Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/558
Poging tot doodslag in het verkeer (art. 287 Sr), diefstal (art. 310 Sr) en overtreding art. 5 WVW 1994. Met gestolen taxibus veroorzaken van bijna frontale botsing met motoragent en flankaanrijding met achtervolgende politieauto. Middelen o.m. over voorwaardelijk opzet op de dood, m.n. het welbewust aanvaarden van het gevolg en de aanmerkelijke kans op overlijden. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 11-05-2021, ECLI:NL:HR:2021:730
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 mei 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
20/00998
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:730, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑05‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:240, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2021
Essentie
Poging tot doodslag in het verkeer (art. 287 Sr), diefstal (art. 310 Sr) en overtreding art. 5 WVW 1994. Met gestolen taxibus veroorzaken van bijna frontale botsing met motoragent en flankaanrijding met achtervolgende politieauto. Middelen o.m. over voorwaardelijk opzet op de dood, m.n. het welbewust aanvaarden van het gevolg en de aanmerkelijke kans op overlijden. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/00998
Datum 11 mei 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 13 maart 2020, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.