Rb. Gelderland, 17-12-2021, nr. C/05/392999 / FA RK 21-2982
ECLI:NL:RBGEL:2021:6997
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
17-12-2021
- Zaaknummer
C/05/392999 / FA RK 21-2982
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2021:6997, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 17‑12‑2021; (Eerste aanleg - enkelvoudig, Beschikking)
Uitspraak 17‑12‑2021
Inhoudsindicatie
Er is thans sprake van een maatschappelijke erkenning en (een trend naar) juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit. De rechtbank constateert dat er sprake is van (bewust stagnerende) ontwikkelingen bij de wetgever om deze maatschappelijke erkenning om te zetten in wetgeving. Hierdoor is de rechtbank van oordeel dat het individuele belang van verzoeker bij de mogelijkheid tot verbetering van de geboorteakte zwaarder weegt dan het algemene belang van strikte handhaving van de huidige wettelijke regeling. De geboorteakte dient te worden verbeterd, inhoudende daar waar staat “M (mannelijk)” wordt verbeterd in “waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld”. Tevens gelast de rechtbank de wijziging van de voornaam.
Partij(en)
beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/392999 / FA RK 21-2982
Datum uitspraak: 17 december 2021
beschikking verbetering geboorteakte tevens voornaamswijziging
in de zaak van
[verzoeker] (hierna: de verzoeker),
wonende te [woonplaats] ,
advocaten mr. A.P. Koburg en mr. C.W. de Kort te Amsterdam.
Als belanghebbenden ter zake de verbetering van de geboorteakte worden aangemerkt:
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] (nader te noemen: de ambtenaar),
zetelende te [plaats] ;
De officier van justitie
in het arrondissement Gelderland.
1. Het verloop van de procedure
1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift ingekomen bij de griffie op 3 september 2021;
- de brief namens verzoeker met aanvullende producties, ingekomen bij de griffie op 17 september 2021;
- een brief van de officier van justitie, bij de griffie ingekomen op 3 november 2021.
1.2.
Er heeft geen mondelinge behandeling plaatsgevonden.
2. De feiten
2.1.
Verzoeker is op [geboortedatum] in [geboorteplaats] geboren. Verzoeker heeft de Nederlandse nationaliteit.
2.2.
Op 14 april 2017 is via een latere vermelding bij de geboorteakte van verzoeker het geslacht gewijzigd in M (mannelijk), waarbij tevens verzoekers voornamen zijn gewijzigd in [voornamen] .
3. Het verzoek
3.1.
De rechtbank zal, net zoals de advocaat van verzoeker heeft gedaan, naar verzoeker verwijzen met “die” als voornaamwoord en “diens” gebruiken als bezittelijk voornaamwoord.
3.2.
Verzoeker heeft verzocht om, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
I. de geboorteakte van verzoeker door te halen;
II. een nieuwe geboorteakte op te laten maken door de burgerlijke stand en daarbij als geslacht op te nemen: “het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld”;
III. het opnemen van de voornamen “ [voornamen (inclusief de toe te voegen voornaam)] ” in de nieuw op te maken geboorteakte, zodat verzoeker voortaan [volledige naam (inclusief de toe te voegen voornaam)] zal heten;
subsidiair
IV. diens geboorteakte te verbeteren en bij de vermelding van het geslacht op te nemen: “het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld”;
V. de voornaam van verzoeker te wijzigen naar “ [voornamen (inclusief de toe te voegen voornaam)] ”, zodat verzoeker voortaan [volledige naam (inclusief de toe te voegen voornaam)] zal heten;
meer subsidiair
VI. verbetering van de geboorteakte bij wijze van latere vermelding en als vermelding van het geslacht op te nemen: “het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld”.
4. De beoordeling
4.1.
Deze rechtbank is bevoegd om van het verzoek kennis te nemen omdat het verzoek strekt tot doorhaling dan wel aanpassing van een geboorteakte van de gemeente [plaats] .
4.2.
Op de verzoeken is het Nederlandse recht van toepassing, omdat verzoeker de Nederlandse nationaliteit heeft.
4.3.
De verzoeken van verzoeker komen er in de kern op neer dat verzoeker diens geslacht in diens geboorteakte wenst te wijzigen naar: “het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld”, alsmede diens voornamen te wijzigen. Primair is in dat kader verzocht de wijzigingen te laten plaatsvinden door diens huidige geboorteakte door te halen en een nieuwe geboorteakte te laten vaststellen. Subsidiair is verzocht dit als een latere vermelding op de bestaande geboorteakte te laten registreren.
4.4.
De rechtbank zal eerst beoordelen of de geslachtsaanduiding en de voornamen gelet op wat verzoeker heeft gesteld voor verbetering vatbaar zijn. Als de verbeteringen kunnen worden toegestaan zal de rechtbank beoordelen of dit middels het opmaken van een nieuwe akte of via een latere vermelding op de bestaande akte dient te gebeuren.
Verbetering van de geslachtsaanduiding
4.5.
Naast diens advocaat heeft verzoeker zelf via een persoonlijke brief aan de rechtbank uiteengezet waarom de verbetering van diens geboorteakte naar “het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld” zo belangrijk is voor hen. Daarnaast verwijst verzoeker naar jurisprudentie op dit gebied, te weten de uitspraak van de rechtbank Limburg van 28 mei 2018 (ECLI:NL:RBLIM:2018:4931), de rechtbank Noord-Nederland van 24 juli 2019 (ECLI:NL:RBNNE:2019:3437) de rechtbank Midden-Nederland van 10 februari 2020 (ECLI:RBMNE:2020:522), de rechtbank Gelderland van 20 januari 2021 (ECLI:NL:RBGEL:2021:325), de rechtbank Gelderland van 4 mei 2021 (niet gepubliceerd) en de rechtbank Amsterdam van 21 juli 2021 (ECLI:NL:RBAMS:2021:3732).
