Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/112/EG van de Raad betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 262
Geldend
Geldend vanaf 27-12-2018
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2020.
- Bronpublicatie:
04-12-2018, PbEU 2018, L 311 (uitgifte: 07-12-2018, regelingnummer: 2018/1910)
- Inwerkingtreding
27-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2018, PbEU 2018, L 311 (uitgifte: 07-12-2018, regelingnummer: 2018/1910)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Facturering en administratie
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Europees belastingrecht (V)
1.
Elke voor btw-doeleinden geïdentificeerde belastingplichtige dient een lijst in met de volgende gegevens:
- a)
de voor btw-doeleinden geïdentificeerde afnemers aan wie hij goederen heeft geleverd overeenkomstig de voorwaarden van artikel 138, lid 1, en lid 2, onder c);
- b)
de voor btw-doeleinden geïdentificeerde personen aan wie hij goederen heeft geleverd die hem via de in artikel 42 bedoelde intracommunautaire verwervingen van goederen waren geleverd;
- c)
de belastingplichtigen en de voor btw-doeleinden geïdentificeerde niet-belastingplichtige rechtspersonen voor wie hij andere diensten heeft verricht dan die welke van btw zijn vrijgesteld in de lidstaat waar de handeling belastbaar is en waarvoor de afnemer overeenkomstig artikel 196 de tot voldoening van de belasting gehouden persoon is.
2.
Naast de in lid 1 bedoelde informatie dient elke belastingplichtige informatie in over het btw-identificatienummer van de belastingplichtigen voor wie de goederen zijn bestemd die in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep overeenkomstig de voorwaarden van artikel 17 bis worden verzonden of vervoerd, en geeft hij kennis van iedere wijziging in de ingediende informatie.