RvdW 2014/860
Uitlevering door Nederland aan Rwanda op basis van Genocideverdrag; voldoende waarborgen voor eerlijk proces.
HR 17-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1441
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 juni 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
14/00090
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1441, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:539, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑03‑2014
- Wetingang
Essentie
1. De uitlevering van de opgeëiste persoon naar Rwanda was mogelijk op grond van het Genocideverdrag, nu Rwanda het eerdere voorbehoud bij art. IX Genocideverdrag heeft ingetrokken.
2. De rechtbank heeft in de in het uitleveringsverzoek gegeven garanties een voldoende waarborg gezien dat de opgeëiste persoon in Rwanda een eerlijk proces zal krijgen, met inbegrip van het recht op hoger beroep. Gelet hierop geeft haar oordeel dat de enkele omstandigheid dat het recht op een eerlijk proces niet is vastgelegd in een uitleveringsverdrag het vertrouwensbeginsel niet zonder meer buiten werking stelt, niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.