Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/904
Herziening. Ernstig vermoeden op dat de economische politierechter ware hij hiermee bekend geweest, de aanvrager het strafbare feit niet zou hebben toegerekend wegens een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens en hem zou hebben ontslagen van alle rechtsvervolging. Strafprocesrecht (art. 457 Sv).
HR 05-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1523
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juli 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
16/00700
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1523, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:627, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2016
Essentie
Herziening. Ernstig vermoeden op dat de economische politierechter ware hij hiermee bekend geweest, de aanvrager het strafbare feit niet zou hebben toegerekend wegens een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens en hem zou hebben ontslagen van alle rechtsvervolging.
Partij(en)
Arrest op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Economische Politierechter in de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 28 februari 2014, nummer 12/169756-12, ingediend door B. Nitrauw, adv.: te Amsterdam, namens: [aanvrager].
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.H. Vellinga:
1.
Aanvrager van herziening is door de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.