4.6.
De officier van justitie heeft aangegeven geen aanleiding te zien stelling in te nemen naar aanleiding van de gedane verzoeken.
4.7.
De ambtenaar heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de verzoeken.
4.8.
De rechtbank oordeelt als volgt. Op grond van artikel 1:19d van het Burgerlijk Wetboek (BW) is het mogelijk om - in het geval dat het geslacht van het kind (om medische redenen) twijfelachtig is - in de geboorteakte de vermelding op te nemen dat het geslacht van het kind niet is kunnen worden vastgesteld. Hiervan is bij verzoeker geen sprake. Daarnaast is het mogelijk om de geslachtsaanduiding op grond van artikel 1:28 BW te laten wijzigen van mannelijk naar vrouwelijk of andersom. Een wettelijke basis voor een genderneutrale geslachtsaanduiding ontbreekt echter.
4.9.
Anders dan de Hoge Raad overwoog in haar uitspraak van 30 maart 2007 (ECLI:NL:HR:2007:AZ5686), is er inmiddels sprake van een maatschappelijke erkenning en (een trend naar) juridische erkenning van een neutrale geslachtelijke identiteit en constateert de rechtbank dat er sprake is van (bewust stagnerende) ontwikkelingen bij de wetgever om deze maatschappelijke erkenning om te zetten in wetgeving.
4.10.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het individuele belang van verzoeker bij de mogelijkheid tot verbetering van de geboorteakte zwaarder weegt dan het algemene belang van strikte handhaving van de huidige wettelijke regeling.
4.11.
Uit het verzoekschrift en de overgelegde stukken is voldoende komen vast te staan dat de vermelding van het mannelijk geslacht in de geboorteakte niet in overeenstemming is met de bij verzoeker thans bestaande overtuiging niet tot het mannelijke, maar ook niet tot het vrouwelijke geslacht te horen. De rechtbank zal het verzoek om de geslachtsaanduiding te wijzigen naar “het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld” zoals opgenomen in artikel 1:19d eerste lid BW toewijzen.
Wijziging van de voornaam
4.12.
De ambtenaar is geen belanghebbende ten aanzien van het verzoek tot wijziging van de voornaam.
4.13.
Artikel 1:4 lid 4 BW bepaalt dat wijziging van de voornaam op verzoek van de betrokken persoon kan worden gelast door de rechtbank. Voor wijziging van de voornaam moet er een zwaarwegend belang zijn.
4.14.
De rechtbank overweegt dat uit het verzoekschrift en de daarbij behorende bijlagen blijkt dat verzoeker een zwaarwegend belang heeft bij wijziging van diens voornaam. Hoewel verzoeker zelf stelt dat diens huidige voornamen geheel overeenkomen met diens genderbeleving, accepteren diens ouders de gewijzigde voornamen niet. Nu verzoeker de band met diens ouders wil behouden mede gelet op de toekomst en diens ouders de naam [naam] wel accepteren heeft verzoeker een zwaarwegend belang deze voornaam aan diens namenreeks toe te voegen.
4.15.
De gevraagde toe te voegen voornaam is geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4 lid 2 BW. De rechtbank zal het verzoek tot wijziging van de voornamen van “ [voornamen] ” naar “ [voornamen (inclusief de toe te voegen voornaam)] ” dan ook toewijzen.
Nieuwe akte of latere vermelding
4.16.
Anders dan verzoeker primair heeft verzocht, zal de rechtbank de ambtenaar gelasten zowel de wijziging van de geslachtsaanduiding als de wijziging van de voornaam in de registers op te nemen in de vorm van een latere vermelding. De rechtbank is van oordeel dat aan het doorhalen van de huidige geboorteakte en het opmaken van een nieuwe geboorteakte bezwaren zijn verbonden. De oude akte is in dat geval niet meer voorhanden om de persoonshistorie te reconstrueren en in dwingend bewijs te voorzien. De rechtbank verwijst hiervoor naar de brief van de Minister voor Rechtsbescherming in het kader van de evaluatie van de Transgenderwet (Kamerstukken I, 2019-2020, 33351, nr. I, p. 13) en ook de uitspraak van de Hoge Raad van 20 oktober 1995 (ECLI:NL:HR:1995:ZC1853 m.nt. J. de Boer). Bovendien sluit deze vorm van registratie ook beter aan bij de huidige wel wettelijk geregelde mogelijkheid om wijziging van het geslacht en wijziging van de voornamen in de akte van geboorte te verzoeken zoals geregeld in respectievelijk artikel 1:28b eerste lid BW en artikel 1:4 vierde lid BW in samenhang gelezen met de artikelen 1:20 BW en 1:20a BW.
5. De beslissing
De rechtbank:
5.1.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] om te verbeteren de geboorteakte met nummer 11A1943 van [verzoeker] , ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente [plaats] van het jaar [geboortejaar] inhoudende dat waar staat “ M (mannelijk)”, wordt verbeterd in “waarvan het geslacht niet is kunnen worden vastgesteld”;
5.2.
gelast de wijziging van de voornamen van [verzoeker] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] in die zin dat de voornamen zullen luiden “ [voornamen (inclusief de toe te voegen voornaam)] ”;
5.3.
wijst af het anders of meer verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. L.F. Bögemann, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van F. Wolters als griffier en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2021. | ||
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld: - door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak, - door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden. Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem -Leeuwarden. | ||