Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 8:13 (uitoefening bevoegdheden bestuurders en commissarissen)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 612 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 32784)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Indien het Gerecht de noodregeling uitspreekt, oefent de Nederlandsche Bank bij uitsluiting alle bevoegdheden van de bestuurders en de commissarissen van de kredietinstelling of verzekeraar uit. De Nederlandsche Bank waakt voor de belangen van de gezamenlijke schuldeisers.
2.
De bestuurders en de commissarissen van de kredietinstelling of verzekeraar zijn verplicht bij de uitoefening door de Nederlandsche Bank van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden alle door de Nederlandsche Bank gevraagde medewerking te verlenen.
3.
De Nederlandsche Bank is bevoegd de bestuurders van de kredietinstelling of verzekeraar te machtigen bepaalde handelingen te verrichten.
4.
De Nederlandsche Bank is bevoegd bestuurders en commissarissen namens de kredietinstelling of verzekeraar te ontslaan. Bij dit ontslag worden de overeengekomen of wettelijke termijnen in acht genomen, met dien verstande dat een termijn van zes weken in elk geval voldoende is.
5.
De Nederlandsche Bank kan personen machtigen alle of een deel van de bevoegdheden uit te oefenen, die zij ingevolge het eerste lid heeft. Zij kan het Gerecht verzoeken een beloning voor de gemachtigden vast te stellen. De Nederlandsche Bank maakt de naam en woonplaats van een door haar gemachtigde persoon, alsook de intrekking van een machtiging, bekend in de Staatscourant.