FED 2016/115:De keuze van een concern om zijn economische belangen en financiële middelen onder te brengen in een in Nederland gevestigde vennootschap wordt niet beperkt door art. 10a Wet VPB 1969; de toets of sprake is van een compenserende heffing moet worden aangelegd op het niveau van de feitelijke financier; prejudiciële vraag omtrent de verenigbaarheid van art. 10a Wet VPB 1969 met de vrijheid van vestiging in het licht van het Groupe Steria-arrest