RAR 2023/2
Grensoverschrijdende arbeid. Onder welke omstandigheden is de Detacheringsrichtlijn van toepassing voor internationaal wegvervoer (waaronder cabotagevervoer)?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
17/03685
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS681042:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1430, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:348, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑04‑2022
ECLI:NL:HR:2018:2322, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑12‑2018
ECLI:NL:HR:2018:2174, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:943, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2017
- Wetingang
Essentie
Grensoverschrijdende arbeid. Vrij verkeer van werknemers. Detachering. Gewoonlijk werkland. Algemeenverbindendverklaring.
Onder welke omstandigheden is de Detacheringsrichtlijn van toepassing voor internationaal wegvervoer (waaronder cabotagevervoer)?
Samenvatting
In deze zaak staat de vraag centraal of chauffeurs in dienst van buitenlandse (zuster)vennootschappen van een Nederlandse transportonderneming (Van den Bosch) recht hebben op de Nederlandse cao-basisarbeidsvoorwaarden wanneer zij in of vanuit Nederland ritten uitvoeren. Het gaat daarbij om de ‘harde kern’-arbeidsvoorwaarden als bedoeld in art. 3 lid 1 Detacheringsrichtlijn. De zaak spitst zich onder meer toe op zogenaamd ‘cabotagevervoer’: vervoer dat uitsluitend wordt verricht binnen de grenzen van een ...