Handhaving van privaatrecht door toezichthouders
Einde inhoudsopgave
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/1.1:1.1 Toezicht in het algemeenelang
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/1.1
1.1 Toezicht in het algemeenelang
Documentgegevens:
mr. C.A. Hage, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. C.A. Hage
- JCDI
JCDI:ADS444515:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
A. Smith, An Inquiry Into the Nature and Causes of the Wealth of Nations, Book IV, Chapter II, New York: MetaLibri 2007, p. 349 (originele editie, p. 456, par. 9).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
‘Every individual… neither intends to promote the public interest, nor knows how much he is promoting it… he intends only his own security; and by directing that industry in such a manner as its produce may be of the greatest value, he intends only his own gain, and he is in this, as in many other cases, led by an invisible hand to promote an end which was no part of his intention.’1
Adam Smith, de Schotse moraalfilosoof, merkt in zijn meest bekende werk The Wealth of Nations op dat een onzichtbare hand de vrije markt leidt en dat deze onzichtbare hand het beste voor de maatschappij als geheel oplevert. Adam Smith geeft hiermee aan dat een goede marktwerking in het belang van het individu is en daarmee goed voor het algemene belang.
Ook de doelstelling van de Europese Unie is het bevorderen van een goede marktwerking op de interne markt, wat uiteindelijk goed zou zijn voor iedereen en meer in het bijzonder voor de consument. Voor een goede marktwerking is een level playing field noodzakelijk, hetgeen gelijkwaardige marktspelers vereist. ‘De onzichtbare hand’ werkt echter niet altijd even goed omdat partijen op de markt niet beschikken over gelijke marktmacht. Zo zijn er op de markt zwakke partijen die minder onderhandelingsmacht hebben. Hierbij kan gedacht worden aan consumenten of toetreders tot monopolistische markten. Op de website van de Europese Commissie wordt vermeld dat het bevorderen van mededinging goed is voor de consumenten omdat het meer keuzes mogelijk maakt, lagere prijzen realiseert, hogere kwaliteit bewerkstelligt en innovatie stimuleert.2 Toezichthouders, opgericht naar publiekrecht, hebben dan ook onder meer tot taak het level playing field te creëren en/of te bewaken. Toezichthouders dienen daarmee het algemeen belang, namelijk het bevorderen van een goede marktwerking waaronder het beschermen van de belangen van zwakke partijen op de markt.
In Nederland is een keur aan toezichthouders te vinden. Zo is er de Autoriteit Financiële Markten (AFM). De AFM dient toezicht te houden op de financiële markten met onder andere als doel zwakke partijen te beschermen. In 2013 is de Autoriteit Consument en Markt (ACM) ontstaan uit een fusie van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), de Consumentenautoriteit en de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA). De ACM ziet er op toe dat bedrijven eerlijk concurreren met elkaar en dat belangen van zwakke partijen zoals consumenten beschermd worden.
Om de concurrentie te bevorderen, en dus het welzijn van iedereen, zijn onder invloed van de Europese Unie onder meer voormalige nutssectoren geliberaliseerd. Hierbij kan gedacht worden aan het spoor, de telefoniemarkt, de energiemarkt en ook de financiële markten. Voorheen publieke dienstverlening wordt meer en meer door marktwerking beheerst, waardoor publieke taken onderdeel zijn gaan uitmaken van de private markt en dus van het contractenrecht. Toezichthouders zien er op toe dat deze marktwerking in goede banen wordt geleid. Er zijn zodoende twee bewegingen waar te nemen. Enerzijds is er de deregulering en privatisering van overheidsbedrijven. Anderzijds wordt privaatrecht meer en meer gehandhaafd door toezichthouders.