Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 263
Geldend
Geldend vanaf 21-01-2009
- Bronpublicatie:
16-12-2008, PbEU 2009, L 14 (uitgifte: 01-01-2009, regelingnummer: 2008/117/EG)
- Inwerkingtreding
21-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2008, PbEU 2009, L 14 (uitgifte: 01-01-2009, regelingnummer: 2008/117/EG)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Facturering en administratie
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Europees belastingrecht (V)
1.
Voor elke kalendermaand wordt een lijst opgesteld, binnen een termijn van ten hoogste één maand en volgens regels die door de lidstaten worden vastgesteld.
1 bis.
De lidstaten kunnen de belastingplichtigen evenwel, onder de voorwaarden en binnen de grenzen die zij zelf kunnen vaststellen, toestaan de lijst binnen een termijn van ten hoogste één maand, te rekenen vanaf het eind van het kwartaal voor elk kalenderkwartaal in te dienen, wanneer het totale kwartaalbedrag, zonder btw, van de in de artikel 264, lid 1, onder d), en artikel 265, lid 1, onder c), bedoelde goederenleveringen, noch voor het betreffende kwartaal, noch voor een van de vier voorgaande kwartalen, de som van 50 000 EUR of de tegenwaarde daarvan in nationale munt overschrijdt.
De in de eerste alinea bedoelde mogelijkheid is niet meer van toepassing vanaf het einde van de maand waarin het totaalbedrag, zonder btw, van de in de artikel 264, lid 1, onder d), en artikel 265, lid 1, onder c), bedoelde goederenleveringen, voor het lopende kwartaal de som van 50 000 EUR of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid overschrijdt. In dat geval wordt, binnen een termijn van ten hoogste één maand, een lijst opgesteld voor de maand of de maanden die sinds de aanvang van het kwartaal is of zijn verlopen.
1 ter.
Tot en met 31 december 2011 kunnen de lidstaten het in lid 1 bis bedoelde bedrag vaststellen op 100 000 EUR of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid.
1 quater.
Met betrekking tot de in artikel 264, lid 1, onder d), bedoelde diensten kunnen de lidstaten, onder de voorwaarden en binnen de grenzen die zij zelf kunnen vaststellen, belastingplichtigen toestaan de lijst voor elk kwartaal, binnen een termijn van ten hoogste één maand, te rekenen vanaf het einde van het kwartaal in te dienen.
De lidstaten kunnen met name van belastingplichtigen die in artikel 264, lid 1, onder d), bedoelde goederenleveringen en diensten verrichten, eisen dat zij de lijst indienen binnen de termijn die voortvloeit uit de toepassing van de leden 1 tot en met 1 ter.
2.
De lidstaten staan, onder door hen te stellen voorwaarden, toe dat de in lid 1 bedoelde lijst door middel van elektronische bestandsoverdracht wordt ingediend, en kunnen dit ook verplicht stellen.