Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 8:18 (bijzondere machtiging aan DNB)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 612 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 32784)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Het Gerecht kan, tegelijk met de in artikel 8:10, eerste lid, bedoelde machtiging of nadien, de Nederlandsche Bank op haar verzoek een bijzondere machtiging verlenen tot:
- a.
wijziging, bij de overdracht van rechten en verplichtingen krachtens overeenkomsten tot het ter beschikking verkrijgen van gelden of krachtens overeenkomsten van verzekering, van die overeenkomsten, met dien verstande dat bedingen in overeenkomsten waaruit vorderingen voortvloeien als bedoel in artikel 8:16, derde en vierde lid, vorderingen die door pand of hypotheek op goederen van de kredietinstelling worden gedekt, of termijnen van huurkoop daarbij niet kunnen worden gewijzigd;
- b.
verkorting van de duur van overeenkomsten tot het ter beschikking verkrijgen van gelden of van overeenkomsten van verzekering.
2.
Wijzigingen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, die op de overeenkomsten van levensverzekering betrekking hebben, kunnen niet tot gevolg hebben dat aan verzekeringnemers meer verplichtingen worden opgelegd.
3.
Ten aanzien van de bijzondere machtiging is artikel 8:11, eerste tot en met vijfde en zevende lid, van overeenkomstige toepassing.
4.
Zodra overdracht van rechten en verplichtingen krachtens de in artikel 8:10, eerste lid, bedoelde machtiging heeft plaatsgevonden, maakt de Nederlandsche Bank deze overdracht en, zo door haar handelingen zijn verricht krachtens de in het eerste lid bedoelde bijzondere machtiging, die handelingen bekend in de Staatscourant en in ten minste twee door het Gerecht aan te wijzen dagbladen. De Nederlandsche Bank kan, indien zij dit in het belang van de schuldeisers van een kredietinstelling, onderscheidenlijk het belang van verzekeringnemers, verzekerden of gerechtigden op uitkeringen, nodig acht, bedoelde overdracht en handelingen tevens op andere wijze bekendmaken.
5.
De overdracht en de wijziging, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden ten aanzien van alle andere belanghebbenden van de betrokken kredietinstelling of verzekeraar van kracht met ingang van de dag, volgende op die waarop de bekendmaking in de Staatscourant is geschied.