NJ 2022/35
Cassatieberoep niet-ontvankelijk. Termijnoverschrijding. Betekening ex art. 432 lid 1 onder a Sv ondanks ontbreken handtekening van verdachte i.v.m. COVID-19.
HR 11-01-2022, ECLI:NL:HR:2022:3
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 januari 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/03450
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS631974:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:3, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑01‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1250, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
Niet-ontvankelijkheid te laat ingesteld cassatieberoep. De appeldagvaarding is in persoon betekend als bedoeld in art. 432 lid 1 onder a Sv, ondanks het ontbreken van een handtekening van de verdachte op de akte van uitreiking i.v.m. COVID-19.
Samenvatting
In art. 432 lid 1, aanhef en onder a, Sv is bepaald dat het cassatieberoep moet worden ingesteld binnen veertien dagen na de einduitspraak als de dagvaarding of oproeping om op de terechtzitting te verschijnen of de aanzegging of oproeping voor de nadere terechtzitting aan de verdachte in persoon is gedaan of betekend (uitgereikt).
Op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.