NJ 2023/351
Wvggz. Zorgmachtiging. Motivering oordeel aanzienlijk risico voor een ander op ernstige psychische schade (art. 2:1 lid 6 Wvggz).
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
23/02187
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Noot
J. Legemaate
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS935199:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1482, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:704, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑07‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑06‑2023
- Wetingang
Art. 2:1 lid 6 Wvggz
Samenvatting
In de wetsgeschiedenis van de Wvggz is niet toegelicht wat in art. 2:1 lid 6 Wvggz is te verstaan onder (een aanzienlijk risico op) ernstige psychische schade voor een ander. Het belang dat de wetgever hecht aan honorering van wilsbekwaam verzet van de betrokkene vergt dat de vaststelling dat een aanzienlijk risico voor een ander op ernstige psychische schade bestaat deugdelijk wordt gemotiveerd, ten einde te voorkomen dat zonder goede reden voorbij ...