Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/889
Klimop-zaak; hof kon oordelen dat geen sprake was van schending van de redelijke termijn.
HR 05-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1394
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juli 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/01638
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Internationaal strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1394, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:573, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑03‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑11‑2015
- Wetingang
Art. 6 EVRM
Essentie
Klimop-zaak. Redelijke termijn. Het hof kon oordelen dat de duur van de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep onwenselijk lang was, maar niet onredelijk, nu de zaak een complex karakter had, mede vanwege de tijd die de gelijktijdige berechting van diverse in dit megaproces terechtstaande verdachten in beslag heeft genomen. Dat in eerste aanleg de behandeling aanzienlijk is vertraagd vanwege de niet aan de verdachte toe te rekenen omstandigheid dat de rechtbank is gewraakt, leidt niet tot een ander oordeel.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.