie dat het bij één aanslag zou blijven, hetgeen veel onzekerheid met zich bracht. De aard en ernst van de normschending brengt met zich mee dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen van dit feit zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon op andere wijze kan worden aangenomen. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van
€ 5.000,- vaststellen.
Verdachte is vanaf 28 oktober 2020 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachten de schade hebben vergoed.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
[slachtoffer 12] en [slachtoffer 13]
De benadeelde partij [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] heeft in verband met het onder parketnummer 05/780000-21 feit 3 en feit 4 ten laste gelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 15.000,- aan smartengeld (€ 7.500 per benadeelde), vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Verdachte is vrijgesproken van het onder parketnummer 05/780000-21 feit 3 en feit 4 ten laste gelegde. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.
[slachtoffer 15]
De benadeelde partij [slachtoffer 15] heeft in verband met het onder parketnummer 05/780000-21 feit 5 en feit 6 ten laste gelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 45.182,37 (de vordering van € 41.597,75 vermeerderd met 50% van de factuur in bijlage 15 bij de vordering ter hoogte van € 7.169,25 zoals ter terechtzitting toegelicht) aan materiële schade en € 25.000,- aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Verdachte is vrijgesproken van het onder parketnummer 05/780000-21 feit 5 en feit 6 ten laste gelegde. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.
[slachtoffer 14]
De benadeelde partij [slachtoffer 14] heeft in verband met het onder parketnummer
05/780000-21 feit 5 en feit 6 ten laste gelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 40.954,37 (de vordering van € 37.356,25 vermeerderd met 50% van de factuur in bijlage 15 bij de vordering ter hoogte van € 7.169,25 zoals ter terechtzitting toegelicht) aan materiële schade en € 25.000,- aan smartengeld, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Verdachte is vrijgesproken van het onder parketnummer 05/780000-21 feit 5 en feit 6 ten laste gelegde. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.
9. De toegepaste wettelijke bepalingen
De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 47, 57, 60a en 157 van het Wetboek van Strafrecht.
10. De beslissing
De rechtbank:
spreekt verdachte vrij van de onder parketnummer 05/780030-21 feit 1 en onder parketnummer 05/780000-21 feit 1, feit 3, feit 4, feit 5, feit 6 en feit 7 ten laste gelegde feiten;
verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) jaren;
beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
veroordeelt verdachte in verband met het onder parketnummer 05/780030-21 feit 4 bewezen verklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] van € 281,98 aan materiële schade en € 5.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente
- -
over de kosten van de psycholoog vanaf 2 juli 2021 (datum laatste behandeling);
- -
over de immateriële schade vanaf 28 oktober 2020
tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 5] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding;
legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 5] , een bedrag te betalen van € 281,98 aan materiële schade en een bedrag van € 5.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente:
- -
over de kosten van de psycholoog vanaf 2 juli 2021 (datum laatste behandeling);
- -
over de immateriële schade vanaf 28 oktober 2020
tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 61 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
bepaalt dat als de medeverdachten (een deel van) het schadebedrag betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
- -
veroordeelt verdachte in verband met het onder parketnummer 05/780030-21 feit 4 bewezen verklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde] van € 5.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- -
veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- -
legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde] , een bedrag te betalen van € 5.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 60 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- -
bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
bepaalt dat als de medeverdachten (een deel van) het schadebedrag betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13]
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 12] en [slachtoffer 13] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 15]
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 15] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 14]
verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 14] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. R. Raat en mr. S.H. Keijzer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.H.M. van Keulen en mr. M. Draaijers, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 april 2022. | ||
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 07‑04‑2022
HR 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1983 (Posbank-zaak).
HR 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1983 (Posbank-zaak).
HR 12 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1418 (Post-Keskin).
HR 1 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:86.
De validiteit van een verklaring betreft de vraag in welke mate de verklaring overeenkomt met hetgeen in het verleden heeft plaatsgevonden, oftewel het waarheidsgehalte van een verklaring.
Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door de politie Oost-Nederland, dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2020599668 (PANTER/ONRAA20123), gesloten op 27 mei 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 3] , p. 30-31 (map 2); proces-verbaal forensisch onderzoek, p. 1208-1209 (map 4).
Proces-verbaal van bevindingen (camerabeelden), p. 597-605 (map 3).
Rapport analyse ANPR-hits (67SRS5), p. 306-307 (map 2).
Rapport analyse historische verkeersgegevens …#935, p. 594-569 (map 3).
Het proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 2092-2095 (map 6).
Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 6] , p. 46-47 (map 2); proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 6] , p. 1393 (map 4); proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 9] , p. 1415 (map 4); proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 8] , p. 1413 (map 4); proces-verbaal forensisch onderzoek, p. 1308-1309 (map 4).
Proces-verbaal van bevindingen (buurtonderzoek), p. 1048 (map 4); proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 1395-1396 (map 4).
Rapport analyse ANPR-hits (67SRS5), p. 306-307 (map 2).
Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 2106-2107 (map 6).
Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 10] , p. 22 (map 2); proces-verbaal van bevindingen, p. 361 (map 2).
Rapport dactyloscopisch onderzoek, p. 1164-1174 (map 3); proces-verbaal resultaat dactyloscopisch onderzoek, p. 1164 (map 3).
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 1382-1383 (map 3).
Rapport analyse ANPR-hits ( [kenteken 3] ), p. 915-918 (map 3).
Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 2110-2111 en p. 2133 (map 6).
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 1405-1410 (map 4).
Proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris afgelegd op 16 november 2021 (nagekomen).
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] , p. 1403 (map 4).
Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 5] , p. 1-2 (map 2); proces-verbaal forensisch onderzoek, p. 1081-1209 (map 4).
Proces-verbaal van bevindingen (camerabeelden), p. 952 (map 3).
Rapport analyse ANPR-hits (67SRS5), p. 306-307 (map 2).
Proces-verbaal van bevindingen (bevindingen COV Vuurwerkresten Tiel/Breda), p. 925-929 (map 3).
Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 2114-2115 (map 6).
Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 4] , p. 2 (map 4); proces-verbaal van forensisch onderzoek, p. 1190-1191 (map 4).
Proces-verbaal van bevindingen (camerabeelden), p. 835-840 (map 3).
Rapport analyse historische verkeersgegevens …#649, p. 964 (map 3).
Proces-verbaal verdenking [medeverdachte 3] , p. 314 (map 7).
Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 2120-2122 (map 6).
Proces-verbaal van bevindingen, p. 347 (map 2); proces-verbaal van bevindingen, p. 370-371 (map 2); proces-verbaal van bevindingen, p. 440-442 (map 2).
Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 2092-2095 (map 6).
Rapport analyse zendmastlocaties 10 telefoonnummers, p. 2242 (1e aanvullende stukken).
Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 2106-2107 (map 6).
Rapport analyse zendmastlocaties 10 telefoonnummers, p. 2251 (1e aanvullende stukken).
Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 2110-2111 en p. 2133 (map 6).
Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 2114-2115 (map 6).
Rapport analyse zendmastlocaties 10 telefoonnummers, p. 2258 (1e aanvullende stukken).
Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] , p. 2120-2122 (map 6).
Proces-verbaal van bevindingen aantreffen werknemerslijst, p. 368 (map 2); proces-verbaal van bevindingen (onderzoek werknemerslijst [slachtoffer 2] ), p. 2477 (4e aanvullende stukken).
Rapport onderzoek aanwezigheid dactyloscopische sporen, p. 1225-1229 (map 4); proces-verbaal resultaat onderzoek dactyloscopische sporen, p. 1313 (map 4).