Einde inhoudsopgave
Vissersvaartuigenbesluit 2002
Artikel 5.3 Constructie
Geldend
Geldend vanaf 20-02-2002
- Bronpublicatie:
11-01-2002, Stb. 2002, 60 (uitgifte: 19-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-02-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-01-2002, Stb. 2002, 60 (uitgifte: 19-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De romp, de bovenbouw, structurele schotten, dekken en dekhuizen zijn van staal of ander, gelijkwaardig materiaal vervaardigd, tenzij anders is aangegeven in het vierde lid.
2.
De isolatie van onderdelen van schotten van klasse ‘A’ of ‘B’, die van aluminiumlegering zijn vervaardigd, met uitzondering van die welke naar het oordeel van het Hoofd van de Scheepvaartinspectie niet lastdragend zijn, is zodanig dat de temperatuur van de metalen kern van de constructie gedurende de van toepassing zijnde brandproef te eniger tijd niet meer dan 200°C boven de temperatuur van de omgeving stijgt.
3.
Bijzondere aandacht wordt geschonken aan de isolatie van onderdelen van stutten, stijlen en andere delen van de constructie die van aluminiumlegering zijn vervaardigd en die nodig zijn ter ondersteuning van de plaatsen voor de opstelling en het te water brengen van en de inscheping in de groepsreddingsmiddelen, en van schotten van klasse ‘A’ en ‘B’, teneinde zeker te stellen:
- a.
dat voor dergelijke constructiedelen die de plaatsen met de groepsreddingsmiddelen en schotten van klasse ‘A’ steunen, de grens voor de temperatuurstijging, genoemd in het tweede lid, aan het einde van een uur zal gelden, en
- b.
dat voor dergelijke constructiedelen die schotten van klasse ‘B’ ondersteunen, de grens voor de temperatuurstijging, genoemd in tweede lid, aan het einde van een half uur zal gelden.
4.
Kappen en schachten van ruimten voor machines van categorie A zijn van staal en zijn naar behoren geïsoleerd, terwijl de eventuele openingen daarin doelmatig zijn aangebracht en zijn voorzien van middelen om uitbreiding van brand tegen te gaan.