RBP 2019/26
Externe klachtprocedure. De president van de rechtbank doet een melding aan de deken van de Orde van Advocaten over een gedraging van een advocaat. Dient de president de advocaat voorafgaand aan die melding te horen?
HR 30-11-2018, ECLI:NL:HR:2018:2197
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 november 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, E.N. Punt, V. van den Brink
- Zaaknummer
18/02625
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- JCDI
JCDI:ADS33888:1
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2018:1339, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2018
ECLI:NL:HR:2018:2197, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑11‑2018
- Wetingang
Essentie
Externe klachtprocedure.
De president van de rechtbank doet een melding aan de deken van de Orde van Advocaten over een gedraging van een advocaat. Dient de president de advocaat voorafgaand aan die melding te horen?
Samenvatting
Een advocaat heeft in het kader van een huisuitzetting een verzoekschrift bij de rechtbank ingediend. Naar aanleiding van dit verzoekschrift signaleerde de teamvoorzitter van de rechtbank dat het verzoekschrift niet door de cliënte van de advocaat was ondertekend. Evenmin stond een naam of hoedanigheid vermeld. Ook stond in het verzoekschrift dat de Gemeentelijke Kredietbank Rotterdam (KBR) als schuldhulpverlener was betrokken terwijl het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.