Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/719
Art. 81 lid 1 RO. Vermogensrecht. Zorgplicht bank. Was executoriale verkoop bedrijfspanden onrechtmatig? Heeft bank voldoende rekening gehouden met belangen van de eigenaar van de bedrijfspanden?
HR 14-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:932
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 juni 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
18/02602
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:932, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:384, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑04‑2019
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Vermogensrecht. Zorgplicht bank. Was executoriale verkoop bedrijfspanden onrechtmatig? Heeft bank voldoende rekening gehouden met belangen van de eigenaar van de bedrijfspanden?
Partij(en)
1. [eiser 1] ,wonende te [woonplaats] ,
2. [eiseres 2] B.V. ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3. [eiseres 3] ,wonende te [woonplaats] ,
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eisers] ,
advocaat: mr. N.C. van Steijn,
tegen
1. [verweerster 1],gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [verweerster 2],gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: Rabobank,
niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.J. Drijber:
1. Feiten
1.1
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan.1.
1.2
[eiser ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.