Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen
Einde inhoudsopgave
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.3.2.2:4.3.2.2 Legitimiteit
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.3.2.2
4.3.2.2 Legitimiteit
Documentgegevens:
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk, datum 01-09-2013
- Datum
01-09-2013
- Auteur
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk
- JCDI
JCDI:ADS344243:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
NnavV, Kamerstukken II 2009/10, 32 129, nr. 8, blz. 17.
Zie ook McDaniel en Surrey (1985), blz. 44-45.
NR, Kamerstukken II 2001/02, 28 015, nr. A, blz. 5.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Invorderingsfaciliteiten zijn bij uitstek instrumenten die aansluiten bij liquiditeitsproblemen. Ze lossen, in ieder geval tijdelijk, een uit de belastingheffing voortvloeiend liquiditeitsprobleem op. Belastingplichtigen wordt de tijd geboden ervoor te zorgen dat voldoende liquide middelen beschikbaar komen om de belasting te voldoen. Aldus geldt dat invorderingsfaciliteiten in essentie legitiem zijn. Dit geldt ook voor de hier te toetsen invorderingsfaciliteit indien de winstgenieter komt te overlijden.
Voorts is bij de toetsing aan legitimiteit van belang of gedurende de periode dat uitstel wordt verleend invorderingsrente is verschuldigd. De hoofdregel is dat invorderingsrente verschuldigd is.1 Op grond van art. 28, derde lid, IW 1990 is dit niet het geval voor de hier te toetsen invorderingsfaciliteit. Het renteloos uitstel van betaling verlenen moet worden gezien als overheidsingrijpen.2 Dit is ook in deze situatie alleen gerechtvaardigd indien sprake is van een gebrekkig werkende kapitaalmarkt. Om een gebrekkig werkende markt te corrigeren, is het renteloos zijn van een faciliteit evenwel niet nodig. In het geval van art. 25, zeventiende lid, IW 1990 ligt de situatie iets anders. Met de faciliteit heeft de regering naast het feit dat belastingplichtigen langer de tijd hebben de belastingschuld te voldoen ook als doel genoemd het verminderen van de belastingdruk.3 De regering heeft de invorderingsfaciliteit ingevoerd ter vervanging van het bijzondere tarief van 20%. Dit aspect komt hierna nog aan de orde bij de toetsing aan het doeltreffendheidscriterium. Nadeel van renteloze invorderingsfaciliteiten is voorts nog dat zij een aanzuigende werking hebben. Belastingplichtigen gaan van de faciliteit gebruikmaken terwijl zij dit niet gedaan zouden hebben indien de faciliteit rentedragend zou zijn. Naar mijn mening moet de renteloosheid van invorderingsfaciliteiten daarom worden afgewezen.