RBP 2016/57
Kort geding. Is er ruimte voor vergoeding van proceskosten indien een kortgedingprocedure wordt ingetrokken?
HR 03-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1087
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 juni 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/03154
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS924165:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1087, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:75, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑02‑2016
- Wetingang
Essentie
Kort geding. Proceskosten.
Bestaat er een grondslag voor een veroordeling van eiser in de kosten die gedaagde heeft gemaakt in verband met (de voorbereiding) van het kort geding indien het kort geding wordt ingetrokken?
Samenvatting
In deze kortgedingprocedure heeft A een vordering ingesteld wegens (gestelde) merkinbreuk tegen GIA c.s. Nog voor de mondelinge behandeling heeft A de voorzieningenrechter bericht dat zij de kortgedingprocedure intrekt. GIA c.s. heeft vervolgens A gesommeerd de gemaakte proceskosten te vergoeden op de voet van art. 1019h Rv. A heeft geweigerd deze te voldoen. De voorzieningenrechter zag zich daardoor geconfronteerd met de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.