RvdW 2019/78
IPR. Nationaliteitsrecht. Erkenning van in buitenland verrichte erkenning door Nederlandse verwekker van buiten echt geboren kind (art. 10:101 BW); vervallen van erkenningsverbod van art. 1:204 lid 1 onder e (oud) BW; strijd met openbare orde (art. 10:100 lid 1 onder c BW)?; peilmoment toetsing openbare orde. Verkrijging Nederlanderschap door erkenning; stelsel RWN; geen verkrijging met terugwerkende kracht.
HR 21-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2377
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 december 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/00249
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2377, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1426, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑01‑2018
- Wetingang
Art. 10:100, 10:101 BW; art. 2, 4 RWN
Essentie
IPR. Nationaliteitsrecht. Erkenning van in buitenland verrichte erkenning door Nederlandse verwekker van buiten echt geboren kind (art. 10:101 BW); vervallen van erkenningsverbod van art. 1:204 lid 1 onder e (oud) BW; strijd met openbare orde (art. 10:100 lid 1 onder c BW)?; peilmoment toetsing openbare orde. Verkrijging Nederlanderschap door erkenning; stelsel RWN; geen verkrijging met terugwerkende kracht.
Samenvatting
Het in art. 1:204 lid 1 aanhef en onder e (oud) BW neergelegde verbod van erkenning van een kind door een man die was gehuwd met een andere vrouw dan de moeder van het kind, is met ingang ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.