Einde inhoudsopgave
Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft
Artikel 4f [Toezichtrapportages ]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
10-07-2015, Stb. 2015, 308 (uitgifte: 28-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2015, Stb. 2015, 309 (uitgifte: 28-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Een verzekeraar of holding als bedoeld in artikel 4b die deel uitmaakt van een verzekeringsrichtlijngroep waarvoor de Nederlandsche Bank als groepstoezichthouder is aangewezen, dient bij de Nederlandsche Bank binnen de ingevolge artikel 373, onderscheidenlijk artikel 375, tweede lid, van de verordening solvabiliteit II voorgeschreven termijnen toezichtrapportages in met de volgende informatie:
- a.
de toezichtinformatie, bedoeld in artikel 372, eerste lid, van de verordening solvabiliteit II;
- b.
de aanvullende toezichtinformatie, bedoeld in artikel 372, tweede lid, van de verordening solvabiliteit II;
- c.
de toezichtinformatie, bedoeld in de artikelen 376 en 377 van de verordening solvabiliteit II;
- d.
andere voor toezichtdoeleinden benodigde periodieke informatie als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de richtlijn solvabiliteit II.
2.
De Nederlandsche Bank stelt, met inachtneming van titel II, hoofdstuk VI, van de verordening solvabiliteit II, regels met betrekking tot de rapportages, bedoeld in het eerste lid.
3.
De Nederlandsche Bank kan, met inachtneming van artikel 35, zesde tot en met achtste lid, van de richtlijn solvabiliteit II, ontheffing verlenen van:
- a.
de verplichting periodieke rapportagestaten vaker dan eenmaal per jaar te verstrekken;
- b.
itemgewijze rapportageverplichtingen.